Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA DEN HAAG
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
HAL/05/23872
Onderwerp Datum Contactpersoon
Nota Scholieren- en studentenbanen 29 april 2005
Bij brief van 29 maart 2005 heeft u mij verzocht om een reactie op de brief van 3 februari
2005 van MKB Nederland te Delft waarmee de nota "Scholieren- en studentenbanen en
administratieve lasten" van die organisatie werd aangeboden. In de MKB-nota wordt
aandacht gegeven aan banen van minder dan 15 uur die worden vervuld door studenten en
scholieren, voor wie deze banen een nevenactiviteit zijn naast de opleiding die deze
jongeren volgen. Volgens MKB Nederland zijn werkgevers jaarlijks ruim 50 miljoen aan
administratieve lasten kwijt voor deze banen omdat de SZW-wetgeving ook op deze kleine
banen van toepassing is. De totale administratieve lasten in het loondomein en op het
overige SZW-terrein bedragen met inachtneming van de reeds aangekondigde reducties
thans circa 2.500 miljoen. De bijdrage van de administratieve lasten van studenten- en
scholierenbanen aan het totaal van de administratieve lasten is derhalve beperkt.
Van de administratieve lasten die MKB Nederland berekent, is 29 miljoen het gevolg van
de kosten die arbodiensten voor deze jongeren in rekening brengen. Het betreft de totale
kosten in verband met kleine scholieren- en studentenbanen, omdat onderscheid tussen
inhoudelijke verplichtingen en administratieve verplichtingen op arboterrein volgens de
opstellers van het rapport moeilijk valt te maken. MKB Nederland geeft in overweging
bepaalde arboverplichtingen met betrekking tot de doelgroep af te schaffen, bijvoorbeeld het
arbeidsgezondheidskundig spreekuur. Hierover wil ik het volgende opmerken.
Vereenvoudiging van de wet- en regelgeving op het terrein van de arbeidsomstandigheden is
reeds in gang gezet in het kader van de adviesaanvrage aan de Sociaal-Economische Raad
over de evaluatie van de Arbeidsomstandighedenwet. Bij een herziening van de regels voor
jeugdigen moet echter wel rekening worden gehouden met de strenge internationale
voorschriften die van kracht zijn voor arbeid door jeugdigen. Ook de wet Maatwerk
arbodienstverlening, die per 1 juli in werking treedt, levert een bijdrage aan de
vereenvoudiging van de regelgeving. De kosten die arbodiensten in rekening brengen voor
hun dienstverlening zijn niet wettelijk bepaald. Het staat werkgevers vrij een dienstenpakket
en een prijs met de arbodiensten af te spreken die zo goed mogelijk zijn toegesneden op het
werkelijk gebruik van de aangeboden diensten.
MKB Nederland berekent dat de informatieverplichtingen van werkgevers aan pensioen-
fondsen en aan bij hen werkende scholieren en studenten (
2
mogelijk wordt af te zien van pensioenopbouw voor de doelgroep. Deze suggestie geeft mij
aanleiding tot de volgende opmerkingen. In de Pensioen- en spaarfondsenwet zijn
werkgevers en werknemers vrij om een toetredingsleeftijd in een pensioenregeling te kiezen.
Op dit moment wordt een wetsvoorstel voor de Pensioenwet voorbereid. Hierbij zal ook
gekeken worden of het gewenst is dat gewacht wordt met het verwerven van pensioen op
grond van het enkele feit dat een werknemer nog niet een bepaalde leeftijd heeft bereikt.
Hierdoor worden jongere werknemers gediscrimineerd ten opzichte van oudere werknemers.
Ter beheersing van de administratieve lasten zal echter ook in het voorstel van de
Pensioenwet gekeken worden of het mogelijk is de regels omtrent afkoop van kleine
pensioenen te stroomlijnen en vereenvoudigen.
Met betrekking tot de Werkloosheidswet geeft MKB Nederland in overweging te onder-
zoeken of de WW voor kleine deeltijdbanen van scholieren en studenten buiten toepassing
kan blijven, daarmee wordt ongeveer 1 miljoen aan administratieve lasten en 3 miljoen
aan uitkeringslasten bespaard. Op het terrein van de loondoorbetaling bij ziekte en de
ziekmeldingen pleit MKB Nederland voor een aanzienlijke administratieve vereenvou-
diging. Ondanks het beperkte aantal ziekmeldingen bedragen de administratieve lasten
volgens MKB Nederland 16 miljoen en de uitvoeringskosten circa 10 miljoen. Ook wil
MKB Nederland een onderzoek of de premie-inning WAO sterk vereenvoudigd kan worden
of achterwege kan blijven gezien het geringe beroep van de doelgroep op deze verzekering.
Het kabinet heeft reeds in 2003 besloten tot een heroverweging van het bereik en de
afbakening van de personenkring van de Ziektewet, de WAO en de WW. In dat kader werd
advies gevraagd aan de SER, onder andere over de wenselijkheid van het invoeren van een
minimale omvang voor verzekerde arbeidsrelaties. Op 18 juni 2004 heeft de SER een
unaniem advies uitgebracht. De Raad is vanwege mogelijk onbedoelde effecten en het risico
van oneigenlijk gebruik geen voorstander van een algemene uitzondering van "kruimel-
verzekeringen", maar geeft in overweging om de premieheffing bij dienstbetrekkingen van
geringe omvang te vereenvoudigen. Op 5 april jl. heb ik u de reactie van het kabinet op het
SER-advies gezonden. Het kabinet heeft het advies van de Raad op hoofdlijnen
overgenomen, maar ziet uit een oogpunt van kostenallocatie geen voordelen in een
verzekeringsplicht zonder premieplicht. De premieheffing wordt bovendien als gevolg van
de invoering van Walvis en Wfsv al sterk vereenvoudigd. Het kabinet heeft wel besloten tot
een aanvullend vergelijkend onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van
invoering van generieke minimumvoorwaarden voor de inrichting van de personenkring.
Het doel van dit onderzoek is te bezien of een verdergaande vereenvoudiging van de
personenkring en als gevolg daarvan een verdere verlaging van de administratieve lasten
mogelijk is. De uitkomsten van deze studie wil ik u vóór 1 december 2005 doen toekomen.
Ik vertrouw er op dat ik uw commissie hiermee voldoende heb geïnformeerd.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A. J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid