Ingezonden persbericht


Persbericht 3 mei 2005

Beleid voor offshore windenergie onvoldoende

Utrecht, 3 mei 2005 - Het huidige beleid voor offshore windenergie is onvoldoende. Er is nu sprake van een 'Wild-West situatie' waarbij geldt 'wie het eerst komt het eerst maalt'. Bij de vergunningverlening wordt niet genoeg rekening gehouden met de Noordzeenatuur. Stichting De Noordzee heeft deze visie al diverse malen laten horen. De Commissie voor de milieueffectrapportage (Cie-m.e.r.), een onafhankelijk raadgevend orgaan van de overheid, deelt deze mening. Stichting De Noordzee, Vogelbescherming Nederland, Stichting Duinbehoud en Milieudefensie pleiten daarom om op korte termijn een strategische studie uit te laten voeren om windenergie op zee op een duurzame en daadkrachtige manier te kunnen realiseren.

Inmiddels zijn er al 54 vergunningen voor offshore windmolenparken aangevraagd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit, terwijl er geen toetsingskader voor de vergunningverlening is en er bij grootschalige windenergiewinning op zee wel degelijk negatieve effecten kunnen optreden, bijvoorbeeld op het gebied van natuur en veiligheid. Bovendien zijn de twee parken waar uitgebreid onderzoek naar effecten zal worden uitgevoerd, nog steeds niet gebouwd. Ook is nog geheel onduidelijk, welke effecten bij verschillende parken samen -cumulatieve effecten genoemd- kunnen optreden.

In een brief die de Cie-Mer vorige week aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat stuurde, pleitte de commissie voor het uitvoeren van een strategische studie, die een afweging maakt waar windmolens het beste geplaatst kunnen worden. Een gefaseerde aanpak op basis van een strategische milieueffectrapportage is volgens de natuur- en milieuorganisaties de enige juiste weg. Een stap voor stap benadering is niet alleen gunstig vanuit ecologisch perspectief, maar draagt ook zeker bij aan de kostenbeheersing van windenergie op zee. Het bedrijfsleven is hierbij gebaat.

Genoemde natuur- en milieuorganisaties pleiten bij de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de minister van Economische Zaken voor een versnelde evaluatie van de beleidsregels voor offshore windenergie en het opstellen van een strategische m.e.r. Op deze manier kunnen de meest geschikte locaties voor offshore windenergie worden gekozen, waar negatieve effecten op natuur en veiligheid zo minimaal mogelijk zijn. Hierdoor komt het behalen van het overheidsdoel, 6000 MW voor 2020 (1200-2000 windmolens), dichterbij.

Binnenkort komen Stichting De Noordzee en Milieudefensie met een studie naar buiten, waarin zij een eerste aanzet doen voor het aanwijzen van meer en minder geschikte locaties voor offshore windenergie.

Meer informatie bij Eddy van Well, projectleider windenergie, tel. 030 2340016, 06-55942646, e.vanwell@noordzee.nl.

------- Stichting De Noordzee / North Sea Foundation------ Drieharingstraat 25
3511 BH Utrecht
tel: 030 - 2340016 fax: 030 - 2302830
http://www.noordzee.nl