Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 22 april 2005
door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, drs. G.H.J.M. Bueters, drs. C.M. Buijs, prof. dr. mr. B. de Gaay Fortman, en mr. drs. M.M.P.M. Kreyns, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.

T. Cool / NRC Handelsblad, de Volkskrant, Het Parool en De Groene Amsterdammer
Uitspraak: ongegrond
In 2003 is van de hand van Cool en H. Hulst een boek verschenen onder de titel De ontketende kiezer vrijheid en democratie in een sociale economie. In november 2004 heeft Cool een samenvatting van het boek op zijn website geplaatst onder de kop Protest tegen de censuur van de wetenschap door de directie van het Centraal Planbureau. De klacht komt erop neer dat verweerders zonder goede grond weigeren te publiceren over hetgeen Cool zijn protest tegen de censuur van de wetenschap door de directie van het Centraal Planbureau noemt. De Raad overweegt dat verweerders vrij zijn in hun selectie van nieuws. Er bestaat verder geen journalistieke norm die meebrengt dat een (hoofd)redactie bij een publicatie over een maatschappelijk onderwerp steeds het standpunt van klager over het betreffende onderwerp in de publicatie zou moeten opnemen.
Verweerders hebben geen grenzen overschreden door publicaties als door klager gewenst achterwege te laten. Ook behoefden zij hun keuze om niet tot publicatie over te gaan tegenover klager niet te verantwoorden. (vgl. RvdJ 2004/51 en RvdJ 2004/01) Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: selectie van nieuws (via fulltext) Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/17.

A. Janssens, h.o.d.n. Apotheek St.-Lambertus / mr. M.M.S. Ubags (de Ster)
Uitspraak: gegrond
In oktober 2004 is op de voorpagina van de Ster een artikel verschenen onder de kop St. Lambertus-bende goed voor 12 miljoen XTC-pillen. In het artikel is vermeld dat klaagster aan de bedoelde bende XTC-grondstoffen leverde en dat de naam van de bende is afgeleid van haar apotheek. Bovendien is bij het artikel een foto van de apotheek geplaatst. Vervolgens is in december 2004 op pagina 5 van de Ster een artikel verschenen onder de kop Burgerzin leidt tot drugsimago. Volgens de Raad heeft verweerder op een wezenlijk punt onvolledig en daardoor onjuist over klaagster bericht, door in het eerste artikel onvermeld te laten dat zij de leveringen juist heeft verricht teneinde de politie behulpzaam te zijn. Verder zal de lezer zich moeilijk aan de indruk kunnen hebben onttrekken dat klaagster weliswaar mogelijk niet illegaal, maar in elk geval onfatsoenlijk heeft gehandeld, zonder dat voor die levering een rechtvaardiging bestaat. Aldus is de integriteit van klaagster ten onrechte ernstig in twijfel getrokken en is de publicatie jegens haar ook onnodig grievend. Verweerder had een en ander kunnen en derhalve behoren te voorkomen door zich niet alleen te baseren op het strafdossier, maar tevens nader onderzoek te verrichten dan wel klaagster wederhoor te bieden, maar heeft dat nagelaten. (vgl. RvdJ 2004/81)
Gelet op de onzorgvuldige berichtgeving mocht klaagster een adequate rectificatie verwachten, aldus de Raad. Weliswaar heeft zij in de tweede publicatie de gelegenheid gekregen haar versie van de kwestie te geven en is dit artikel vooraf aan haar voorgelegd, maar daarmee is nog geen sprake van een deugdelijke rectificatie. Bij het rectificeren dient de journalist aan de lezer duidelijk te maken dat hij in de te rectificeren publicatie niet juist heeft bericht. Dat is hier niet gebeurd. (vgl. RvdJ 2004/83 en RvdJ 2004/80)
Door zo te handelen en na te laten heeft verweerder grenzen overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
- Feitenweergave: onjuiste, grievende, tendentieuze berichtgeving
- Rectificatie/weerwoord: rectificatie
Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/18.

---