KNMG

Vier jaar telefonische en elektronische vraagbaak voor artsen: Artseninfolijn

Merendeel bellers is huisarts

De Artseninfolijn, de telefonische (gratis) dienstverlening van de KNMG voor federatie-leden, bestaat op 1 mei 2005 vier jaar. Welke specialisten maken er het meest gebruik van en over welke onderwerpen krijgen de medewerkers van de Artseninfolijn de meeste vragen? De belangrijkste doelstelling voor het opzetten van de Artseninfolijn is het geven van advies aan artsen zonder dat zij daar lang op hoeven te wachten; de Artseninfolijn als telefonische of elektronische vraagbaak voor artsen. Veel artsen weten de Artseninfolijn inmiddels te vinden. In de database staan op dit moment ruim 15.000 telefoongesprekken geregistreerd. Het Artseninfolijnteam kreeg in 2004 in totaal 4341 calls. Huisartsen
Huisartsen benaderen de Artseninfolijn het meest. Dit valt af te lezen uit onderstaande grafiek waarin een overzicht is weergegeven van het specialisme van het totaal aantal bellers. Tot de groep 'overigen' behoren bijvoorbeeld klachten- en kwaliteitsfunctionarissen, beleidsmedewerkers van gezondheidsinstellingen, advocaten of medewerkers van politie/recherche.

Database
De Artseninfolijn is maandag tot en met vrijdag bereikbaar van 8.30 tot 17.30 uur, zowel telefonisch als per e-mail. Veel vragen kunnen de drie medewerkers zelf beantwoorden. Bij twijfel of in specifieke gevallen wordt een medewerker van de juridische sectie van de KNMG geraadpleegd. De vragen die de bellers stellen, registreert het Artseninfolijnteam in een speciaal ontwikkelde database. Dankzij deze registratie verkrijgen we inzicht in het soort onderwerpen waarover artsen vragen stellen zodat hierop beleid kan worden gemaakt. De database van de Artseninfolijn is grofweg onder te verdelen in circa 85 onderwerpen. De top 5 van onderwerpen waarover artsen het meest belden: 1. Medische informatieoverdracht over overleden patiënten (1143 calls)* Mogen de nabestaanden het medisch dossier inzien? Hoe zit dat met de (levens)verzekeraar? Mag de familie een kopie van het obductierapport? Een testamentwijziging: hebben de erven recht op medische informatie? Moet dezelfde arts het A- en het B-formulier invullen? 2. Geneeskundige verklaringen (1140 calls)
De reisverzekeraar wil een oordeel over de vakantieannulering. Er is een bewijs nodig voor restitutie van het cursusgeld, uitstel examen; dieetaftrek voor de belastingen; urgentie voor een woning. 3. Medische dossiers in het algemeen (819 calls)
Mag de collega van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ, voorheen RIO) de arts vragen om een oordeel over een indicatieverzoek? Hoe zit het met gegevensverstrekking voor een hoog kilometerbudget? Wat is de geldigheidsduur van een machtiging? 4. Medische informatieoverdracht aan politie (572 calls) Wat als er sprake is van aangifte van verkrachting, moord of kindermishandeling en een rechercheur staat aan de balie en eist het medisch dossier op. Wat is het zogenaamde. poppetjesformulier? 5. Gegevensverstrekking aan advocaten (548 calls)
Een advocaat is een niet-arts. Mag deze medische informatie ontvangen? Mag hij ook een HEEL medisch dossier krijgen terwijl er geen gerichte machtiging is toegevoegd? Onderwerpen
Een greep uit de onderwerpen waarvoor artsen het Artseninfolijnteam nog meer kunnen bellen: aansprakelijkheid, medisch beroepsgeheim, euthanasie, klachtrecht, overdragen van dossiers aan verzekeraars, bewaartermijnen van medische dossiers, gedragsregels, keuringen, kindermishandeling, patiëntenrechten, privacyregels, tuchtrecht, vernietiging van het medisch dossier, verstrekken van medische informatie aan politie, schriftelijke wilsverklaringen, enzovoorts.

Informatie
De medewerkers van de Artseninfolijn zijn bereikbaar via telefoonnummer (030) 28 23 322, faxnummer (030) 28 23 397 of per e-mail: artseninfolijn@fed.knmg.nl. Als alle telefoonlijnen bezet zijn kan een voice-mailbericht worden ingesproken. Kijk ook eens op www.knmg.nl\artseninfolijn


* Er zijn inmiddels twee artikelen verschenen in een reeks over informatieoverdracht na overlijden in de rubriek van de Artseninfolijn. Het eerste artikel is verschenen in M.C. nr. 2 van 14 januari 2005 met als titel 'Patient onterft dochter'. Het tweede artikel werd gepubliceerd in M.C. nr. 13 van 1 april 2005 getiteld: 'Mag een zoon het obductieverslag van zijn moeder inzien?'. In de volgende rubrieken van de Artseninfolijn komen andere aspecten over dit onderwerp aan de orde.

Laatst gewijzigd: 02-05-2005