Openbaar Ministerie

Persberichten
27 april 2005

Spreekuur DNA veroordeelden van start

Spreekuur DNA veroordeelden van start

Met ingang van mei gaat het nieuwe afnamespreekuur DNA veroordeelden in Utrecht van start. Dit is een uitvloeisel van de wet DNA-onderzoek die per 1 februari van kracht is geworden. Deze wet bepaalt dat van alle personen die veroordeeld zijn voor bepaalde feiten, DNA moet worden afgenomen. In de eerste week van mei is het eerste afnamespreekuur op Bureau Paardenveld.

Voordat het DNA wordt afgenomen, geeft de officier van justitie hiertoe een bevel. Hij maakt hierbij een selectie op grond van de strafbare feiten. Het gaat hoofdzakelijk om zeden- en geweldsmisdrijven. In Utrecht zijn de eerste bevelen inmiddels verzonden. De veroordeelde krijgt een oproep voor het afnamespreekuur op Bureau Paardenveld, dat twee maal in de maand wordt gehouden. Van degenen die verschijnen wordt DNA-materiaal afgenomen en naar het Nederlands Forensisch Instituut gestuurd. Daar wordt een profiel van het materiaal gemaakt en dit wordt opgeslagen in de DNA-databank. De lengte van de periode van bewaren wordt bepaald door het soort delict waarvoor de betrokkenen is veroordeeld.

Voor degenen die veroordeeld zijn en vast zitten is de afname van DNA relatief makkelijk. Van hen zal DNA-materiaal in de penitentiaire inrichting worden afgenomen.

Als een veroordeelde tijdig aangeeft niet op het spreekuur te kunnen verschijnen, krijgt hij een oproep voor een ander afnamespreekuur. Als een veroordeelde niet verschijnt, zal hij worden opgenomen in het Opsporingsregister. Als hij daarna bij een controle wordt aangehouden, bijvoorbeeld in het verkeer of op Schiphol, kan er op grond van de eerdere oproep DNA-materiaal worden afgenomen. Een nieuw bevel is dan niet meer nodig.

In sommige gevallen kan de officier van justitie het noodzakelijk achten dat er zo spoedig mogelijk na de veroordeling DNA-materiaal wordt afgenomen. In zon geval geeft de officier een bevel tot aanhouding en zal de politie de veroordeelde actief opsporen. De betrokkene kan in dat geval maximaal zes uur worden opgehouden met het oog op de DNA-afname.

Mocht de afname van het DNA-materiaal een hit opleveren, dan zal het NFI dit melden bij het parket. De officier die de oude zaak heeft behandeld, zal dan beslissen over de vervolging van de nieuwe zaak. Ook de veroordeelde moet hierover worden geïnformeerd en, als hij gedetineerd zit, de directeur van de inrichting.

Hoe de opkomst zal zijn, is moeilijk te voorspellen. In andere arrondissementen, waar sinds kort een afnamespreekuur is, bedraagt de opkomst gemiddeld 50 tot 60 procent.