Taalunieministers bekrachtigen nieuwe Woordenlijst
Den Haag, 25 april 2005
In oktober nieuwe Woordenlijst Nederlandse Taal
De ministers van de Nederlandse Taalunie hebben zich vandaag akkoord
verklaard met de voorstellen voor de nieuwe editie van de Woordenlijst
Nederlandse Taal. Ook hebben ze ingestemd met de maatregelen die de
nieuwe editie zullen begeleiden. De nieuwe Woordenlijst zal vanaf 15
oktober aanstaande verschijnen en vervangt de editie uit december
1995. Al in 1994 hebben de verantwoordelijke ministers besloten dat er
om de tien jaar een nieuwe actuele editie van de Woordenlijst zou
verschijnen, met behoud van de officiële spellingvoorschriften.
De ministers zullen de landen van de Taalunie - Nederland,
België/Vlaanderen en Suriname - vragen om hun nationale
spellingregelgeving aan de besluiten van de Taalunie aan te passen.
Zij zullen Nederland en Vlaanderen voorstellen om de invoeringsdatum
van de spelling volgens de nieuwe Woordenlijst vast te stellen op 1
augustus 2006. Voor zowel het Nederlandse als het Vlaamse onderwijs
gaat de nieuwe situatie dus in vanaf het begin van het schooljaar 2006
2007.
Voornaamste wijzigingen
De opvallendste verandering betreft het gebruik van de n- in
samenstellingen met een dierennaam als eerste en een plantkundige
aanduiding als tweede deel. Deze samenstellingen waren tot nu toe
uitgesloten van de hoofdregel, waardoor er geen n- werd ingevoegd
(kattekruid, muizekervel, paardebloem). Voortaan worden deze woorden
gespeld als kattenkruid, muizenkervel, paardenbloem. De Werkgroep
Spelling, die was belast met het formuleren van
herzieningsvoorstellen, heeft vastgesteld dat de
paardebloemuitzondering bij veel taalgebruikers aanleiding gaf tot
twijfel. Vooral woorden als kreefte(n)sla (geen plantnaam maar een
gerecht ) en muize(n)tarwe (geen plantnaam maar een gif) leverden
problemen op. Vergelijk ook kreeftensoep en muizengif.
De andere veranderingen liggen op woordniveau en passen in de opdracht
om te zorgen voor een grotere gelijkvormigheid. Het gaat vooral om
aspecten die niet of heel oppervlakkig in de officiële voorschriften
worden behandeld, zoals het gebruik van de hoofdletter, de
schrijfwijze van afkortingen, de vervoeging van Engelse werkwoorden,
de schrijfwijze van verkleinwoorden van leenwoorden uit het Engels en
Frans en het aan elkaar, los of met koppelteken schrijven van
combinaties uit het Engels. Dat deze aspecten voor taalgebruikers een
voortdurende bron van twijfel zijn blijkt uit het aantal vragen die
taaladviesdiensten te verwerken krijgen.
Wat de combinaties uit het Engels betreft wordt een duidelijker
onderscheid gemaakt tussen woordcombinaties die los worden geschreven
en samenstellingen die aan elkaar worden geschreven. De bijstelling
leidt tot veranderingen van het type: full colour (was: fullcolour),
eyeopener (was: eye-opener), online (was: on line), pullover (was:
pull-over). Een voorbeeld van aanpassing van het gebruik van kapitalen
is de hoofdletter voor volkennamen. Nu is het zo dat als de naam van
een volk samenhangt met een aardrijkskundige naam, er een hoofdletter
wordt gebruikt - bijv. Belg, samenhangend met België. Betreft het een
volk zonder land, dan moet het een kleine letter zijn: bantoe, kelt en
azteek. In de nieuwe Woordenlijst is het Bantoe, Kelt en Azteek.
Volgens dat principe schrijven wij voortaan ook Palestijn en Jood.
Leidraad en woordenlijst
Maar de belangrijkste vernieuwing is dat de tekst van de Leidraad
beter aansluit bij de behoeften van de taalgebruiker. De indeling in
hoofdstukken en paragrafen is overzichtelijker en bevat een
uitgebreide index met trefwoorden, zodat de taalgebruiker snel zijn
weg vindt. Bovendien is het aantal taalkundige termen tot een minimum
terugbracht, bevat de tekst veel meer voorbeelden en zijn er
diagrammen en overzichtsschema's opgenomen.
Belangrijkste aanpassing in het alfabetische gedeelte met trefwoorden
is de beperking van het aantal doorzichtige samenstellingen zonder
spellingproblemen. De eerste editie bevatte vaak lange reeksen van
samenstellingen met een gemeenschappelijk eerste deel, zoals de meer
dan 130 trefwoorden die beginnen met geld- (geldautomaat, geldhandel,
geldmarkt, geldstroom, geldzak e.d.). Voortaan zullen alleen de meest
voorkomende vormen worden opgenomen, zodat er ruimte komt voor woorden
die aanleiding geven tot spellingtwijfel. Hiertoe behoren onder andere
leenwoorden uit het Arabisch, Hebreeuws, Jiddisch en Japans.
Omdat Suriname is toegetreden tot de Nederlandse Taalunie en de
spelling van de Taalunie ook in de Republiek Suriname officieel zal
worden ingevoerd, zijn ook specifiek Surinaams-Nederlandse woorden
opgenomen. Het gaat om ongeveer vijfhonderd gewone woorden die in
Vlaanderen en Nederland niet bekend zijn. Tien jaar geleden werden al
trefwoorden opgenomen die alleen in Nederland of alleen in Vlaanderen
werden gebruikt. Woorden die specifiek zijn voor één variëteit van het
Nederlands worden niet speciaal gemarkeerd. De Woordenlijst wil alleen
op spellinggebied normatief zijn. Zij schrijft niet voor welke woorden
goed Nederlands zijn.
Specifieke maatregelen
De Taalunie heeft samenwerking gezocht met de makers van andere
gezaghebbende spellingbronnen, zoals woordenboeken en programma's voor
spellingcontrole. In het vervolg zullen al die partijen gebruikmaken
van precies dezelfde set regels en principes en zal er afstemming
plaatsvinden als er zich bij toepassing van de regels problemen
voordoen. Producten waarvan de spelling overeenkomt met de
Woordenlijst mogen een spellingkeurmerk van de Taalunie voeren. Dat
merkteken is een garantie dat de betrokken producten als gezaghebbende
spellingbronnen kunnen worden gebruikt.
Op 15 oktober aanstaande verschijnen de herziene Woordenlijst en
verschillende andere bronnen die het spellingkeurmerk van de Taalunie
mogen voeren. Ruim voor die tijd, op 15 juni aanstaande, zullen de
basisgegevens beschikbaar zijn voor alle uitgevers, ook die van
niet-taalkundige werken. Met de uitgevers van schoolboeken zal de
Taalunie nagaan hoe ze hun methodes het beste aan de herziene
Woordenlijst kunnen aanpassen en hoe de Taalunie daarbij kan helpen.
Burgers kunnen vanaf 15 oktober 2005 de Woordenlijst kosteloos
raadplegen via de website van de Taalunie (www.taalunieversum.org).
Met vragen kunnen ze vanaf die datum terecht op de taaladviessite van
de Taalunie (www.taaladvies.net). De taaladviesdienst van het
Genootschap Onze Taal en de Dienst Taaltelefoon van het Ministerie van
de Vlaamse Gemeenschap zullen de vragen beantwoorden.
In de Nederlandse Taalunie voeren de Nederlandse, Vlaamse en
Surinaamse overheid gezamenlijk beleid op het gebied van Nederlandse
taal, onderwijs en letteren. De Taalunie ziet het als haar opdracht om
ervoor te zorgen dat alle Nederlandssprekenden hun taal op een
doeltreffende en creatieve manier kunnen gebruiken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ilse van Bladel van de
Nederlandse Taalunie via telefoon + 31 70 346 95 48 of e-mail:
ivanbladel@taalunie.org.
Bijlagen
Bijlage 1 - Veranderingen in vergelijking met de opdracht
Bijlage 2 - Uitwerking in woordenlijst
Bijlage 3 - Flankerend beleid
Bijlage 4 - Invoeringstraject
Persverklaring Vlaams minister Vandenbroucke
Lijst voorbeelden
© Nederlandse Taalunie, 2000-2005 alle rechten voorbehouden
Nederlandse Taalunie