PERSBERICHT - 2005-05-03
Spectaculaire groei bezoek bevrijdingsmusea
Het bezoek aan de Nederlandse oorlogs- en verzetsmusea is de afgelopen
negen maanden spectaculair gestegen, gemiddeld met zon 20 procent. Een
uitschieter is het Nationaal Bevrijdingsmuseum in Groesbeek dat vorig
jaar 45.000 bezoekers trok, een stijging van zon 35 procent ten
opzichte van 2003. Het Verzetsmuseum Amsterdam rekent voor 2005 op een
recordjaar. Nu zijn er al 15.000 bezoekers, vorig jaar waren dat er in
totaal 38.000.
Deze groei heeft alles te maken met de 60-jarige herdenking van de
Operatie Market Garden (september 2004) en van 60 jaar Bevrijding, die
dezer dagen in het hele land wordt gevierd. De musea die in de ruime
regio rond Arnhem zijn gevestigd, hebben vorig jaar augustus,
september en oktober het meeste extra bezoek getrokken. Andere musea
en herdenkingsplaatsen, zoals het kamp Westerbork, zien in deze
april/mei-periode meer gasten langskomen.
Jeugd
Een aantal musea meldt een flinke groei van jongere bezoekers.
Gemiddeld genomen is het aantal jeugdigen 20 procent van het totaal,
de jaren hiervoor schommelde dat rond de 15 procent. Een uitschieter
is ook hier het Verzetsmuseum Amsterdam dat meldt dat inmiddels een
derde van de bezoekers jong is. Daaronder is een toenemend aantal
Marokkaanse Nederlanders.
Deze extra belangstelling heeft onder meer te maken met speciale
aandacht op scholen en andere onderwijsinstellingen. Zo trok een
project als Speuren naar sporen in de afgelopen maanden bijna 14.000
leerlingen uit groep 7 en 8, de 11- en 12-jarigen. Deze scholieren
gaan met speciaal lesmateriaal van uitgeverij Bekadidact op zoek gaan
naar zichtbare herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Een onderdeel
daarvan is een bezoek aan WO II-musea.
Extra inspanningen
Ook de extra inspanningen van de musea zelf heeft tot meer bezoek
geleid. Vrijwel allemaal hebben zij de afgelopen (en ook nog de
komende) tijd bijzondere tentoonstellingen en activiteiten rond het
thema 60 jaar op het programma staan.
De bezoekerstoename heeft tenslotte eveneens te maken met het feit dat
dezer dagen vele Canadese en Amerikaanse veteranen tal van
herdenkingen in ons land bijwonen, bijvoorbeeld in Holten, Groesbeek
of Apeldoorn. Deze groep (veelal met familie) van naar schatting
enkele duizenden, bezoekt vrijwel alle musea waar zij iets kunnen zien
over de Tweede Wereldoorlog.
Website
Omdat er zo veel te doen is, besloot het Nederlands Bureau voor
Toerisme & Congressen vorig jaar al tot het opzetten van de speciale
website www.oorlogssporen.nl. Die site had tot nu toe meer dan een
kwart miljoen pageviews.
Het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen is dé marketing en
promotie-organisatie die het toeristisch en zakelijk reisverkeer naar
en in Nederland bevordert. Het hoofdkantoor is gevestigd in
Leidschendam en het NBTC heeft een wereldwijd netwerk van Vestigingen.