Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de reactie aan op uw verzoek van 7 april 2005 met kenmerk 05-BuZa-26. Het betreft nadere informatie over de Amerikaanse Quadrennial Defense Review (QDR) naar aanleiding van een briefing over dit onderwerp aan de Permanente Vertegenwoordigers bij de NAVO op 13 april 2005.
De briefing werd verzorgd door de Amerikaanse onderminister van Defensie belast met beleidszaken, Douglas Feith. Eerder, op 30 maart jl., werden de defensieattachés van de ambassades van de Bondgenoten in Washington gebrieft door een assistent-minister van Defensie, Jim Thomas. Beide briefings verliepen langs dezelfde lijnen.
De strategische basis voor de nieuwe vierjaarlijkse QDR wordt gevormd door de op
1 maart jl. gepubliceerde Nationale Defensie Strategie (NDS) en de Nationale Militaire Strategie, die voor een deel bestaat uit geheime bijlagen. Onderminister Feith gaf aan dat de belangrijkste doelstelling van deze QDR, die in februari 2006 aan het Congres zal worden aangeboden, het vaststellen is van de capaciteit die nodig is om de NDS uit te voeren en de prioriteiten die daarbij moeten worden gesteld.
Er zijn door de Verenigde Staten vier hoofdgebieden geïdentificeerd die relevant zijn voor de toekomstige omvang, samenstelling en capaciteit van de Amerikaanse strijdkrachten:
het opbouwen van coalities om terroristische netwerken te verslaan;
het verdedigen van het eigen Amerikaanse grondgebied;
de politiek-militaire afstemming met landen die belangrijk zijn voor de veiligheid in de wereld;
het voorkomen van het verkrijgen en gebruiken van massavernietigings-wapens door staten of niet-statelijke actoren.
Onderminister Feith meldde voorts dat een aantal teams is geformeerd dat de komende maanden de hoofdonderwerpen van de QDR nader zal uitwerken.
Feith gaf aan bijdragen van de bondgenoten en partners van de Verenigde Staten op prijs te stellen. De VS had van eerdere QDR's geleerd dat het verstandig was andere landen erbij te betrekken. Deze consultaties dienden volgens de VS plaats te vinden binnen de bestaande NAVO-structuren. Ook stelde Feith dat de VS voornemens was bilateraal overleg te voeren. Er werden geen specifieke landen genoemd. Evenmin werd aangegeven op welke wijze dit bilaterale consultatieproces vorm zal krijgen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken