Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Koenders (PvdA) over indirecte steun aan de gewapende strijd in Sri Lanka en aanvullende vragen van de leden Tjon-A-Ten en Eijsink (beiden PvdA) over rekrutering van kinderen door de "Tamil Tijgers" in Sri Lanka. Deze vragen werden ingezonden op 7 resp. 11 april 2005 met kenmerk 2040511880 en 204012400.

De Minister De Minister

van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelings-samenwerking, op vragen van het lid Koenders (PvdA) over indirecte steun aan de gewapende strijd in Sri Lanka.

Vraag 1
Is het waar dat een delegatie van de Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE) binnenkort een bezoek brengt aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken? Zo ja, wat is het doel van dit bezoek?

Antwoord
Een delegatie van de LTTE heeft in het kader van een rondreis door verschillende Europese landen een bezoek gebracht aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het doel was aandacht te vragen voor de slachtoffers van de tsunami in het noorden en oosten van Sri Lanka, die door het al 30 jaar durende conflict dubbel zijn getroffen.

Vraag 2
Wat is uw oordeel over de banden die de Tamils Rehabilitation Organization (TRO) zou hebben met de LTTE? Wat is uw oordeel over het feit dat de LTTE op de lijst van terroristische organisaties staat van onder meer de Verenigde Naties (VN), de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en andere landen? Welke status hebben beide organisaties in Nederland?

Antwoord
De TRO is een hulporganisatie die is gelieerd aan de LTTE. De TRO is een formeel geregistreerde NGO die door de overheid van Sri Lanka is erkend. De LTTE staat noch op een VN- noch op een EU-terrorismelijst. Nederland is met de EU van mening dat een beleid van politieke isolatie van de LTTE een oplossing van het conflict niet dichterbij brengt.

Vraag 3
Deelt u de mening dat te allen tijde voorkomen dient te worden dat geld van donoren terechtkomt in verkeerde handen en besteed wordt aan wapens voor de strijdende partijen?

Antwoord
Ja.

Vraag 4
Op welke wijze kunt u garanderen dat geld dat bestemd is voor tsunami slachtoffers, ook daadwerkelijk bij hen terechtkomt en niet besteed wordt door LTTE (of anderen) aan de gewapende strijd in Sri Lanka?

Antwoord
Een garantie daarvoor is niet te geven; misbruik van fondsen kan nooit voor de volle honderd procent worden uitgesloten. Wel kan door specifieke beheersmaatregelen het risico daarop zo klein mogelijk worden gemaakt. Duidelijke afspraken, effectieve controle tijdens de uitvoering en achteraf zijn standaardmaatregelen om misbruik van overheidsgelden te voorkomen. Voor wat betreft de hulp aan slachtoffers in de conflictgebieden dringt Nederland, met de EU en een aantal andere bilaterale partners, aan op de vorming van een multi- donor trustfund, dat gemeenschappelijk wordt beheerd. Onderhandelingen daarover zijn momenteel gaande tussen de LTTE en de overheid van Sri Lanka. Het mechanisme voorziet in een onafhankelijke uitvoeringsorganisatie en een toezichthoudend orgaan met vertegenwoordiging van de overheid, de LTTE, de moslim- en de donorgemeenschap. Controle door internationale accountants is eveneens voorzien.

Vraag 5
Is het waar dat via Nederland op indirecte wijze TRO-projecten worden ondersteund? Welke controle is er specifiek bij deze projecten om ervoor te zorgen dat dit geld daadwerkelijk bij diegenen terecht komt, waaronder kinderen, die het nodig hebben, en dat het niet voor de gewapende strijd gebruikt wordt?

Antwoord
Nederland steunt alleen projecten via VN-organisaties en (internationale) NGO's. Deze voldoen aan de standaard internationale controle eisen. Programma's voor slachtoffers van het gewapende conflict en van de tsunami in door de rebellen gecontroleerde gebieden worden wel altijd in overleg met de LTTE en aan hen geaffilieerde organisaties als de TRO uitgevoerd. Over dit principe bestaat overeenstemming met de Sri Lankaanse autoriteiten die samenwerking met de LTTE en de TRO op het gebied van rehabilitatie en reconstructie goedkeuren.

Vraag 6
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de Noorse onderhandelingen en de 'constructieve dialoog' met de EU? Wat is uw oordeel over de wens van de Tamil Tijgers hen rechtstreeks van financiën te voorzien?

Antwoord
Sinds de onderbreking van de vredesbesprekingen in juni 2003 is er weinig voortgang geboekt in de vredesonderhandelingen. De Noorse facilitatie richt zich op dit moment met name op de totstandkoming van een gemeenschappelijk mechanisme voor hulp aan tsunami-slachtoffers. Dit wordt gezien als een belangrijke stap in het vredesproces, omdat beide partijen daarbij voor het eerst in een gemeenschappelijke, administratieve structuur zouden samenwerken. Hierdoor kan het vertrouwen tussen beide partijen groeien, hetgeen er aan zou kunnen bijdragen de impasse in de vredesonderhandelingen te doorbreken. Noorwegen is optimistisch dat de onderhandelingen over dit zgn. Joint Mechanism zullen slagen, hoewel de tijd begint te dringen. De gesprekken die de EU voert met de overheid en de LTTE dienen ter ondersteuning van het vredesproces. De dialoog wordt gevoerd in overleg met de Noorse facilitator. De wens van de LTTE om directe financiering te ontvangen is begrijpelijk. De LTTE beschikt over een eigen administratief apparaat en kanalisering via de overheid en/of een tussenstructuur levert vertraging op. Wij overwegen op dit moment echter geen rechtstreekse financiering aan de LTTE.

Vraag 7
Kunt u aangeven of er op illegale wijze wapens aan de Tamil Tijgers worden verkocht via onder meer de Oekraïne en Thailand? Zo ja, bent u bereid om dit in samenwerking met de EU, de Oekraïne en Thailand tegen te gaan?

Antwoord
De Regering beschikt niet over specifieke informatie over eventuele wapenverkopen aan de LTTE. Met Oekraïne wordt, zowel in EU-verband als ook bilateraal, samengewerkt op het terrein van wapenexportcontrole. Zo heeft in 2004 een Oekraïense delegatie een werkbezoek aan Nederland gebracht, dat dit jaar verder vervolg zal krijgen.

Vraag 8
Ziet u, eventueel in samenwerking met uw collega-ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie, mogelijkheden om democratische en transparante Tamil-organisaties binnen Nederland en Europa te ondersteunen? Zo ja, welke?

Antwoord
Nee.

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op aanvullende vragen van de leden Tjon-A-Ten en Eijsink (beiden PvdA) over rekrutering van kindsoldaten door de "Tamil Tijgers" in Sri Lanka.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht 1) dat de Tamil Tijgers kinderen rekruteren, in sommige gevallen zelfs kinderen die vanwege de tsunami in vluchtelingenkampen verblijven?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Kent u de afspraken die in 2003 zijn gemaakt tussen Unicef, de regering van Sri Lanka en de Tamil Tijgers om alle kindsoldaten te demobiliseren, zodat deze kinderen via rehabilitatiecentra in staat worden gesteld weer normaal in de samenleving te functioneren?

Antwoord
Ja.

Vraag 3
Bent u bereid om in samenwerking met UNICEF en de regering van Sri Lanka, eventueel in EU-verband, stappen te ondernemen om de Tamil Tijgers te houden aan de in 2003 gemaakte afspraken, en te bevorderen dat aan de praktijken van het rekruteren van kinderen een einde wordt gemaakt? Zo ja, op welke termijn? Wilt u de Kamer over de door u te nemen stappen informeren?

Antwoord
Ja, het EU "action plan for children affected by conflict" is leidend in alle gesprekken over dit onderwerp met de LTTE. De beleidslijn is de LTTE op te roepen zich aan de in dit plan gemaakte afspraken te houden. Tijdens het recente bezoek van een LTTE-delegatie aan het ministerie is dit ook aan de orde gesteld. Ook in alle contacten die de ambassade heeft met de LTTE, zowel bilateraal als in EU verband, wordt deze kwestie uitdrukkelijk aan de orde gesteld.

Vraag 4
Deelt u de opvatting dat, hoewel er grote belangstelling is voor de problematiek inzake kindsoldaten, het effect van 'gender' op problemen die kindsoldaten ondervinden, nauwelijks is onderzocht? Zo ja, bent u bereid, eventueel in samenwerking met andere EU-landen, onderzoek te laten uitvoeren naar de invloed van 'gender' op problemen die kindsoldaten ondervinden, in bijzonder wat betreft postconflict mentale trauma's en psycho-sociale behoeften? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Wereldwijd zijn ongeveer 300.000 kindsoldaten betrokken bij gewapende conflicten. Uit de beperkte literatuur die aanwezig is op dit punt blijkt dat jongens en jonge mannen meer problemen hebben met het verwerken van trauma's dan meisjes. Jongens zouden de traumatische ervaringen externaliseren en omzetten naar meer geweld. Dit heeft genderspecifieke consequenties voor post-conflict reintegratie. Probleem daarbij is dat bij reintegratie de kinderen terugkeren naar hun thuissituatie en daar opgevangen zouden moeten worden. Dat impliceert een haast individuele opvang. Praktische beleidsaanbevelingen en benaderingen zijn op dit moment uiterst beperkt. Maar in het kader van de EU activiteiten inzake kinderen en gewapend conflict zal Nederland zich actief blijven inzetten voor de problemen van kindsoldaten en daarbij ook de genderspecifieke aspecten benadrukken.


---- --