Vrije Universiteit Amsterdam

april 2005

Promotie

28.04.2005

A.J.W. van der Meij

aula

Faculteit der Tandheelkunde - ACTA

13:45

Outcome of bone grafting in cleft lip and palate patients studied with computed tomography

Promotor: prof. dr. B. Prahl-Andersen, prof. dr. D.B. Tuinzing

Nieuwe evaluatiemethode voor schisisoperatie

Kinderen met aangeboren lip-, kaak- en verhemeltespleten (cheilognathopalato-schisis) worden vanaf hun geboorte behandeld door de specialisten van het schisisteam van het VU Medisch Centrum/ACTA. Een van de noodzakelijke operaties is het door de kaakchirurg inbrengen van bot uit de onderkaak of de heup, in de kaakspleet. Dit gebeurt vrijwel altijd op de leeftijd van 8 of 9 jaar, vóór de doorbraak van de blijvende hoektand (die dan door het bottransplantaat kan doorbreken). Aart van der Meij heeft aan de afdeling mondziekten en kaakchirurgie van het VU Medisch Centrum, in samenwerking met de afdeling orthodontie van ACTA, hiervoor een nieuwe evaluatiemethode ontwikkeld, waarbij met computer-tomografie de hoeveelheid bot meetbaar is die overblijft van het oorspronkelijke bottransplantaat.

De bestaande evaluatiemethoden, die gebruik maken van röntgentechnieken, kunnen wel een indruk geven van de hoogte van de kaak op de plek van het ingebrachte bot, maar niet de dikte en het volume van het bottransplantaat in beeld brengen. Met computertomografie is dat wel mogelijk.

Uit het onderzoek blijkt dat na een jaar bij patiënten met een enkelzijdige schisis 70 procent van het oorspronkelijke bottransplantaat resteert, terwijl bij patiënten met een dubbelzijdige schisis 45 procent overblijft. Per millimeter breedtetoename van de oorspronkelijke kaakspleet, blijkt er na een jaar gemiddeld 3 procent minder bot over te blijven. Ook blijkt dat doorbraakstoornissen van de hoektand naast de spleet significant vaker optreden bij patiënten met schisis. Van der Meij adviseert onderzoek te doen naar de verschillende factoren die het resultaat van het bottransplantaat beïnvloeden, via zogeheten 'prospective randomized clinical trials'. Om de significantie van deze studies te vergroten is het van belang dat de behandeling van schisispatiënten in slechts enkele teams, geconcentreerd, plaatsvindt.

Vrije Universiteit Amsterdam

Voor meer informatie over activiteiten aan de VU:

dienst Communicatie, afdeling wetenschapsvoorlichting:

T 020 59 85666
E communicatie@dienst.vu.nl

Voor meer informatie overVumc:

T 020 44 43444
E communicatie@vumc.nl