Gemeente Berkel en Rodenrijs


Concept herindelingsontwerp Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs Bleiswijk Tekstuele aanpassingen in rood door Ariane Dirker.

Opgesteld door de Communicatie en Regie werkgroep
in opdracht van de gemeenteraadsleden van de 3B gemeenten (februari 2004) en aangepast door de Visiegroep (maart 2005)22 december 2003
eerste
|                           |                                                       |
|                           |                                                       |
|                           |                                                       |
|                           |                                                       |
|                           |MOET HIER IETS KOMEN?  ZO NEE: DEZE PAGINA             |
|                           |VERWIJDEREN.                                           |
|                           |                                                       |
|                           |                                                       |
Amersfoort, 22 december 2003
Inhoudsopgave


1 Inleiding 1

1.1 Korte schets bestuurlijk traject 2
1.2 Inhoud concept herindelingontwerp 2


2 Situatie beschrijving 4

2.1 Basisgegevens huidige gemeenten 4
2.2 Beschrijving huidige gemeenten en toekomstige ontwikkelingen 4
2.3 Beeld nieuwe gemeente 5


3 Waarom een herindeling ? 7
3.1 Motieven voor een herindeling: "Meer kwaliteit kan" 7 3.2 Relatie met beleidskader gemeentelijke herindeling van ministerie van Binnenlandse Zaken 8
3.2.1 Draagvlak 9
3.2.2 Duurzaamheid 10
3.2.3 Bestuurskracht 10
3.2.4 Interne samenhang van de nieuwe gemeente 11 3.2.5 Regionale samenhang en evenwicht 12
3.2.6 Planologische ruimte behoefte 12


4 Financiën 13
4.1 Algemeen beeld 13
4.2 Rekeningresultaten 1999-2003 13
4.3 Overzicht belastingdruk 14
4.4 Financieel meerjarenperspectief 15
4.5 Algemene reserve 16
4.6 Vinex Risico's 16
4.7 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds 17 4.8 Conclusie 17


5 Bestuurlijk overleg en inspraakrondes 19 5.1 Uitkomsten consultatieronde 19
5.2 Reacties ter inzage legging herindelingsontwerp 20 5.3 Bestuurlijk overleg met de provincie, omliggende gemeenten en ondernemingsraden 200


6 Verdere procedure: inwerkingtreding, verkiezingen,personele aspecten 21
6.1 Inwerkingtreding nieuwe gemeente 21
6.2 Noodzaak en tijdstip verkiezingen 21 6.3 Naam nieuwe gemeente 21
6.4 Personele aspecten 22
6.5 Bouw nieuwe organisatie 22
Inleiding

Voor u ligt een tweede, door de Visiegroep t.o.v. de eerste versie aangevulde, proeve van een ontwerp-herindelingsontwerp (na vaststelling door de betrokken gemeenteraden te noemen: herindelingsontwerp)advies, gericht op vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, en Bleiswijk. Dit herindelingsontwerp is de uitkomst van de discussies over de bestuurlijke toekomst van de 3 gemeenten, zoals die in de afgelopen periode is gevoerd.

De besturen van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk hebben eerder in het proces meerdere malen de intentie uitgesproken om de huidige samenwerking verder vorm te geven en om te zetten in een samen-voeging van de drie gemeenten tot één nieuw te vormen gemeente, met behoud van de bestaande buitengrenzen.

Dit herindelingsontwerp lag ingevolge artikel 5 Wet Arhi ter gezamenlijke vaststelling voor bij de drie afzonderlijke gemeenteraden op 17 februari 2004.
Bergschenhoek besloot -in tweede instantie na het staken van stemmen- met 8 tegen 7 stemmen met voorstel aan te nemen, Berkel en Rodenrijs besloot het voorstel met 14 tegen 3 stemmen aan te nemen en Bleiswijk besloot het voorstel met 9 tegen 6 stemmen te verwerpen, waarbij die gemeente zich heeft laten leiden door de gevoelens bij de bevolking van Bleiswijk zoals die in de aanloop naar de besluitvorming werden geuit in o.a. een extern uitgevoerde telefonische enquête

Indien de gemeenteraden deze tweede versie van het herindelingsontwerp vaststellen, wordt het document toegezonden aan Gedeputeerde Staten en leggen de colleges van B&W het ontwerp gedurende 8 weken ter inzage.

Na deze periode zullen de ontvangen reacties, alsmede de resultaten van het overleg met de provincie, de buurgemeenten en de ondernemingsraden van de drie betrokken ambtelijke organisaties over het ontwerp - voor zover nodig
- in het ontwerp worden verwerkt. Vervolgens zal het ontwerp als een advies opnieuw voorgelegd worden aan de drie afzonderlijke gemeenteraden, ter vaststelling in tweede termijn.

Indien de gemeenteraden hetdit ontwerp-herindelingsadvies in tweede termijn vaststellen wordt dit advies aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland toegezonden. Gedeputeerde Staten zenden dit document samen met hun zienswijze daarop aan het Minister van BZK. De Ministerze besluit binnen vier maanden of er een formeel bemiddelingsvoorstel aan het kabinet wordt voorgelegd. Als het kabinet instemt met het voorstel voor een herindelingsregeling dient zij dit in bij de Tweede Kamer. Na behandeling van het wetsvoorstel in Tweede en Eerste Kamer wordt het wets-voorstel formeel bekrachtigd en treedt de herindeling op de beoogde datum in werking.


1 Korte schets bestuurlijk traject

Medio 2001Begin 2002 hebben de raden van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk besloten om een nader onderzoek in te stellen naar de behoefte aan een traject van vrijwillige herindeling in gevolge de Wet algemene regels herindeling (Wet Arhi). Tevens hebben zij de drie colleges van B&W opgedragen de nodige stappen te zetten om de besluitvorming voor de realisering van deze herindeling voor te bereiden. Dit heeft geleid tot de instelling van een voorlopige stuurgroep en projectgroep 3B-hoek en de start van een aantal voorbereidende notities, onderzoeken en besluiten.

De stuurgroep heeft de raadsleden in een tweetal bijeenkomsten geïnformeerd over de voortgang. Beide bijeenkomsten vonden plaats na de gemeentelijke verkiezingen van 2002 (15/7 en 30/9 2002). Enige maanden later hebben de raden besloten om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen in dit proces en allereerst hun eigen standpunt te bepalen. De fractievoorzitters van de gemeenteraden hebben hiertoe begin 2003 uit eigen kring een schrijfgroep, een financiële werkgroep en een communicatie- en regiewerkgroep ingesteld. Deze werkgroepen hebben voorbereidende documenten opgesteld en onderzoeken laten uitvoeren om op basis van deze informatie in gesprek te kunnen gaan met burgers, bedrijven en instellingen binnen de drie gemeenten. Deze consultatieronde heeft plaatsgevonden in de maanden november en december 2003.

Voor de besluitvorming van de raden en de consultatieronde zijn de volgende documenten opgesteld:

- een huis-aan-huis brochure Toekomst 3B gemeenten (oktober 2003)
- het visiedocument "Meer kwaliteit kan" over de bestuurlijke toekomst van de 3B-gemeenten (oktober 2003)

- "Financiën 3B-gemeenten", het financiële rapport van Deloitte & Touche (dd. 16 juni 2003), met oplegnotitie ter toelichting van de conclusies

(dd. 25 september 2003)

- "Bestuurlijke toekomst 3B-gemeente', een samenvatting van de hier bovengenoemde documenten (12 oktober 2003).

Zoals hierboven is vermeld werd het herindelingsontwerp verworpen door de raad van Bleiswijk. In de daarop volgende periode is er overleg geweest met het provinciaal bestuur hetgeen resulteerde in een opdracht aan dhr. Heijkoop om een nader onderzoek in te stellen. In zijn rapport "De balans opgemaakt" d.d. mei/23juni 2004, adviseerde dhr. Heijkoop de drie gemeenten opnieuw met elkaar in gesprek te gaan welk advies, mede op verzoek van het provinciaal bestuur, werd overgenomen. Daarnaast gaf het provinciaal bestuur opdracht tot een nader financieel onderzoek naar het financieel perspectief van de 3B-gemeenten. ("Samen gezond op weg", d.d. 20 oktober 2004),

In de periode januari/februari 2005 vonden een aantal gesprekken plaats in de zgn. Visiegroep, welke bestond uit van elke gemeente één vertegenwoordiger van Burgemeester en wethouders en twee vertegenwoordigers uit iedere raad met een onafhankelijk voorzitter. Deze Visiegroep rapporteerde in haar nota "In de kern(en) gezond" van 24 februari 2005.


2 Inhoud concept herindelingsontwerp

In hoofdstuk twee wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie en relevante ontwikkelingen voor de huidige gemeenten. Ook wordt een beeld geschetst van de nieuwe gemeente. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op de argumenten om te kiezen voor de start van een traject tot een gemeentelijke herindeling. Daarbij is een relatie gelegd met de toetsingscriteria uit het beleidskader gemeentelijke herindeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken. H Hoofdstuk oofdstuk 44 gaat nader in op de financiële aspecten van de herindeling en in Hoofdstuk hoofdstuk 5 en 6 worden de te volgen inhoudelijke en procedurele stappen nader toegelicht.

Om de omvang van het document beperkt te houden en doublures met eerdere publicaties over de herindeling van Bergschenhoek, Bleiswijk en Berkel en Rodenrijs te voorkomen wordt zoveel mogelijk verwezen naar documenten die in het voortraject zijn opgesteld.

Om dit concept herindelingsontwerp tegelijkertijd als een zelfstandig leesbaar document te laten fungeren ishebben wij in een aantal gevallen bewust wel gekozen voor het overnemen van een passage uit eerdere documenten of zijn de relevante passages voor u samengevat. In die gevallen wordt dit expliciet aangegeven.
Situatie beschrijving


1 Basisgegevens huidige gemeenten

Als vertrekpunt wordt hieronder eerst kort een aantal kenmerken van de huidige gemeenten beschreven. Als peildatum is (waar mogelijk) de datum van
1 januari 2005 gehanteerd.

Tabel 1. Basale kenmerken huidige gemeenten

|Bergschenhoek  |Berkel en      |Bleiswijk      |
|               |Rodenrijs      |               |
|Aantal         |Aantal         |Aantal         |
|inwoners:      |inwoners:      |inwoners:      |
|16.267         |18.039         |10.314         |
|prognose       |prognose       |Prognose       |
|inwonertal     |inwonertal     |inwonertal     |
|2015: 25.000   |2015: 35.000   |2015: 12.500   |
|grondgebied    |grondgebied    |Grondgebied    |
|1551 ha        |1890 ha        |2196 ha        |
|oppervlakte    |oppervlakte    |Oppervlakte    |
|bedrijventerrei|bedrijventerrei|bedrijventerrei|
|n              |n              |n              |
|nu: 40 ha      |Nu 25 ha       |nu: 96 ha      |
|2015: 50 ha    |(bruto)        |2015: 250 ha   |
|               |2015: 120 ha   |               |
|               |(bruto)        |               |
|oppervlakte    |oppervlakte    |Oppervlakte    |
|recreatieterrei|recreatieterrei|recreatieterrei|
|n              |n              |n              |
|nu: 400 ha     |nu: 1 ha       |nu: 110 ha     |
|2015: 600      |2015: 300 ha   |2015:360 ha    |
|oppervlakte    |oppervlakte    |Oppervlakte    |
|glas           |glas           |glas           |
|nu: 250 ha     |nu: 230 ha     |nu: 325 ha     |
|2015: ca. 250  |2015: 275 ha   |2015: 575 ha   |
|ha             |               |               |

2 Beschrijving huidige gemeenten en toekomstige ontwikkelingen

De drie gemeenten hebben alle een duidelijke dorpskern met een eigen sfeer en identiteit. Tegelijkertijd kenmerken de drie gemeenten zich door een sterke oriëntatie op de glastuinbouw en agrobusiness. Zij vormen gezamenlijk een buffer tussen de oprukkende verstedelijking vanuit Rotterdam en Zoetermeer.
Er bestaan duidelijke historische banden tussen de drie gemeenten. Er zijn in sociaal-maatschappelijk en cultureel opzicht tamelijk sterke overeenkomsten. Dit geldt ook voor het type bewoners, de sfeer en identiteit van de huidige gemeenten.

Alle drie gemeenten staan voor grootschalige ontwikkelopgaven op gebied van woningbouw, aanleg van bedrijventerreinen en realisatie van recreatieve gebieden. De focus in ontwikkelopgave verschilt overigens per gemeente. Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs kennen een grote woningbouwopgave en in Bleiswijk ligt de nadruk op uitbreiding van haar glastuinbouw areaal, bedrijventerreinen en recreatiegebied.

Voor een meer uitvoerige beschrijving van het karakter van de drie betrokken gemeenten en de toekomstige ontwikkelingen binnen de afzonderlijke gemeenten wordt verwezen naar bijgevoegd visiedocument, "Meer kwaliteit kan" alsmede naar de nota van de Visiegroep "In de kern(en) gezond".


3 Beeld nieuwe gemeente

De nieuwe, meerkernige gemeente, zal de komende jaren een sterke schaalsprong maken van thans circa 44.650 inwoners naar circa 72.500 inwoners in 2015.

De vestiging van een groot aantal forensen op met name het grondgebied van Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs werkt sterk door op de bevolkingssamenstelling, de woon- en werkbalans en de identiteit van de nieuwe gemeente. Voor Bleiswijk speelt dit effect minder, omdat in deze gemeente geen sprake is van een Vinex-opgave.

De glastuinbouw en agrobusiness blijven in de komende jaren de grote economische trekker en pijler van de lokale c.q. gezamenlijke economieën. Daarbij heeft de nieuw te vormen gemeente de ambitie om op het vlak van de glastuinbouw samenwerking te zoeken op provinciaal, nationaal en internationaal niveau om tot de wereldtop te behoren. De vestiging van nieuwe bedrijvigheid op onder meer de grote bedrijventerreinen langs de A- 12 en het omvangrijke (modern-gemengde) bedrijventerrein Oudeland geeft belangrijke nieuwe impulsen en draagt bij aan verbreding en uitbreiding van het bestaande werkgelegenheidsaanbod. Hoe de ontwikkelingen c.q. opgaven inzake de glastuinbouw zich in de periode na 2015 zullen ontwikkelen, is niet in deze beschouwing meegenomen.

De nieuwe gemeente beschikt over een groot potentieel aan bestaande en aan te leggen gebieden, die geschikt zijn voor openluchtrecreatie. Te denken valt aan het Rottemerengebied, de Rottewig, de zogenaamde Vlinderstrik, het Landscheidingspark en de Groenblauwe Slinger. Het verder ontwikkelen van dit potentieel is noodzakelijk om tegenwicht te bieden aan de voortgaande verstedelijking in dit gebied. Daartoe zullen de bestaande groengebieden waar mogelijk met elkaar verbonden moeten worden. Daarnaast is deze ontwikkeling ook van groot belang voor de recreatieve behoefte van de nieuwe inwoners in de Vinexwijken in de totale regio. Tot slot draagt het bij aan profilering van de recreatieve functie van de nieuwe gemeente als groenblauwe buffer.

Het grondgebied van de nieuwe gemeente grenst aan respectievelijk reikt aan de noordkant deels over de rijksweg A12 heen. Aan de zuidzijde zal de nieuwe gemeente in de toekomst - bij aanleg van de verbinding A13/A-16 - direct aan het rijkswegennet grenzen. Voor wat betreft de grote infrastructurele werken op het vlak van het rijkswegennet wordt momenteel overigens nog steeds studie gedaan naar de meest optimale verbinding Rotterdam-Den Haag. Wat de gevolgen voor de nieuw te vormen gemeente zullen zijn is nog onduidelijk.

In de nabije toekomst moet substantieel worden geïnvesteerd in een goede externe aantakking op de A12 en A16/A13 ter voorkoming van binnengemeentelijke congestie en sluipverkeer. De in uitvoering zijnde N470 is eveneens van groot belang voor de nieuwe gemeente, omdat deze weg straks de A12, A16 en A13 (nu nog via de N209) ontsluit.

Door de Vinex-groei neemt het vervoersaanbod vanuit de drie kernen sterk toe. De groeiende concentraties van bedrijvigheid en (openlucht) recreatie in de periode tot circa 2010 versterken deze ontwikkeling. In dat licht is de ZoRo lijn een noodzakelijke aanvulling op het bestaande vervoersaanbod. Bij samenvoeging van de huidige gemeenten is een goede onderlinge ontsluiting van de huidige kernen door middel van openbaar vervoer een noodzakelijke voorwaarde. De verbetering van het aanbod aan openbaar vervoer zal derhalve nadrukkelijke aandacht moeten krijgen.

Om deze ontwikkelingen in de gewenste richting te kunnen realiseren hechtten alle drie gemeenten sterk aan het handhaven van de huidige buitengrenzen voor de heringedeelde gemeente.

Waarom een herindeling ?


1 Motieven voor een herindeling: "Meer kwaliteit kan"

De gemeenteraden hebben de voors- en tegens van een gemeentelijke herindeling laten onderzoeken, om hun eigen standpunt te kunnen bepalen. Het motief voor een herindeling is hieronder samengevat ..

"Een gemeentelijke herindeling is noodzakelijk om er voor te zorgen dat de gemeente in de toekomst vitaal, veilig, sociaal en leefbaar kan blijven. De raden zijn van mening dat een sterkere gemeentelijke organisatie
- beter in staat is grote en complexe opgaven uit te voeren en tegelijkertijd het dorpse en agrarische karakter te behouden
- een sterkere gesprekspartner kan zijn in de regio en daardoor beter de lokale en regionale plannen op elkaar af te te kan stemmen
- een sterkere gesprekspartner kan zijn in de regio en daardoor beter de eigen belangen en positie van de totale gemeente zowel als de diverse kernen daarvan kan handhaven c.q. verbeteren

- met een beter toegerust en inzetbaardeskundiger ambtenarenapparaat in de toekomst voor een betere bedrijfsvoering en dienstverlening kan zorgen".

In het eerder aangehaalde visiedocument "meer kwaliteit kan" zijn verschillende varianten voor de bestuurlijke toekomst van de 3B-Hoek uitgewerkt, te weten:

- een zelfstandig voortbestaan van de huidige gemeenten
- de vorming van een nieuwe gemeente

- een zelfstandig voortbestaan van de huidige gemeenten met daarbij intensievere vormen van intergemeentelijke samenwerking. Daarnaast zijn een aantal door de Bleiswijkse burgers beleefde knelpunten door de Visiegroep uitgediscussieerd en in haar document "In de kern(en) gezond" verder uitgewerkt.

Per variant wordt in het visiedocument een overzicht gegeven van de effecten op de volgende punten:

- gemeenschap

- grondgebied

- bestuurlijke en ambtelijke organisatie en

- positie in de regio.

Uit de vergelijking en beoordeling van de effecten van de bestuurlijke varianten wordt duidelijk dat de bestuurlijke variant: vorming van een nieuwe gemeente voor de toekomst de meest wenselijke variant is. Op alle aspecten kan deze variant op de toekomstige ontwikkelingen het beste anticiperen.
De Visiegroep heeft in haar nota van 24 februari 2005 de uitwerking van een aantal besproken thema's daaraan toegevoegd. Dat resulteert in het geven van aandacht aan aspecten als huisvesting bestuurlijk en ambtelijk apparaat in de (tijdelijke) startfase en (voor de lange termijn) in structurele zin, de handhaving van het voorzieningen niveau, de aanscherping van de ruimtelijke en bedrijfseconomische ambities van de nieuw te vormen gemeente, de handhaving van de dienstverlening, de kwalitatieve verbetering van het ambtelijk apparaat en de relatie burger/bestuur.

Voor meer informatie over de effecten per bestuurlijke variant wordt verwezen naar het visiedocument "Meer kwaliteit kan" alsmede naar de nota "In de kern(en) gezond" van 24 februari 2005 .


2 Relatie met beleidskader gemeentelijke herindeling van ministerie van Binnenlandse Zaken

In het beleidskader gemeentelijke herindeling van het ministerie van BZK is een aantal criteria benoemd voor het toetsen van een voorstel tot gemeentelijke herindeling. De genoemde criteria komen inhoudelijk voor een groot deel overeen met de criteria die in het visiedocument "Meer kwaliteit kan" zijn gehanteerd en aan de orde zijn geweest in de consultatieronde met inwoners van de gemeenten. Hieronder wordt kort ingegaan op de verschillende toetsingscriteria van het Ministerie van Binnenlandse ZakenZK.


1 Draagvlak

De gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, en Bleiswijk hechten een groot belang aan het draagvlak voor een herindeling onder burgers, bedrijven en instellingen. Daarom heeft in de maanden november en december
2003 een consultatieronde plaatsgevonden. De leden van de gemeenteraden zijn hierbij in gesprek gegaan met burgers, instellingen, bedrijven en het verenigingsleven binnen de drie betrokken gemeenten. Mede op basis van deze gesprekken hebben de gemeenteraadsleden en de fracties hun standpunt bepaald over de wenselijkheid van het al dan niet starten van een vrijwillige gemeentelijke herindeling.

Concreet ging het om een drietal informatieve bijeenkomsten in de afzonderlijke gemeenten en nog een drietal aanvullende bijeenkomsten voor specifieke groepen in de gemeente Bleiswijk. Communicatie over het proces en de voor- en nadelen van de diverse bestuurlijke varianten heeft onder meer plaatsgevonden via een huis-aan-huis brochure "Toekomst 3B gemeenten", het ter beschikking stellen van het visiedocument "Meer kwaliteit kan" en diverse berichten in de lokale media (Heraut) en op de website's van de betrokken gemeenten. Voorts hebben de fracties zelf meerdere bijeenkomsten in hun eigen gemeente georganiseerd met burgers en bedrijfs- en verenigingsleven om te spreken over de voors en tegens van de herindeling. Zo hebben vier fracties in hun gemeente een vorm van straatenquête gehouden onder het winkelende publiek, waarbij in drie gevallen medio januari 2004 vragen zijn gesteld hoe de nieuwe gemeente er zou moeten uitzien. Naar aanleiding van gevoerde discussies in de gemeente Bleiswijk tussen de fracties en bedrijven in de agrarische sector (WLTO) heeft de commissie Herindeling van de gemeente Bleiswijk besloten in de tweede helft van januari 2004 een a-selecte steekproef door een onafhankelijke organisatie binnen de eigen gemeente te laten uitvoeren voor een vorm van draagvlakmeting. Ook hebben de politieke partijen over herindeling in hun ledenvergaderingen met hun gemeenteraadsleden en hun overige leden uitvoerig gesproken. Dit mede naar aanleiding van de positieve grondhouding, ingenomen in hun verkiezingsprogramma's voor de gemeenteraad.

Uit een schriftelijke inventarisatie onder alle fractievoorzitters van de drie gemeenten blijkt dat er in iedere gemeente ondanks de beperkte opkomst bij de informatiebijeenkomsten toch op een redelijke schaal is gesproken met burgers en instellingen. In totaal iszijn er met ongeveer 158500 mensen gesproken. De meeste mensen hebben geen bezwaar tegen de herindeling of zijn positief over Er is geen overtuigende meerderheid tegen de herindeling. Velen zien een nieuwe gemeente als een logische ontwikkeling of als een noodzakelijke schaalvergroting. Door burgers en bedrijven zijn echter ook diverse kanttekeningen geplaatst. Voorbeelden hiervan zijn de zorg van ondernemers. Met name in de agrarische sector in Bleiswijk is de vraag aan de orde of hun belangen nog wel voldoende worden behartigd in de nieuwe 3B gemeente. Ook het behouden van een goede dienstverlening tegen redelijke tarieven en acceptabel niveau van gemeentelijke belastingen in de nieuwe 3B gemeente wordt als punt van zorg genoemd. Ook is meerdere malen het behoud van het karakter van de eigen dorpskern en/of leefgemeenschap als belangrijk punt van aandacht naar voren gebracht. In de door de gemeenteraadsleden gevoerde gesprekken zijn ook veelook de nodige voorstanders aanhoord, die voor een zo spoedig mogelijke fusie zijn. Als voorbeeld kan de bedrijvenondernemersvereniging (VNO/NCW) te Bergschenhoek met een expliciete uitspraak in deze zin worden genoemd. Met name de in Bleiswijk gehoorde argumenten van de tegenstanders zijn aanleiding geweest tot een verdere uitdieping van een aantal thema's door de Visiegroep in de afgelopen maanden. Deze gesprekken hebben geleid tot een richtinggevend kader hetwelk is beschreven in de nota "In de kern(en) gezond" Vervolgens is er opnieuw een inspraakronde geweest middels een tweetal hoorzittingen op 7 en 8 maart 2005 in Bleiswijk en een inloopavond op 10 maart 2005 in Berkel en Rodenrijs. Vervolgens zijn de inspraakresultaten tezamen met de uitgebrachte nota's en het bijgestelde concept-herindelingsontwerp aan de raden ter besluitvorming voorgelegd.

Ten tijde van het schrijven van deze ontwerpnotitie kan nog geen definitief oordeel worden gegeven over het draagvlak. Wel kan al naar aanleiding van het verloop van de bijeenkomsten voorzichtig geconcludeerd worden dat er geen overwegende bezwaren lijken te bestaan bij de bevolking tegen een eventuele gemeentelijke herindeling. Het lijkt erop dat de meerderheid van de burgers en andere betrokkenen voor de vorming van een nieuwe gemeente is.

Meer informatie over het draagvlak zal verstrekt worden na de verwerking van de reacties tijdens de ter inzage legging van het herindelingsontwerp.


2 Duurzaamheid

Het criterium duurzaamheid verwijst expliciet naar de mogelijkheid dat er in de naaste toekomst een nieuwe of een grotere fusie ontstaat van gemeenten, waardoor de voorgestelde herindeling achterhaald zou zijn. Op dit moment zijn hiervoor geen expliciete signalen. In het geplande bestuurlijk overleg met de buurgemeenten, dat zal plaatsvinden gedurende de ter inzage legging van het herindelingsontwerp, zal dit aspect voor zover nodig worden getoetst.


3 Bestuurskracht

Het bestuur en de ambtelijke organisatie van de nieuwe gemeente heeft - met een inwonertal in 2015 van circa 72.500 inwoners - en bij realisering van de in paragraaf 2.2 en 2.3 omschreven opgaven - een duidelijk ander karakter dan thans de huidige drie gemeenten.

Op de schaal en het niveau van de nieuwe gemeente ontstaat één gemeentelijke organisatie, die centraler en integraler werkt dan in de samenwerking van de huidige drie gemeenten het geval is.

In de nieuwe structuur kunnen en zullen hogere eisen gesteld worden aan de kwaliteit van het ambtelijke apparaat en de bestuurlijke aansturing daarvan, maar ook de bestuurlijke vertegenwoordiging in de diverse regionale en provinciale overleggen en organen. Bestuurders kunnen op een meer integrale manier problemen aanpakken. Denk daarbij aan de verstedelijkingsproblematiek, waarbij het bewaken van het veiligheidsgevoel onder burgers en het handhaven van de openbare orde een belangrijk onderdeel wordt maar ook aan aspecten als het behoud van de identiteit van de onderscheidene kernen, de ruimtelijke en economische (agrarische en recreatieve) belangen, het voorzieningenniveau en de relatie burger / bestuur..

De raad van de nieuwe gemeente kent een grotere omvang dan de omvang van ieder van de drie huidige raden. In een breder samengestelde raad is de kans groter dat kennis en ervaring op alle benodigde disciplines door de gemeenter, waardoor raadsleden wordt ingebracht. Tevens mag van de raad in de nieuwe gemeente verwacht wordenzich mogelijk naar behoefte meer kunnen richten op dat de integrale dorpsoverstijgende problematiek integraal wordt aangepakt. Het veel energie vragende afstemmingsproces over dorpsoverstijgende problematiek tussen de drie huidige gemeente kan dan tot het verleden behoren. Het zal van het functioneren van de nieuwe raad afhangen of deze voordelen gebruikt worden om enerzijds meer op hoofdlijnen te sturen en om daarbij dehaar taakstellende en controlerende taak naar het College van B en W optimaal uit te oefenen. Anderzijds mag van het functioneren van de nieuwe raad en het college daadkracht verwacht worden om de nieuwe gemeente als een krachtige speler zowel regionaal, maar ook provinciaal, nationaal en internationaal (onder andere ontwikkelingen in tuinbouwsector en transport) gestalte te geven. Los van dit alles zal de raad in de nieuwe gemeente ook invulling moeten geven aan haar wetgevende, beleidsbepalende, en volksvertegenwoordigende rol.

De omvang en samenstelling van de bestaande ambtelijke organisaties zal eveneens veranderen en beter afgestemd kunnen worden op de brede en integrale maatschappelijk opgaven die zich op het gebied van ontwikkeling, beheer, dienstverlening en uitvoering aandienen.

Bestuur en management van de nieuwe gemeente zullen in hun (be)sturing de aandacht richten op het voorbereiden, begeleiden en uitwerken van de schaalsprong, maar ook op een -binnen de door het bestuur te bepalen kaders- sterke vertegenwoordiging in de belangenbehartiging in regionaal verband. Met name de uitdaging inzake het voorbereiden, begeleiden en uitwerken van de schaalsprong zal in de periode tot 2007-2015 centraal staan naast de realisatie en bewaking van de ambities van de nieuw te vormen gemeente alsmede de handhaving van de identiteit van de kernen. Vorming van één gemeente maakt het ook mogelijk de ontwikkeling van de opgaven op het terrein van wonen, werken en recreëren vanuit één bestuurlijke hand aan te sturen. Daarbij vormt de zorg voor meer veiligheid en een goed functionerende (verkeers- en openbaar vervoers-)infrastructuur een bijzonder punt van aandacht.


4 Interne samenhang van de nieuwe gemeente

De grotere omvang en de grotere schaal maken professionalisering en verbetering van de kwaliteit van de bestaande ambtelijke organisaties mogelijk. Bestaande kwetsbaarheden in de ambtelijke ondersteuning kunnen beter worden ondervangen en er ontstaat meer ruimte voor ontplooiing, ontwikkeling en specialisatie van medewerkers. Wel zal er gegeven de financiële positie van de nieuw te vormen gemeente ingezet moeten worden op het realiseren van de inverdieneffecten i.v.m. de samenvoeging.

Wat de voorzieningen betreft kan in een grotere gemeente op het gebied van onder meer zorg, onderwijs, cultuur, volksgezondheid, en ouderen- en jongerenbeleid meer worden gedaan en een breder pakket worden aangeboden dan bij handhaving van drie aparte gemeenten.

Cruciaal voor de beleving van de burger is hoe in de nieuwe gemeente het beheer van de fysieke openbare ruimte, de zorg voor de voorzieningen en de kwaliteit van de dienstverlening worden ingevuld. De schaal van de nieuwe gemeente maakt het mogelijk hiervoor nieuwe concepten te ontwikkelen, waarbij klantgericht denken en kern- of wijkgericht werken op professionele en innovatieve wijze worden gecombineerd.

Uit ervaringen en experimenten elders (bijvoorbeeld Westland en Moerdijk) komt naar voren, dat het bij de vorming van een nieuwe gemeente verstandig is om te kiezen voor een groei- of ontwikkelingsmodel. Dit biedt ruimte om, aan de hand van de praktijkervaring, het gekozen dienstverleningsconcept tussentijds bij te stellen. V.w.b. de voorzieningen wordt voorgesteld om de bestaande afspraken in de diverse gemeenten te respecteren en indien versobering nodig zal zijn dit in te vullen op een voor alle kernen evenredige wijze. Daar waar het de langere termijn betreft dan wel nieuwe voorzieningen spelen worden de toetsingscriteria meer bepaald door de wensen van de verenigingen en de vraag naar voorzieningen.
De nieuwe gemeente zal tevens kaders moeten creëren voor de kwaliteit van het beheer en de continuïteit van dienstverlening aan de burger op centraal en decentraal niveau. Uitgangspunt hierbij is, dat het niveau en de kwaliteit van dienstverlening aan de burger sterk worden verbeterd. Mede in het licht van nieuwe en aankomende wetgeving (Wet Werk en Inkomen en Wet Maatschappelijke Ondersteuning), waarbij gemeenten een accent krijgen als loket voor de uitvoering van rijkstaken die de meest kwetsbare burgers raken is het zorgdragen voor een goede dienstverlening in de kernen een bijzonder punt van aandacht.


5 Regionale samenhang en evenwicht

Het inwonertal en de omvang van de nieuwe gemeente bevordert, dat in de verhouding met haar partners op regionaal niveau een stevigere bestuurlijke partner ontstaat. Er zal met de partners op stadsregionaal niveau een meer gelijkwaardige verhouding ontstaan. De regionale keten van samenwerking en afstemming wordt dan eveneens versterkt.

Een goede participatie in de samenwerking en overleg in stadsgewestelijk verband is mede van belang, omdat het proces van beleidsontwikkeling steeds meer in elkaar grijpt en steeds minder vaak een exclusieve bevoegdheid van één der overheidspartners is.

Op pagina 10 van het visiedocument "meer kwaliteit kan" wordt een overzicht gegeven van de wijze waarop de huidige gemeenten participeren in bestuurlijke en maatschappelijke overleggen. Voor zover nu bekend zullen hierin geen grotere verschuivingen optreden en zal er naar verwachting niet echt sprake zijn van een zogenaamde "restproblematiek". Met dit laatste wordt gewezen op de mogelijkheid dat door een eventuele fusie van gemeenten bepaalde regionale initiatieven en samenwerkingsverbanden stil komen te liggen of geblokkeerd worden.


6 Planologische ruimte behoefte

Uit de eerder geschetste toekomstige ontwikkelingen (par. 2.2/2.3) wordt duidelijk dat alle drie gemeenten voor een groot aantal ruimtelijke opgaven staant. Samenvoeging van de drie huidige gemeenten maakt het mogelijk de aanpak van deze ruimtelijke ontwikkelprojecten te verbreden en meer op elkaar af te stemmen.

Een groter grondgebied maakt de gemeente tevens tot een interessante(re) partner in de regio. De economische potentie van het gebied kan zowel naar binnen de nieuwe gemeente als naar buiten toe scherper worden neergezet. De behoefte aan goede infrastructurele voorzieningen kan eveneens sterker over het voetlicht worden gebracht.

Een grotere gemeente heeft de kans om - met behoud van wat cultuurhistorisch van waarde is (oude kernen, bijzondere landschappelijke elementen) - tot een meer evenwichtige inrichting van de ruimte te komen, waarin voorzieningen goed gespreid zijn, de infrastructuur regionaal, interlokaal en lokaal verkeer uit elkaar haalt en een goede balans ontstaat tussen wonen, werken, en recreëren.

De mogelijkheden tot het binnenhalen van wenselijke ontwikkelingen en het voorkomen van ongewenste ingrepen van buitenaf nemen eveneens toe c.q. kunnen beter worden gegarandeerd.

Financiën


4.1. Algemeen beeld

Door PriceWaterhouse Coopers (PWC) is in augustus 2002 een financieel onderzoek uitgevoerd naar de financiële situatie bij de drie gemeenten. In mei 2003 is door Deloitte & Touche een aanvullend onderzoek gedaan waarbij ook gekeken is naar de kosten van het fusieproces en de financiële consequentie van een fusie op langere termijn. In oktober 2004 is vervolgens in opdracht van de provincie een onderzoek door BMC gedaan waarbij de voorgaande rapporten nog eens tegen het licht werden gehouden.

In deze onderzoeken is gekeken naar de meerjarige exploitaties, de investeringen, de balansposities en de grondexploitaties. Voor een gedetailleerd inzicht wordt verwezen naar het visiedocument "In de kern(en) gezond" en de financiële bijlagen bij de nota d.d. 14 februari 2005.

Een algemene conclusie uit de financiële onderzoeken is dat alle drie de gemeenten een zorgelijke financiële positie hebben. De meerjarenbegrotingen van Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk laten alle meerjarige tekorten zien. Dit is gewijzigd ten opzichte van het voorjaar 2004. De geprognosticeerde tekorten in Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs zijn verminderd terwijl Bleiswijk nu ook in een tekortsituatie is beland. Ten opzichte van een jaar geleden zijn de risico´s in de grondexploitaties van Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs beduidend afgenomen doordat er door beide gemeenten een convenant met de stadsregio is gesloten. Hierdoor wordt het duidelijk dat benoemde risico's afdoende kunnen worden afgedekt. Dit ligt anders bij de gemeente Bleiswijk. Daar is het risico juist toegenomen door de onzekerheid die de exploitatie van Prisma met zich meebrengt.

Van belang is de financiële levensvatbaarheid van de drie gemeenten afzonderlijk en gemeenschappelijk.
In de navolgende paragrafen wordt inzicht gegeven in de jaarrekening resultaten van de afgelopen jaren, het weerstandvermogen, waaronder de onbenutte belastingcapaciteit, het financieel meerjarenperspectief en de consequenties voor de algemene uitkering.

4.2. Rekeningresultaten 1999 - 2003

Voor een betere interpretatie van het meerjarenperspectief is het goed op de hoogte te zijn van de concreet gerealiseerde resultaten uit het verleden

Hierbij dient wel rekening gehouden te worden met het feit dat via begrotingswijzigingen, onder andere bij de najaarsnota, de begroting reeds voor een belangrijk deel wordt bijgesteld op basis van geprognosticeerde jaarrekening cijfers.
Veelal wordt, indien er sprake is van een positief resultaat het geld direct bestemd voor een op dat moment actueel en noodzakelijk doel. De onderstaande cijfers, zijn de cijfers zonder deze "mutaties-op-het-laatste- moment".

Tabel 1: Jaarrekening resultaten (x E 1.000)

Het positief resultaat van Bleiswijk in 2003 is het gevolg van uitgestelde investeringen, lagere rentekosten en een verschil in rentetoerekening Grondbedrijf ten opzichte van rente Aangetrokken Financieringsmiddelen. Van het resultaat is E 700.000 gestort in een reserve woonlastenegalisatiefonds om meerjarige tekorten te dekken c.q. te verminderen.

Het resultaat in Bergschenhoek wordt voornamelijk veroorzaakt door incidentele meevallers, zoals uitgestelde investeringen, een lagere afdracht aan de Stadsregio, minder uitkeringen op het gebied van sociale zorg en een voordeel op de kostenplaats rente.

Het positief resultaat over het jaar 2003 van Berkel en Rodenrijs wordt veroorzaakt door uitgestelde investeringen en een meevallende dividenduitkering van Eneco.

De conclusie is dat, hoewel het verleden geen garantie geeft voor de toekomst, de gemeenten tot op heden redelijk het hoofd boven water hebben kunnen houden.

4.3 Overzicht belastingdruk

Onderstaand volgt een overzicht van de belastingdruk in E van een woning met een waarde van E 250.000. Het totaal van de lastendruk is exclusief de " Zalmsnip"

Tabel 2: Belasting druk: (in euro's in 2005)


* De OZB tarieven betreffen voorlopige cijfers.

Op 3 februari 2005 heeft de raad van Bleiswijk de tarieven vastgesteld, t.w. E 4,00 voor woningen en E 6,13 voor niet-woningen. Vervolgens bleek dat in 2000 bij het berekenen van het tijdvakpercentage van verkeerde WOZ- waarden is uitgegaan. Nu dit is hersteld, dienen ook de tarieven te worden aangepast. Dit betekent een verlaging van het tarief woningen van E 4,00 naar E 3,64. Voor het tarief niet-woningen zou dit een verhoging betekenen van E 6,13 naar E 7,12.
Uitgaande van deze herziene cijfers zou de OZB bij een woning van E 250.000 uitkomen op E 401 en de totale lastendruk op E 901 Omdat het verhogen van een reeds vastgesteld tarief niet is toegestaan, blijft het tarief voor niet-woningen voor 2005 gehandhaafd op E 6,13. Dit betekent een lagere geraamde OZB-opbrengst van E 150.000 voor 2005. In de berekening van de tarieven is rekening gehouden met mogelijk toe te kennen bezwaarschriften, leegstand, afronding e.d. Hiervoor is een buffer opgenomen van E 200.000. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat de lagere OZB-opbrengst van E 150.000 binnen de buffer van E 200.00 kan worden opgevangen, zodat het saldo van de begroting 2005 niet zal wijzigen. De raad van Bleiswijk wordt in zijn vergadering van 17 maart 2005 voorgesteld goedkeuring te geven aan het aangepaste tarief voor de woningen.

De reinigingsheffing is gebaseerd op een meerpersoonshuishouden. De tarieven voor de reiniging, hoewel alledrie de gemeenten zijn aangesloten bij Irado, verschillen omdat niet op dezelfde wijze wordt omgegaan met de verrekening van de niet-compensabele BTW en de doorberekening in de tarieven van de kwijtschelding. De reinigingsheffing en rioolrecht zijn in alle drie de gemeenten ongeveer kostendekkend.

De conclusie is dat de totale lastendruk in de 3B-gemeenten elkaar niet veel ontloopt. Het verschil bedraagt maximaal 3%.
Bleiswijk is op basis van de nog te corrigeren OZB 2,2% hoger dan Berkel en Rodenrijs en 2,6% hoger dan Bergschenhoek.
Uitgaande van het aangepaste tarief van Bleiswijk is Bleiswijk 1,8% lager dan Bergschenhoek en 2.2% lager dan Berkel en Rodenrijs. Ook de legestarieven verschillen individueel wel, maar stemmen gemiddeld redelijk overeen. Na de herindeling zullen de tarieven moeten worden geharmoniseerd.

4.4 Financieel meerjarenperspectief

De navolgende tabel is gebaseerd op de meest actuele en gedetailleerde gegevens, namelijk de vigerende meerjarenbegrotingen, zoals deze zijn goedgekeurd in november 2004.

Tabel 3. Meerjaren ramingen conform meerjarenbegrotingen (x E 1.000)

Bovenstaande cijfers zijn de begrote exploitatiesaldi voor de jaren 2005 t/m 2008.
De volgende uitgangspunten zijn hierbij gehanteerd: Heroverwegingsoperaties en de veronderstelde effecten van toekomstige bezuinigingen (stelposten) zijn in de tabel niet meegenomen, alleen gerealiseerde effecten.
Dekking/compensatie van geprognosticeerde tekorten vanuit de algemene reserve (Bleiswijk, 2005) of vanuit de reserve verfijningsuitkering (Berkel en Rodenrijs, 2006-2008) is meegenomen.
De korting op de uitkering uit het gemeentefonds conform de septembercirculaire 2004 is verdisconteerd - en structureel doorgewerkt. De ramingen zijn gebaseerd op de opbrengsten uit de nieuwe OZB-tarieven (na hertaxatie; zie tabel 3), doorgewerkt naar de komende jaren. Prijsindex / inflatie is in de prognoses meegenomen.

Toelichting:

Bleiswijk:
Bleiswijk zuivert voor 2005 haar tekort aan uit de algemene reserve, wat dit jaar nog is toegestaan. Een heroverwegingsoperatie om de meerjarige tekorten weg te werken, is inmiddels gestart.
De beheersplannen wegen, riolering, onderhoud gemeentelijke gebouwen en bruggen zijn in de meerjarenbegroting verwerkt.

Bergschenhoek: Met name de kosten voor onderwijshuisvesting en het wegvallen van de verfijningsuitkering omvangrijke woningbouw veroorzaken een oplopend meerjarentekort Dit is voor de gemeente aanleiding geweest om een heroverwegingsoperatie te starten. De resultaten van deze heroverweging zijn nog niet meegenomen in de meerjarenbegroting. De beheersplannen voor wegen, riolering en groen zijn verwerkt in de meerjarenplanning.

Berkel en Rodenrijs: de gemeente heeft de komende jaren door de sterke groei van de gemeente een nadelig begrotingsresultaat. Dit nadeel wordt grotendeels gedekt uit het fonds omvangrijke woningbouw. Dit fonds wordt gevuld door een rijksbijdrage die speciaal is bestemd voor het opvangen van financiële nadelen die voortkomen uit de schoksgewijze Vinex-groei van de gemeente.
Voor zover dekking niet uit dit fonds kan plaatsvinden dient er een bezuiniging plaats te vinden oplopend tot een bedrag van 600.000 in 2008. In de begroting van Berkel en Rodenrijs zijn de beheersplannen wegen, groen, riool, gebouwen en openbare verlichting verwerkt.

4.5 Algemene reserve

De algemene reserve dient om tegenvallers op te kunnen vangen. Dus reserves zoals grondbedrijfreserves worden niet gerekend tot het weerstandsvermogen.

Tabel 4. Algemene Reserve per 1 januari 2004

4.6 Vinex risico´s

Gemeenten met omvangrijke bouw taakstellingen lopen aanzienlijk méér risico´s dan beheergemeenten. Dekking van deze risico´s dient plaats te vinden uit de reserve grondexploitatie. Als deze reserve onvoldoende is om een tegenvallende deelexploitatie op te vangen dan dient de algemene reserve te worden aangesproken.

Bleiswijk: Het gebied ten noorden van de A12 (Prisma) kent een grote onzekerheid. Er is sprake van een flink risico waar in beperkte mate dekking tegenover staat.

Bergschenhoek: Per 1 januari 2005 heeft een integrale actualisering plaatsgevonden. De grondexploitatie van Bergschenhoek is gezond en transparant en alle risico´s zijn nu afgedekt.
In het BMC rapport werd nog gemeld dat er een groot tekort zou kunnen resulteren. Dit had vooral te maken met het plan "Plas Zuid", met nog niet in exploitatie genomen gronden, waar grote risico´s aan kleefden. Door een met de Stadsregio afgesloten convenant is dit niet meer aan de orde. De eerste verkenningen wijzen op een mogelijk positief resultaat van E 20 miljoen hetgeen ten goede zal komen aan de algemene dienst.

Berkel en Rodenrijs: voor Berkel en Rodenrijs werd door BMC een risico geraamd wat veroorzaakt werd door een van de exploitaties namelijk Westpolder Bolwerk. Doordat er na lang onderhandelen eind 2004 een convenant kon worden gesloten met de Stadsregio is er geen sprake meer van een tekort situatie. Door een eenmalige bijdrage van E 14 miljoen, aanvullende afspraken over de differentiatie in de te bouwen woningen en door versobering van het plan zal dit plan budgettair neutraal gerealiseerd kunnen worden. Het totaal van de grondexploitaties, waarvan de herziening in mei in de raad komt zal op 0 uitkomen. De risico´s zijn in beeld gebracht. Deze behoeven geen aparte voorziening.

4.7 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds en de uitkering maatstaf

herindeling

De uitkering uit het Gemeentefonds voor de nieuwe gemeente is ca. E 400.000 lager dan het totaal aan inkomsten uit het gemeentefonds van de huidige drie gemeenten. Dat komt doordat bij samenvoeging de algemene uitkering vermindert op grond van de maatstaven "vast bedrag" en "schaalfactor uitvoering Bijstand" voor de apparaatskosten van de sociale dienst. Voor de nieuwe gemeente komt dit neer op een structureel nadeel. Deze inkomsten vermindering dient door efficiency voordelen inverdiend te worden. De verwachting is -in de lijn van het gestelde in het BMC-rapport- dat dit inverdieneffect kan worden gerealiseerd omdat een aantal kosten zo wie zo verdwijnen. Bijvoorbeeld één in plaats van drie gemeenteraden etc.

De nieuwe gemeente komt in aanmerking voor een uitkering ingevolge de maatstaf herindeling van het gemeentefonds. Deze uitkering bedraagt ca. 6 miljoen en wordt in 5 tranches uitgekeerd. Het eerste jaar 40% en het tweede tot en met het vierde jaar 20%. Onderzoek wijst uit dat de eenmalige kosten die voortvloeien uit het proces van herindeling gedekt kunnen worden uit deze uitkering. Kwalitatieve verbeteringen zoals nieuwe huisvesting dienen echter door de gemeente zelf opgebracht te worden. Waarbij de boekwaarden en de latente opbrengstmogelijkheden van de bestaande accommodaties natuurlijk een rol spelen. Zo kennen bijvoorbeeld de gemeentehuizen van Bleiswijk en Bergschenhoek geen boekwaarde en het gemeentehuis van Berkel en Rodenrijs een geringe boekwaarde.

4.8 Conclusie

Gelet op de financiële resultaten in de afgelopen jaren en het weerstandsvermogen kan geconstateerd worden dat de gemeenten er redelijk voorstaan. Echter gelet op het meerjaren perspectief moet gesteld worden dat de financiële toekomst de nodige aandacht vraagt. Een zeer beheerst financieel beleid is noodzakelijk. Enerzijds om de eenmalige kosten van het fusieproces te beperken tot de omvang van de bijdrage die wordt ontvangen, en anderzijds om de structurele verlaging van de gemeentefondsuitkering te dekken door het realiseren van de synergievoordelen.

Bestuurlijk overleg en inspraakrondes


2 Uitkomsten consultatieronde

Eind 2003
De opkomst tijdens de 3 gehouden informatieve bijeenkomsten (in iedere gemeente één) was van het aantal geïnteresseerden was zeer gering .veel lager dan verwacht. Per bijeenkomst waren circa 100 tot 140 personen aanwezig, waaronder bijna alle raadsleden en circa 40 personen, die een directe betrokkenheid bij een van de politieke partijen hebben. Voorts hebben raadsleden zich ook op diverse manieren verstaan met de burger, het bedrijfsleven en verenigingen.

Uit een schriftelijke inventarisatie onder alle fractievoorzitters van de drie gemeenten bleek dat er in iedere gemeente ondanks de beperkte opkomst bij de informatiebijeenkomsten toch op een redelijke schaal is gesproken met burgers en instellingen. In totaal is er met ongeveer 1500 mensen gesproken. Er waren een aantal tegenstanders op deze avonden, die veelal om een referendum vroegen. Vanuit alle fracties (op Leefbaar Bergschenhoek na) wordt het nut van het houden van een referendum niet gezien. Een van de belangrijkste overwegingen is geweest, dat de verwachte opkomst bij een referendum laag is en kan zijn en dat de uitkomst dan geen meerwaarde heeft voor de uiteindelijke besluitvorming.. De meeste mensen hebben geen bezwaar tegen de herindeling of zijn positief over de herindeling. Uit de gesprekken bleek geen overtuigende meerderheid tegen herindeling Velen zien een nieuwe gemeente als een logische ontwikkeling of als een noodzakelijke schaalvergroting.

Begin 2004
Naar aanleiding van gevoerde discussies in de gemeente Bleiswijk tussen de fracties en bedrijven in de agrarische sector (WLTO) heeft de commissie Herindeling van de gemeente Bleiswijk besloten in de tweede helft van januari 2004 een a-selecte steekproef door een onafhankelijke organisatie binnen de eigen gemeente te laten uitvoeren voor een vorm van draagvlakmeting. Daaruit bleek dat een grote meerderheid van geënquêteerden tegen een fusie was.(Uitkomst enquête ligt ter inzage) PM
Overigens is van iederedezie ook opmerkingen paragraaf 3.3.1 over draagvlak
verwijzen naar verslagen informatiebijeenkomsten in een aantal gevallen door de woordvoerders een kort verslag gemaakt, wat begin 2004 is en gepubliceerd in de Heraut (weekblad - huis aan huis -) en geplaatst op de
3B-website. Op de publicaties (ook op de website) zijn in totaal een tiental reacties binnen gekomen welke door één van de raadsleden in algemene zin werd beantwoord. Een werkdocument voor de raadsleden is opgesteld met een
verwijzen naar "overzicht resultaten consultatieronde" op basis van een eenvoudige gehouden inventarisatie onder de woordvoerders van de 13 fracties. Dit is geen formeel document en derhalve ook niet als bijlage toegevoegd. opgesteld door de raadsleden.

Begin - 2005
In de gemeente Bleiswijk zijn op 7 en 8 maart in het gemeentehuis een tweetal informatie-avonden gehouden voor de inwoners. Met hen is van gedachten gewisseld over een viertal thema´s. De resultaten van deze inspraakavonden zijn aan de raad ter hand gesteld en liggen eveneens bij de stukken ter inzage.
In Berkel en Rodenrijs is op 10 maart in het gemeentehuis een inloopavond gehouden. De inwoners konden in een informele setting van gedachten wisselen met de gemeenteraad over de herindeling. Ook deze resultaten werden aan de raad ter hand gesteld en liggen bij de stukken ter inzage.

3 Reacties ter inzage legging herindelingsontwerp


4 PM


- Ooverzicht van schriftelijke reacties uit de procedure ter inzage legging wordt na afsluiting van periode van de ter inzage legging toegevoegd (bijlage).(welke reacties precies??? Ariane)in aparte bijlage gegeven
- Wwijzigingen n.a.v. de reacties uit de ter inzage legging worden na de periode van de ter inzage legging verwerkt in het ontwerp- herindelingsadviesworden in de paragraaf kort benoemd.


5 Bestuurlijk overleg met de provincie, omliggende gemeenten en ondernemingsraden

Het uitgangspunt dat bij een vrijwillige herindeling de buitengrenzen worden gerespecteerd, is ook opgenomen in het Collegewerkprogramma van het College van G.S. van de provincie Zuid-Holland.

De colleges van de drie afzonderlijk gemeenten gaanzullen in de periode van ter inzage legging in gesprek gaan met de buurgemeenten en zullen deze uiteraard ook informeren over het voornemen tot herindeling. Hierbij zal uitdrukkelijk gesproken worden over het uitgangspunt om de huidige buitengrenzen onverkort te handhaven.

De colleges overleggenzullen met Ggedeputeerde Staten van de provincie Zuid- Holland overleggen over het voorgestelde herindelingsontwerp. De resultatennte van dit overleg wordtzal worden in het ontwerp- herindelingsadvies nader worden verwerkttoegelicht.

De colleges voeren overlegzullen met de ondernemingsraden overleggen over het voorgestelde herindelingsontwerp. D, en daarbij zal onder andere gesproken wordenonder andere spreken over de instelling van Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO -met vakbonden-) en een Bijzondere Ondernemingsraad (BOR). De uitkomsten van dit overleg wordenzullen later in het ontwerp-herindelingsadvies worden hier kort vermeld en bij de besluitvorming betrokken.

Verdere procedure: de inwerkingtreding, verkiezingen en personele aspecten.


1 Inwerkingtreding nieuwe gemeente

De datum van inwerkingtreding is onder meer afhankelijk van het tempo waarin het Arhi-traject en het bouwproces van de organisatie van de nieuwe gemeente worden afgewikkeld. Verwachting is dat de inwerkingtreding van de nieuwe gemeente zal liggen op 1 januari 2007 in werking treedt. of 1 januari 2007.

Daarbij wordt er van uitgegaan, datWanneer het herindelingsadvies in juni
2005 door de drie gemeenteraden (afzonderlijk) wordt vastgesteld (in tweede termijn) en worden verzonden naar Gedeputeerde Staten van Zuid Holland. Uitgangspunt daarbij is ook dat kan worden vastgehouden aan een daarbij passende planning in het nog op te stellen plan van aanpak door de Colleges van B en W. De drie gemeenteraden willen in februari 2006 tijdens een te houden evaluatiemoment in overleg met de drie Colleges van B en W meten of het proces van herindeling voldoende op koers ligt. Daarnaast zal de Visiegroep namens de raden van de drie betrokken gemeente
-in in geval van stagnatie van de besluitvorming- de voortgang van het fusieproces bevorderen c.q. vlot trekken en als voorbereidingsgroep de raden adviseren over het vormgeven in de nieuwe gemeente van fusie- onderwerpen die de raden aangaan en over de aan de orde zijnde invulling van de kaderstellende, de controlerende en de volksvertegenwoordigende taak van de nieuwe raad.is het zeer wel mogelijk de nieuwe gemeente op 1 januari
2006 te laten starten.


2 Noodzaak en tijdstip verkiezingen

Uitgaande van de ambitieuze planning met een streefdatum van inwerkingtreden nieuwe gemeente op 1 januari 2007, zullen de verkiezingen najaar 2006 moeten plaatsvinden. Hetn, opdat er nog ruimte is om een nieuwe gemeentebestuur kan zich dan nog kort voor te bereiden om op de streefdatumvoor 1 januari 2007 te realiseren.van start te gaan. De huidige gemeenteraden zullen aan blijven tot 1-1-2007. De minister van Binnenlandse Zaken zal hiervoor een speciale wet dienen te maken.


3 Naam nieuwe gemeente

Tot op heden is er nog geen nieuwe naam voor de nieuwe gemeente vastgesteld. Voorlopig vindt de communicatie over de herindeling plaats onder de noemer: Toekomst 3B-gemeenten. AlsVoorlopig hanteren wij de werknaamtitel wordt tot nader orde "3B-gemeenten" gehanteerd.

Na vaststelling van het herindelingsadvies wordt een proces gestart om tot een nieuwe naam te komen. Overwogen wordt een prijsvraag onder de bevolking uit te schrijvenzetten. Dit zal nader uitgewerkt worden in het plan van aanpakdraaiboek voor de bouw van een nieuwe gemeente.


4 Personele aspecten

Als gevolg van de samenvoeging zullen de ambtenaren van de drie gemeenten overgaan in dienst van de nieuwe 3B gemeente. De Wet Aahri geeft de ambtenaren de nodige waarborgen ter zekerstelling van hun rechtspositie. De huidige gemeenten moeten in onderling overleg de nodige voorzieningen voorbereiden en daarover in overleg treden met de vertegenwoordigers van de ambtenaren.

De positie van de gemeentesecretarissen en raadsgriffiers vraagt bijzondere aandacht.

Voorts gelden voor dit fusieproces ook de landelijke spelregels "Werk voor Inkomen ".


5 Bouw nieuwe organisatie

Wanneer de drie gemeenteraden eind maart 2005 besluiten om te starten met de Aarhi-procedure, zal in dezelfde raadsvergaderingaan de nog in te stellen stuurgroep of aan het eigende Ccolleges van B en W gevraagd worden om in nauwe samenwerking met de twee andere Colleges van B en W de raden op een zodanig tijdstip een plan van aanpak op hoofdlijnen voor de bouw van de nieuwe 3B gemeente te doen toekomen dat de raden dit kunnen betrekken bij het door hen eind juni 2005 te nemen besluit tot vaststelling van het herindelingsadvies als in de wet Arhi bedoeld. Het plan van aanpak willen de drie gemeenteraden toetsen vanuit hun kaderstellende en (voortgangs)controlerende taak. Zonodig geven de gemeenteraden signalen af aan de drie Colleges van B en W voor de verdere bouw van de organisatie van de nieuwe 3B gemeente of spreken verwachtingen uit van te bereiken resultaten.

Bijlagen

Nr. Van Datum Titel
Hfd'den Financiën 310103 Acceptatie van en aanbieding rapport PWC; Proj.groep 040203 Financieel onderzoek fusie PWC; Deloitte en Touche 160603 "Financiën 3B-gemeenten"; Schrijfgroep ---1003 Visiedocument "Meer kwaliteit kan"; Schrijfgroep 250903 Oplegnotitie bij nwe gegevens financiën; Buro Team Vier; Enquête resultaat Önderzoek inzake raad- pleging bewoners Bleiswijk omtrent fusie
Bleiswijk, B'hoek en Berkel&Rodenrijs;
280104 Kort uittreksel enquête; GS 030204 Bestuurlijke toekomst 3B-gemeenten; Griffier 120204 Verslag overleg C.d.K met raad Bleiswijk; Raad 170204 Initiatiefvoorstel gem. herindeling+bijlagen Griffie 170204 Verslag raadsvergadering 170204; Griffier 140604 Verslag overleg met gedeputeerde Norder; GS mei '04 Rapport Heijkoop,"De balans opgemaakt"; Mw. Keiman 300804 Verslag commissie Herindeling; Griffier 090904 Uittreksel besluitenlijst raadsvergadering Bleiswijk d.d. 090904 (punt 8);
Griffier 090904 Raadsbesluit Bleiswijk 090904; Griffier 300904 Brief aan GS met besluit d.d. 090904; Dhr. Meester 270904 Verslag commissie Herindeling d.d. ; GS 211004/201004 Aanbiedingsbrief + rapport Finan- cieel perspectief 3B-gemeenten (samen ge zond op weg);
GS 021104 Verslag bestuurlijk overleg GS met Colleges van B&W 3B-gemeenten;
Griffier 241104 Verslag overleg met gedeputeerde Van Nieuwenhoven met de Raad van Bleiswijk; Fracties 241104 Vragen aan gedeputeerde Van Nieuwenhoven;
Prov. afd BZ 071204 Antwoord prov. op vragen fractie CU aan gedeputeerde;
Prov. afd BZ 091204 Antwoord prov. op vragen fracties aan gedeputeerde;
CU-fractie 261104 Opvattingen over rapport Fin. Perspectief 3B- gemeenten 211004;
Griffier 081204 Notitie herindeling;
Gemeenteraad 101204 Brieven aan GS en 3B-gemeenten inzake raadsbesluit 091204;
2B-gemeenten/GS 14/16/121204 Reactie op brief gemeenteraad d.d. 101204;

7. Kaart met buitengrenzen van ongedeelde gemeenten (kopie in zwart-wit bijgevoegd);

8. Overzicht van gemeenschappelijke regelingen;
9. Verslagen van de drie raadsvergaderingen van 17 februari 2004

Na ter inzage legging als bijlage toe te voegen documenten: Samenvatting reacties ter inzage legging;
Uitkomsten bestuurlijk overleg met buurgemeenten
Op te vragen documenten:
Bestuurlijke toekomst 3 gemeente, oktober 2003
Financiën 3B gemeenten, D&T, met oplegnotitie, oktober 2003 Verslagen raadsvergaderingen
Brochure Toekomst 3B gemeenten


-----------------------
Gegevens gemeentebegrotingen 2005