Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA 's-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer ARBO/KON/2005/27037

Onderwerp Datum Contactpersoon Algemeen Overleg over arbozaken 29 april 2005

Op 2 maart jl. heeft er een Algemeen Overleg plaatsgevonden met de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer over verschillende arbozaken. Met deze brief wil ik u informeren naar aanleiding van de toezeggingen die ik in dit overleg heb gedaan.

Metaalsector: plan van aanpak arbeidsomstandigheden
Sociale partners in de metaalsector hebben inhoudelijke overeenstemming bereikt over een plan van aanpak voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden. Een deel van de werkgevers in de metaalsector (Metaalunie) en FNV Bondgenoten hebben nu een gezamenlijk plan toegezonden. De formele instemming van de werknemersorganisaties met dit plan in een ander deel van de metaalsector wordt op dit moment nog belemmerd door het voorlopige resultaat van de CAO- onderhandelingen in die sector. Ik heb werkgevers opgeroepen om desondanks de uitvoering van het plan ter hand te nemen.

Liften: keuring vóór ingebruikname
Ik heb toegezegd met betrokken partijen in contact te zullen treden over de beslissing om de keuring vóór ingebruikneming van liften af te schaffen. De betrokken organisaties zijn medio april schriftelijk geïnformeerd over de overwegingen die tot deze beslissing hebben geleid.

Oplosmiddelen: Adviesaanvraag Gezondheidsraad over fertiliteit
Zoals toegezegd heb ik aan de Gezondheidsraad inmiddels gevraagd om de adviesaanvraag over de relatie tussen blootstelling aan oplosmiddelen en fertiliteit uit te breiden met de effecten van deze stoffen op het ongeboren kind. Het betreft hier een uitbreiding van de adviesaanvraag van voormalig Staatssecretaris Hoogervorst in 1999.

Bijdrage van BOA aan Stimuleringsprogramma Research en Development
Het Stimuleringsprogramma Research en Development "Arbeid en Gezondheid" is geïnitieerd door de Branche Organisatie Arbodiensten (BOA) en stimuleert structurele samenwerkingsverbanden en wisselwerking tussen praktijkorganisaties en wetenschappelijke instellingen op het terrein van arbeid en gezondheid. De Ministeries van SZW en VWS hebben hiervoor gezamenlijk voor de opstartfase in 2004 een subsidie van

2 ARBO/KON/2005/27037

280.000 ter beschikking gesteld, en voor de jaren 2005 en 2006 (uitvoeringsfase) een bedrag van 800.000 per jaar gereserveerd. Het programma gaat uit van gemiddeld 50% cofinanciering door de sector van arbodienstverlening zelf.

Ongewenste omgangsvormen: inventarisatie goede voorbeelden
De inventarisatie naar goede voorbeelden voor preventie en aanpak van ongewenste omgangsvormen zal volgens planning eind 2005 gereed zijn.

Causaal rekenmodel arbobeleidsvoering
Ten slotte wil ik u nog informeren over een nog uitstaande toezegging van voormalig Staatssecretaris Rutte1 over de ontwikkeling van een causaal rekenmodel over arbobeleidsvoering. De Tweede Kamer is in het vooruitzicht gesteld geïnformeerd te worden over de ontwikkeling van een causaal model voor de berekening van de impact van (aspecten van) arbobeleidsvoering en de effecten daarvan in termen van maatschappelijke kosten.
Met behulp van dit model kunnen nu eenvoudige scenario's worden doorgerekend. Zo kan worden berekend wat het effect is van een verzuimdaling met bepaald percentage op de omvang van de gevolgkosten. In de berekening van de maatschappelijke kosten worden in het rekenmodel de volgende hoofdcomponenten onderscheiden:


· De (gevolg)kosten van werkgevers van arbeidsuitval (werkgebonden kosten van ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid);
· De (gevolg)kosten van gezondheidszorg voor klachten en aandoeningen die hun oorzaak in het werk of de arbeidsomstandigheden vinden;
· De (investerings)kosten van preventie, arbozorg, wetgeving en handhaving.

Het model kent echter een aantal beperkingen. Zo kunnen met het model nog geen effecten worden berekend van investeringen in preventie en arbozorg op de omvang van de gevolgkosten. Het onderzoekstraject naar dit soort causale relaties heeft tot dusverre te weinig informatie opgeleverd om het datamodel op dit onderdeel te kunnen verbeteren. Een uitbreiding van het model en het causaal weergeven van effecten van maatregelen is wenselijk maar tot dusverre weerbarstig gebleken. Het vereist in elk geval nog nadere kwantitatieve analyse en gerichte gegevensverzameling.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)


1 Toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg van 17 april 2003 met de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer en het tweeminutendebat van 24 april 2003.