Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karimi over de dreigende afbraak van het huis van een Israëlisch-Nederlandse familie in Israël. Deze vragen werden ingezonden op 18 april 2005, met kenmerk 2040513060.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Karimi (Groen Links) over de dreigende afbraak van het huis van een Israëlisch-Nederlandse familie in Israël

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat het huis van de familie Zubeidat-Kosterman, dat zij hebben gebouwd op hun eigen grond in de toenmalige gemeente Sakhnin (Noord-Israël) dreigt te worden afgebroken, ondanks herhaalde aanvragen (vanaf 1995) om het huis te mogen bouwen? 1)

Vraag 3

Bent u bereid, daar waar u op bilaterale basis of in EU-verband een voortdurende kritische mensenrechtendialoog met de Israëlische autoriteiten voert, waarbij het land wordt aangesproken op zijn internationaal-rechtelijke verplichtingen en op de noodzaak de achtergestelde positie van de Arabische minderheid in Israël (alsmede het landbeleid) ongedaan te maken, ook aandacht te vragen voor de situatie van deze Israëlisch-Nederlandse familie? Bent u bereid om dit gezin met alle mogelijke diplomatieke middelen bij te staan en te verhinderen dat hun huis wordt afgebroken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Zoals aangegeven in mijn antwoorden van 1 april 2005 (TK, vergaderjaar 2004-2005, nr. 1314) op vragen van het lid Karimi over de positie van de Israëlisch-Arabische minderheid in Israël is de regering zich bewust van de vaak moeilijke positie waarin deze minderheid zich bevindt. In de bilaterale contacten met Israël wordt aandacht geschonken aan deze problematiek en de Nederlandse ambassade te Tel Aviv steunt projecten die dit probleem adresseren. Recentelijk heeft de Nederlandse ambassade in Tel Aviv in algemene zin de bouwvergunningen-problematiek bij de Israëlische autoriteiten aan de orde gesteld.

Echter, in het specifieke geval van de familie Zubeidat kan ik noch de ambassade een rol spelen. Voor zover mij bekend heeft de familie Zubeidat deze zaak verschillende malen voor de rechter gebracht en is daar in het ongelijk gesteld. De Nederlandse regering treedt niet in uitspraken van de rechterlijke macht in Israël.

Vraag 2

Onderschrijft u dat het werk van Nederlandse ambassades onder andere bestaat uit de bescherming en behartiging van de belangen van de Nederlanders in het buitenland, zowel van de Nederlanders die zich in het ambtsgebied van de post hebben gevestigd als van landgenoten die tijdelijk in het gebied zijn? 2)

Antwoord

Het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat wil zeggen het departement en de Nederlandse vertegenwoordigingen, behartigt de belangen van Nederland en van Nederlanders in het buitenland. Nederlandse burgers die tijdelijk dan wel permanent in het buitenland verblijven, kunnen een beroep doen op consulaire bijstand. De Nederlandse vertegenwoordigingen spannen zich in om optimale consulaire bijstand te verlenen aan alle Nederlanders in het buitenland die daaraan behoefte hebben. Zij dienen zich hierbij te houden aan de regels en wetten van het betreffende land.


1) http://electronicintifada.net/v2/article3674.shtml
2) website van het ministerie van Buitenlandse Zaken


---- --