PWC
http://www.pwc.com/nl

PricewaterhouseCoopers kritisch over kabinetsvoorstel winstbelasting

Het kabinet heeft in de notitie 'Werken aan winst' voorstellen gepresenteerd om de belastingheffing van ondernemingswinst te moderniseren. PricewaterhouseCoopers steunt de plannen van het kabinet om enerzijds het tarief van de vennootschapsbelasting te verlagen tot 26,9% en anderzijds een MKB-winstvrijstelling in de inkomstenbelasting in te voeren, maar is kritisch over de voorgestelde financiering van deze plannen. PwC is er evenmin van overtuigd dat de plannen in overeenstemming zijn met Europees recht.

Frank Engelen, partner bij PwC en hoogleraar internationaal belastingrecht aan de Universiteit Leiden:

'In de kabinetsvoorstellen wordt vooralsnog onvoldoende aandacht geschonken aan de mogelijke strijdigheid van de huidige vennootschapsbelasting met Europees recht. Bovendien roepen de kabinetsvoorstellen in dit verband weer nieuwe vragen op. PwC heeft de Staatssecretaris van Financiën onlangs een lijst aangeboden met 88 maatregelen in de vennootschapsbelasting, die mogelijk in strijd zijn met Europees recht. In de nadere uitwerking van de kabinetsplannen zal aan dit aspect hopelijk meer aandacht worden besteed.'

PwC heeft ernstige twijfels of, gegeven de randvoorwaarde van budgettaire neutraliteit, de ook door het kabinet noodzakelijk geachte verbetering van het fiscale vestigingsklimaat kan worden gerealiseerd. Hoewel de voorgestelde tariefsmaatregelen zullen bijdragen aan een versterking van de economische en fiscale infrastructuur, is een vennootschapsbelastingtarief van 26,9% internationaal onvoldoende concurrerend.

PwC betreurt dat het kabinet heeft besloten de kenniseconomie in Nederland niet verder te stimuleren door de introductie van een nieuwe fiscale faciliteit voor onderzoeks- en ontwikkelingswerk; de zgn. 'octrooibox'. De daartoe door het kabinet aangedragen argumenten zijn overwegend defensief van aard en overtuigen niet. PwC vraagt zich bovendien af of het kabinet voldoende oog heeft voor het gevaar dat bedrijfseconomisch gewenste investeringen in bedrijfspanden als gevolg van de voorgestelde beperkingen in de afschrijving van onroerend goed in de toekomst mogelijk zullen worden uitgesteld.

PwC plaatst vraagtekens bij de haalbaarheid van de door het kabinet voorgestelde inkaderingsmaatregelen teneinde de negatieve budgettaire effecten van een fiscale eenheid over de grens zoveel mogelijk te beperken. In het bijzonder vraagt PwC zich af in hoeverre deze maatregelen in overeenstemming zijn met Europees recht.

De kabinetsvoorstellen betreffende de verrekening van buitenlandse verliezen betekenen bovendien een aanzienlijke verslechtering van het fiscale vestigingsklimaat. PwC constateert dat met de afschaffing van de mogelijkheid om afwaarderings- en liquidatieverliezen op de winst in mindering te brengen een opbrengst is gemoeid van 240 miljoen euro, terwijl de verruiming van de mogelijkheden van verliesverrekening over de grens volgens de ramingen van het kabinet een budgettaire derving tot gevolg heeft van 'slechts' euro 50 miljoen euro. Het pakket van maatregelen leidt in zoverre dan ook tot een lastenverzwaring van 190 miljoen euro.

Hoewel de notitie 'Werken aan winst' de denkrichting van het kabinet aangeeft, is een definitief oordeel over het pakket aan maatregelen volgens PwC in belangrijke mate afhankelijk van de technische uitwerking daarvan. PwC verwacht dat bij de nadere vormgeving van de voorgestelde maatregelen zich nog grote problemen zullen voordoen, in het bijzonder op het terrein van het overgangsrecht, en betreurt het dan ook dat de notitie juist op dit punt weinig houvast biedt.