Rechtbank Breda
Veroordelingen (ex) werknemers bij de vuilverbrandingsinstallatie Sita
ReEnergy te Roosendaal
Op 26 april 2005 heeft de rechtbank te Breda vonnis gewezen in de
strafzaken tegen enkele (ex) werknemers bij de
vuilverbrandingsinstallatie Sita ReEnergy te Roosendaal.
De rechtbank heeft ten aanzien van de hoofdverdachte S. bewezen
verklaard het medeplegen van diefstal van sigaretten, een grote partij
XTC-pillen, 3 a 4 kilgram MDMA (speed) alsmede een hoeveelheid
heroïne, softdrugs en cocaïne. Voorts acht de rechtbank bij deze
verdachte bewezen de handel in hard -en softdrugs en het aanwezig
hebben van XTC-pillen.
De eis was 7 jaar gevangenisstraf. De rechtbank legt vier jaar
gevangenisstraf onvoorwaardelijk op.
De andere hoofdverdachte de B. is eveneens veroordeeld voor het
medeplegen van diefstal van sigaretten en een grote partij XTC-pillen,
alsmede cocaïne en softdrugs. Daarnaast acht de rechtbank bewezen
medeplegen van handel van XTC-pillen en MDMA en softdrugs.
De eis was 7 jaar. De rechtbank heeft B. veroordeeld tot een
gevangenisstraf van 3: jaar.
De verdachten G. en W. ziet de rechtbank als meelopers. Zij zijn
veroordeeld tot gevangenisstraffen van 36 resp. 30 maanden, waarvan 6
maanden voorwaardelijk. De eisen waren 6 en 5 jaar.
De verdachte K. is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden,
waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank acht zijn aandeel
geringer dan bij de andere verdachten. De eis was 4 jaar.
De verdachte Van D. is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de
duur van 24 maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De eis was 3 jaar
gevangenisstraf. De rechtbank ziet ook hem als een meeloper.
De straffen die de rechtbank heeft opgelegd zijn aanzienlijk lager dan
de eisen van de officier van justitie. De reden van deze afwijking is
vooral het gevolg van het feit dat de officier van justitie de
verdachten als producenten van drugs ziet, terwijl rechtbank uitgaat
van handel in drugs. Voorts heeft bij de straffen een belangrijke rol
gespeeld dat de verdachte medewerkers van de vuilverbrandingsoven
tamelijk amateuristisch te werk zijn gegaan en allen helemaal geen of
een gering strafblad hadden.
Bron: Rechtbank Breda
Datum actualiteit: 26 april 2005 Naar boven