Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA DEN HAAG
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer W&B/SFI/05/22565

Onderwerp Datum Contactpersoon Plan van Aanpak Evaluatie Wet werk en 26 april 2005 bijstand 2004-2007 Nader uitgewerkt

In het Algemeen Overleg van 28 oktober 2004 over de Wet werk en bijstand heb ik met de Vaste Commissie SZW van de Tweede Kamer het Plan van Aanpak Evaluatie Wet werk en bijstand 2004-2007 besproken.1 Bijgevoegd gaat het door mij toegezegde "Plan van Aanpak Evaluatie Wet werk en bijstand 2004-2007 Nader uitgewerkt".

De Commissie gaf blijk van een grote betrokkenheid bij de nieuwe Wet werk en bijstand (WWB). Zij vroeg om een verbijzondering van de hoofdlijnen uit het plan van aanpak uit 2005. Dit heeft mij gestimuleerd de opzet van de evaluatie verder uit te werken.

In de voorliggende Nadere uitwerking is rekening gehouden met de opmerkingen van de Commissie. Tevens is het besproken met de VNG, Divosa en de LCR. Dit heeft ertoe geleid dat het oorspronkelijke Plan van Aanpak uit juni 2004 en de door de Commissie gevraagde uitwerking zijn geïntegreerd in voorliggende nadere uitwerking. Ik ben van mening dat deze opzet van de evaluatie op een samenhangende wijze het inzicht in de werking van de WWB waarborgt en recht doet aan de uitgangspunten van decentralisatie en derapportage van de wet.

De uitwerking bevat onder meer een gedetailleerde planning van de deelprojecten. Medio 2005 verwacht ik het eerste rapport waarin gemeenten gevraagd is naar hun ervaringen met de door de wetgever geïntroduceerde systeemwijzigingen, de veranderingen die zij door de WWB in gang hebben gezet en of deze het doel werk boven inkomen dichter bij brengen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)


1 Plan van Aanpak Evaluatie Wet werk en bijstand, 28 juni 2004 (Tweede Kamer 2003-2005 29674, nr.1)