---
Kamervragen en antwoorden
---
Kamervragen van het lid Herben (LPF) over de veteranenparade in Amsterdam
26-4-2005 14:29:00
Hierbij bied ik u het antwoord aan op de schriftelijke vragen van het lid Herben (LPF), over het niet verlenen van toestemming voor de traditionele parade van veteranen op 5 mei 2005 door de burgemeester van Amsterdam (2040511930, ingezonden 4 april 2005).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
1. Heeft de burgemeester van Amsterdam contact opgenomen met het ministerie van Defensie over het niet verlenen van toestemming voor de traditionele parade van veteranen op 5 mei 2005? Is er, voor zover u bekend, contact gezocht met het Nationaal Comité 4 en 5 mei?
De burgemeester van Amsterdam heeft geen contact gezocht met het ministerie van Defensie over het besluit geen toestemming te verlenen voor een rondgang door Amsterdam van Canadese oorlogsveteranen en legervoertuigen uit de Tweede Wereldoorlog op 5 mei 2005. Voor zover mij bekend is er ook geen contact geweest met het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
2. Bent u bereid, aangezien een tekort aan politiepersoneel wordt aangevoerd als reden voor het niet doorgaan van de traditionele parade, om personeel van de Nationale Reserve, de Koninklijke Marechaussee of overig Defensiepersoneel ter beschikking te stellen, zodat de parade alsnog door kan gaan?
3. Hoe beoordeelt u, in het licht van de relatie met Nederlandse en Canadese oorlogsveteranen, alsook in het licht van de door u voorgestane publieke presentatie van het veteranenbeleid de weigering van de burgemeester van Amsterdam?
Zoals de Kamer uit de media vernomen zal hebben is toestemming verleend voor een rondgang van Canadese oorlogsveteranen en legervoertuigen uit de Tweede Wereldoorlog op 7 mei. Overigens is het ordentelijk verloop van evenementen in de Amsterdamse binnenstad een verantwoordelijkheid van de gemeentelijke autoriteiten. Het ministerie van Defensie speelt hierin geen rol, tenzij daar specifiek om wordt gevraagd.