Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
26 april 2005
Ons kenmerk
U.05.01226
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2040512210
Onderwerp
beantwoording kamervragen over ZuidOost-pas

Geachte voorzitter,

Mede namens de staatssecretaris van Financiën de heer Wijn stuur ik u hierbij de antwoorden op de kamervragen, nr. 2040512210 ingezonden op 7 april jl door het lid Van der Ham, over de fiscale behandeling van de ZuidOost-pas. Het verheugt mij zeer dat we uiteindelijk een voor alle partijen aanvaardbare oplossing hebben gevonden voor dit toch tamelijk lastige fiscale vraagstuk.

Vraag 1:
Is het u bekend dat er een breed gedragen initiatief bestaat om, ter voorkoming van een verkeerschaos rond de Amsterdamse A6 ten tijde van de werkzaamheden daar, ongeveer 55.000 mensen te voorzien van een tijdelijke trajectkaart voor het openbaar vervoer? 1)

Antwoord:
Ja, het gaat echter niet om de A6 maar om de A9 tussen de knooppunten Holendrecht - Diemen ook bekend onder de naam Gaasperdammerweg. Hier zal in de periode van 27 mei t/m 3 september 2005, groot onderhoud plaats vinden, waarbij nog maar één rijstrook per richting open blijft en op één na (richting AMC en IKEA) alle op- en afritten worden afgesloten. Rijkswaterstaat directie Noord-Holland heeft met de Provincie Noord- Holland, Regionaal Orgaan Amsterdam en de Kamer van Koophandel opdracht gegeven aan de stichting Verkeeradvies om in die periode het gebruik van openbaar en collectief vervoer extra te stimuleren en te faciliteren. Het doel is grootschalig fileleed, economische schade en overlast voor omwonenden te voorkomen en te reduceren (ook t.b.v. de A1, A6 en A2). Het streven is dagelijks 5000 minder automobilisten of ca. 5-10% minder autogebruik te bereiken.

Een speciaal opgerichte stichting Amsterdam Zuidoost Bereikbaar wil met steun van de daar gevestigde bedrijven de 'ZuidOost-pas' gaan verstrekken aan forensen. Deze passen geven toegang tot het gebruik van extra ingekochte zitplaatsen in treinen van de NS en in speciale shuttlebussen tussen de stations (Bijlmer en Duivendrecht) en de gebouwen waarin deze forenzen werken. Werkgevers zijn bereid mee te betalen, op basis van 1 arbeidsverliesuur per medewerker, aan de kosten die de stichting maakt en ook de adresgegevens van hun forensen ter beschikking te stellen. De stichting kent ook een hardheidsclausule voor forensen waarvan de werkgever niet in staat is een bijdrage te leveren. Momenteel hebben circa 13.000 werknemers zich bij de stichting aangemeld voor de pas.

Vraag 2:
Ziet u in dit initiatief uit het bedrijfsleven, naast een goed middel om de congestie te verminderen, ook een kansrijke proef om autogebruikers op een positieve manier kennis te laten maken met het OV? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet? 2)

Antwoord:
Ja, omdat de meerderheid van de werknemers gewend is om alleen de auto te gebruiken voor het woon-werkverkeer en omdat nu een aantrekkelijke mogelijkheid wordt geboden om soms ook voor de trein en de bussen te kiezen, al is het maar voor het laatste deel van hun reis. Het is voor Nederland tamelijk uniek dat werkgevers in deze mate bereid zijn mee te betalen aan openbaar vervoer en de locatiebereikbaarheid. Het is tevens een mooi voorbeeld van vervoermanagement omdat de initiatiefnemende overheden en bedrijfsleven gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen om te zoeken naar oplossingen om de locatiebereikbaarheid te waarborgen.

Vraag 3:
Klopt het dat dit initiatief zou kunnen stranden wanneer de Belastingdienst zou besluiten om het advies van de Inspecteur te Amsterdam om in deze casus te spreken van "vervoer vanwege de overheid" naast zich neer te leggen? 3)

Vraag 4:
Deelt u de opvatting dat een dergelijk besluit een negatief signaal zou betekenen voor publiek-private initiatieven? Hoe ziet u dit, ook in het licht van "de andere overheid"?

Antwoord op vraag 3 en 4:
De overheid en het bedrijfsleven betalen gezamenlijk de kosten van de ZuidOost-pas, waarbij de overheid het grootste deel van de kosten draagt. Gelet op de financiële en organisatorische betrokkenheid van de werkgevers stelt de Belastingdienst zich op het standpunt dat bij de verstrekking van de ZuidOost-passen sprake is van 'vervoer vanwege de werkgever'. Deze verstrekking leidt op zichzelf niet tot belastingheffing, maar heeft wel tot gevolg dat de daarnaast betaalde reiskostenvergoedingen niet onbelast kunnen blijven. Het is zeer bezwaarlijk om de veelal in CAO's vastgelegde reiskostenvergoedingen voor een korte periode aan te passen of in te trekken, temeer omdat werknemers niet op alle dagen (of niet de gehele reisafstand) met de ZuidOost-pas zullen reizen. Werknemers zullen dus niet willen afzien van hun volledige reiskostenvergoeding om een ZuidOost-pas te krijgen. Gelet op dit wisselende reispatroon en het grote aantal werknemers zal belastingheffing over de doorbetaalde reiskostenvergoedingen gedurende een korte periode leiden tot een forse stijging van de administratieve lasten bij de deelnemende werkgevers. Dat zou een grote belemmering vormen voor de slagingskans van dit tot heden unieke initiatief van de samenwerkende overheden en het bedrijfsleven. De staatssecretaris van Financiën heeft daarom besloten om in een beleidsbesluit de weg vrij te maken voor een onbelaste doorbetaling van de bovengenoemde reiskostenvergoedingen. In vervolg op dat beleidsbesluit zal hij in een wetgevend traject vastleggen onder welke voorwaarden in toekomstige situaties eenzelfde handelwijze mogelijk is. Belangrijke criteria zullen daarbij zijn dat de financiering van de vervoerbewijzen grotendeels door de overheid plaatsvindt en dat gelet op de duur van het verkeersproject slechts korte tijd sprake is van samenloop van reiskostenvergoedingen en vervoerbewijzen. In die situatie staat een aanpassing van de reiskostenvergoedingen niet in verhouding tot het voorkomen van grootschalig fileleed, economische schade en overlast voor omwonenden.

Vraag 5:
Zou het, in verband met de tijdsdruk op het gehele project, mogelijk zijn dat u de Kamer hierover zo spoedig mogelijk bericht?

Antwoord:
Ja.

Voetnoten in vragen:

1) Werkgevers werken samen met RWS, Provincie NH en ROA.
2) Doel = 5.000 minder auto's in de spits, volgens RWS noodzakelijk om grootschalige problemen te voorkomen.

3) Belangrijke argumenten in deze zijn het feit dat de overheden RWS, provincie NH en ROA middels de Stichting Amsterdam Zuidoost Bereikbaar het vervoersaanbod organiseren, verstrekken én meer dan de helft van de kosten hieromtrent voor hun rekening nemen. De bijdragen van werkgevers in de kosten worden beschouwd als een vorm van "retributie". Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs