De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: FEZ. 2005/783
datum: 25-04-2005
onderwerp: Instelling Voedsel en Waren Autoriteit als
baten-lastendienst
Bijlagen: 4
Geachte Voorzitter,
1. Inleiding en samenvatting
Op grond van de voorhangprocedure van artikel 10 van de
Comptabiliteitswet 2001 leg ik u hierbij mijn voornemen voor om met
ingang van 1 januari 2006 over te gaan op het instellen van een dienst
die het baten-latenstelsel voert, te weten de Voedsel en Waren
Autoriteit (VWA). Deze voorhangprocedure houdt in dat het besluit niet
eerder wordt genomen dan 30 dagen nadat het voornemen daartoe
schriftelijk ter kennis is gebracht van de Tweede Kamer van de
Staten-Generaal. Indien de Kamer binnen 30 dagen na ontvangst van de
kennisgeving of binnen 14 dagen na het verstrekken van nadere
inlichtingen zich uitspreekt tegen het voorgenomen besluit, wordt het
besluit niet aangenomen.
Het kabinet is, gehoord het positieve oordeel van de
Toetsingscommissie Verzelfstandigingen, met mij van mening dat de VWA
heeft aangetoond te kunnen voldoen aan de specifieke beheersregels die
gelden voor een baten-lastendienst.
2. Ministeriële verantwoordelijkheid
Met de introductie van baten-lastendiensten binnen de Rijksoverheid is
de mogelijkheid gecreëerd om met behoud van de volledige ministeriële
verantwoordelijkheid de beperkingen in de bedrijfsvoering, die goede
prestatieafspraken in de weg staan, weg te nemen. Deze diensten
kenmerken zich door een resultaatgericht besturingsmodel in combinatie
met een baten-lastenadministratie. De ministeriële
verantwoordelijkheid bij baten-lastendiensten houdt in dat de minister
door het parlement ter verantwoording kan worden geroepen voor het
gehele handelen van de dienst. Als minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV) zullen mijn bevoegdheden ten aanzien van de VWA
volledig intact blijven.
3. Waarom de overgang naar baten-lastendienst
De VWA bestaat op dit moment uit drie onderdelen. Het is de bedoeling
hiervan één organisatie te maken. De drie betreffende
organisatie-onderdelen voeren elk al een baten-lastenstelsel.
De VWA/RVV en de VWA/KvW zijn respectievelijk 3 en 5 jaar een
baten-lastendienst, de VWA/CE heeft de status van tijdelijke
baten-lastendienst. Door de fusie van de drie onderdelen tot één VWA
is het een logische vervolgstap om de baten-lastenbenadering ook op de
gehele organisatie toe te passen.
Een baten-lastenstelsel heeft diverse voordelen.
Ten eerste leidt het baten-lastenstelsel tot meer transparantie in de
bedrijfsvoering en tot meer inzicht in de doelmatigheid.
Ten tweede worden met behulp van het baten-lastenstelsel de kosten
direct gekoppeld aan de producten. In samenhang met het
resultaatgerichte besturingsmodel biedt dit de mogelijkheid om de VWA
te sturen en bekostigen op basis van de prestaties die het levert.
Bovendien wordt de vergelijkbaarheid van de prestaties over de jaren
heen vergemakkelijkt.
Ten derde geeft het baten-lastenstelsel meer mogelijkheden aan het
management van de VWA om de meest doelmatige mix van arbeid en
kapitaal te kiezen. Daarbij schept het betere voorwaarden voor een
doelmatig activabeheer doordat de investeringen in het verleden mede
bepalend zijn voor de jaarlijkse kosten. Door een beperkte
mogelijkheid tot reservering biedt het baten-lastenstelsel de
mogelijkheid om een buffer te vormen om fluctuaties in de exploitatie
op te vangen. Een en ander leidt tot een grotere flexibiliteit in de
bekostiging van de organisatie. Ten vierde bevordert het
baten-lastenstelsel een zakelijke relatie tussen de baten-lastendienst
en het moederdepartement. Er kunnen met de baten-lastendienst
afspraken gemaakt worden over de hoeveelheid en de kwaliteit van de te
leveren producten en de daaraan verbonden prijs. Vervolgens wordt daar
achteraf verantwoording over afgelegd. Dit kan bijdragen aan de
verbetering van zowel de doelmatigheid als de doeltreffendheid van de
beleidsuitvoering.
4. De wijze waarop de dienst voldoet aan de instellingsvoorwaarden
Om de status van baten-lastendienst te verkrijgen, moet worden voldaan
aan de twaalf instellingsvoorwaarden die staan beschreven in de
'Wegwijzer baten-lastendiensten'.
De praktijk leert dat het toepassen van de instellingsvoorwaarden een
groot veranderproces is. Niet alleen voor de dienst zelf, maar ook
voor haar omgeving. Het is meer dan alleen het formuleren van een
papieren werkelijkheid. Het resultaatgericht werken moet 'tussen de
oren' komen te zitten bij zowel de baten-lastendienst als haar
omgeving.
Om aan deze instellingsvoorwaarden te voldoen is binnen de VWA een
aparte projectorganisatie opgezet. De instellingsproducten zijn in
overleg met het Begeleidingteam Verzelfstandigingen (Bifi-team)
totstandgekomen. Het voldoen aan de instellingseisen maakt onderdeel
uit van een groter veranderproces bij de VWA, namelijk de
daadwerkelijke fusie en reorganisatie van de VWA/RVV, VWA/KvW en de
VWA/CE.
De VWA heeft in het kader van de 'groenlichtmeting' de
instellingsdocumenten voorgelegd aan de Toetsingscommissie
Verzelfstandigingen. Inmiddels heeft de Toetsingscommissie
Verzelfstandigingen het groene licht gegeven om de voorhangprocedure
richting de Tweede Kamer te starten.
Als bijlage treft u een overzicht aan van de instellingsvoorwaarden en
een korte toelichting welke aanpak de VWA heeft gehanteerd om hieraan
te voldoen. Tevens zijn de managementafspraken met de eigenaar en de
opdrachtgevers bijgevoegd. De achterliggende stukken over de
instellingsvoorwaarden liggen ter inzage bij de griffie.
5. Doelmatigheid en nulmeting
Zoals gezegd de instelling van een baten-lastendienst wordt met beoogd
de doelmatigheid van de dienst te vergroten. De VWA zal de
doelmatigheid van de dienst monitoren. Hiervoor hanteert ze
doelmatigheidsindicatoren per productensoort (inspecties, monsters,
keuringen). De belangrijkste indicator is de kostprijs per inspectie,
keuring of monster. Simpel gezegd is een lagere prijs per product een
teken dat de organisatie doelmatiger werkt, bij een gelijkblijvende
kwaliteit.
Om dit aan te tonen worden drie kwaliteitsindicatoren gebruikt. Voor
inspecties en monsters zijn dit ten eerste de tijdsduur ervan en ten
tweede het percentage afwijkingen van de inspecties ten opzichte van
de vastgestelde norm in de voorcalculatie. Voor keuringen telt, als
derde indicator, het percentage toegekende bezwaarschriften op
facturen en werkzaamheden van de VWA. Tevens is een toename van de
kwaliteit, bij een gelijkblijvende kostprijs, een indicatie van een
doelmatige uitvoering.
Voor een goede analyse van de doelmatigheid van een baten-lastendienst
is het van belang dat voorafgaand aan de start een nulmeting wordt
uitgevoerd. Met behulp van deze nulmeting kan vervolgens de jaren erna
worden gekeken of inderdaad de doelmatigheid van de dienst is
toegenomen. Gedurende 2005 wordt informatie die hiervoor relevant is
bijgehouden in de managementsrapportagesystemen. Een eerste indicatie
van doelmatigheidsverandering zullen dezelfde indicatoren voor het
jaar 2006 zijn. In dezelfde periode hebben ook andere processen
invloed op de doelmatigheid, te weten de fusie, de reorganisatie, het
afstoten van werkzaamheden en het veranderen van het takenpakket door
de invoering van EU-verordeningen. Een meer precieze vergelijking zal
liggen in de vergelijking tussen 2007 en 2006.
6. Stand van zaken financieel beheer
Een belangrijk kenmerk van het baten-lastendienstmodel is een grotere
transparantie ten aanzien van de prestaties en bedrijfsvoering. Mede
door deze grotere transparantie krijgt het financieel beheer elk jaar
veel aandacht in de rapportage van de Algemene Rekenkamer. De
baten-lastendiensten dienen ook het voorbeeld te zijn van goede
bedrijfsvoering binnen de rijksoverheid. Derhalve wordt er groot
belang gehecht aan het op orde zijn van het financieel beheer van
baten-lastendiensten.
Eind januari 2005 is het plan van aanpak financieel beheer
vastgesteld. Gezien het feit dat de verschillende VWA-onderdelen reeds
beschikken over een baten-lasten administratie is dit plan van aanpak
met name gericht op de integratie en afstemming van het bestaande
financieel beheer ten behoeve van de VWA 2006.
Het financieel beheer is primair gericht op rechtmatige besteding van
begrotingsgelden, de volledigheid van de opbrengstverantwoording en
een betrouwbare verantwoording over deze opbrengsten. Het financieel
beheer wordt ondersteund door verschillende administratieve systemen
van de VWA/RVV, de VWA/KvW en de VWA/CE, de procedures en
werkinstructies en de managementrapportages voor sturing en
verantwoording van de verschillende processen.
Het toetsingskader 'financieel en materieel beheer' dat wordt
gehanteerd voor de departementale mededeling bedrijfsvoering is als
uitgangspunt genomen voor de behandeling van alle aspecten van het
beheer. Dit heeft geleid tot een systematische en controleerbare
beoordeling van het financieel beheer binnen de VWA.
7. De wijze waarop de Tweede Kamer in de ontwerpbegroting en de eerste
suppletore begroting geïnformeerd zal worden
In de ontwerpbegroting wordt de baten-lastendienst toegelicht op het
betreffende beleidsartikel. Prestatiegegevens over de
baten-lastendienst worden opgenomen in de toelichting op de
beleidsartikelen. Deze gegevens met bijbehorende waarden vormen het
uitgangspunt voor het verder in de tijd volgen van de
doelmatigheidsontwikkeling. De paragraaf inzake de baten-lastendienst
bevat toelichtende, aanvullende gegevens met betrekking tot de
bijbehorende financiële overzichten. In de toelichting wordt daarnaast
een indicatieve openingsbalans opgenomen.
De eerste suppletore begroting in het eerste uitvoeringsjaar als
baten-lastendienst bevat de definitieve openingsbalans. Daarnaast
wordt in deze suppletore begroting de formele nulmeting opgenomen.
8. Tot slot
De VWA heeft zich terdege voorbereid om te voldoen aan de
instellingseisen. Ik ben ervan overtuigd dat de VWA op verantwoorde
wijze zal functioneren als één baten-lastendienst. Bovendien ben ik
van mening dat de VWA zich als een slagvaardige en doelgerichte
organisatie verder zal ontwikkelen. Ik verzoek de Tweede Kamer daarom
in te stemmen met het voornemen om de VWA per 1 januari 2006 de
definitieve status van baten-lastendienst te geven.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Bijlage 1 - Instellingsvoorwaarden VWA
Bijlage 2 - Aansturingsconvenant VWA
Bijlage 3 - Opdrachtgeversconvenant LNV-VWA
Bijlage 4 - Opdrachtgeversconvenant VWS-VWA
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit