Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Çörüz over de doodstraf voor minderjarigen in China en Iran. Deze vragen werden ingezonden op 11 april 2005 met kenmerk 2040512390.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Çörüz (CDA) over de doodstraf voor minderjarigen in China en Iran.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport van Amnesty International waarin vermeld wordt dat in 2004 verschillende minderjarigen in China en Iran geëxecuteerd zijn, hoewel dit verboden is op grond van het Verdrag voor de Rechten van het Kind, waar beide landen partij bij zijn? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Kloppen deze berichten? Wat is uw standpunt hierover?

Antwoord

Voor zover mij bekend is in 2004 inderdaad één keer de doodstraf bij een minderjarige voltrokken in Iran en in 2005 eveneens. In China geldt dat de doodstraf bij wet is uitgesloten voor personen die tijdens het plegen van een vergrijp nog minderjarig zijn. Aangezien minderjarigheid in China niet altijd precies is vast te stellen, kan echter niet worden uitgesloten dat de doodstraf in een enkel geval ook aan minderjarigen wordt opgelegd. Precieze gegevens hieromtrent zijn moeilijk verkrijgbaar, omdat China geen cijfers over oplegging van de doodstraf openbaar maakt.

Vraag 3

Heeft de Nederlandse regering in het verleden haar bezwaren hierover aan de betrokken regeringen overgebracht? Hoe hebben deze regeringen hierop gereageerd?

Vraag 4

Bent u voornemens, in EU- dan wel in bilateraal verband, dit punt aan de orde te stellen bij de Chinese en Iraanse regeringen? Zo ja, op welke wijze gaat u dit doen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nederland en de EU voeren een actief beleid tegen de doodstraf in het algemeen en tegen oplegging van de doodstraf aan minderjarigen in het bijzonder. Nederland heeft als (locaal) EU-voorzitter Iran verschillende keren aangesproken op de doodstraffen voor minderjarigen, zowel in 2004 als 2005. Meest recent gebeurde dit op 20 april jl. Ik heb deze kwestie ook opgebracht tijdens het gesprek met mijn ambtgenoot Kharrazi tijdens diens bilateraal bezoek aan Den Haag op 28 april jl. Iran heeft aangegeven te werken aan wetgeving waarmee de doodstraf voor minderjarigen zou worden uitgesloten. Op dit moment zou deze wetgeving ter tafel liggen in het Iraanse parlement. Verscheidene dreigende executies van minderjarigen zijn opgeschort. Nederland zal, als locaal voorzitter namens de EU, deze zaken en de voortgang van de voorgenomen wetgeving nauwlettend volgen en de Iraanse regering hierop blijven aanspreken.

Tijdens mijn recente reis naar China, van 9 tot 14 april jl., heb ik mijn zorgen over de grootschalige toepassing van de doodstraf overgebracht aan mijn Chinese collega. Deze kwestie wordt daarnaast regelmatig opgebracht in zowel Nederlandse als EU-contacten met China. Ook vindt een diepgaande discussie over de toepassing van de doodstraf in China plaats gedurende de halfjaarlijkse EU-China Mensenrechtendialoog. China heeft recent besloten het Hooggerechtshof de bevoegdheid terug te geven om alle doodstrafgevallen te herzien, hetgeen naar verwachting zal leiden tot een afname van het aantal doodstraffen. De EU dringt verder aan op terugbrengen van het aantal soorten vergrijpen waarvoor de doodstraf kan worden opgelegd, met als uiteindelijke streven afschaffing van de doodstraf. Ik zal de kwestie van minderjarigen blijven volgen en bij China aan de orde stellen, in het bijzonder als mij hierover opnieuw berichten bereiken.


1) Amnesty International, 'The death penalty worldwide: developments in 2004'.


---- --