Ingezonden persbericht
Omvang bewegingsonderwijs vogelvrij
Minister van der Hoeven wil af van urenbescherming lichamelijke opvoeding
Zeist, 25 april 2005 - Minister van der Hoeven (OCW) wil het verplichte aantal uren lichamelijke opvoeding op middelbare scholen afschaffen. De omvang van het bewegingsonderwijs op scholen in het VMBO, HAVO en VWO wordt daarmee vrijgegeven. Hierdoor bestaat geen enkele garantie meer dat kinderen gedurende hun schooltijd genoeg aan beweging doen en gaat de hoeveelheid beweegtijd per school sterk verschillen. De Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO) verzet zich met kracht tegen dit beleidsvoornemen. Deze week is de KVLO daarom een petitie-actie gestart. Alle relevante organisaties in de onderwijs- en sportwereld worden benaderd om een petitie aan de Tweede Kamer te ondertekenen tegen het voornemen van de minister.
KVLO-voorzitter Gert van Driel: "Bewegen en sport zijn noodzakelijk in het dagelijks leven van jongeren. De school is bij uitstek de plaats om alle jongeren te bereiken en bewegingsbekwaam te maken. Jongeren leren op school een verantwoorde keuze te maken uit het bewegingsaanbod, en hun eigen voorkeuren te ontdekken, zodat ze nu en later met plezier kunnen bewegen. Het is daarom een bijzonder slecht signaal en een tegengestelde beweging om de beschermde status die de lichamelijke opvoeding nu nog heeft af te schaffen. Scholen hebben het financieel moeilijk en zullen snel geneigd zijn te bezuinigen op dit vak omdat ze daar niet op worden afgerekend".
Koos van den IJssel, rector van het Atlas College in Rijswijk en voormalig docent LO, onderkent dit probleem: "Vanuit mijn eigen ervaring kan ik zeggen dat veel scholen het water tot aan de lippen staat. Het is erg verleidelijk om de lessen LO te beperken en zo meer lucht te krijgen".
Gevolgen minder uren bewegen desastreus
Algemeen wordt erkend dat het gezond is om te bewegen. Het beschermen van uren lichamelijke opvoeding is een eenvoudige en goedkope manier om alle jongeren een minimum aan bewegen per week te garanderen. Ook in de huidige situatie voldoen veel leerlingen in hun gedrag niet aan de beweegnorm voor gezond bewegen (52% van de leerlingen in het vmbo: onderzoek TNO). Het aantal uren dat kinderen nu lichamelijke opvoeding krijgen, is ruim twee uur per week. De KVLO vindt dat het tenminste drie uur zou moeten zijn. Bij een afnemende beweegtijd op school zal het aantal leerlingen dat niet voldoet aan de beweegnorm alleen maar toenemen. Met alle risico's op een slechte gezondheid en overgewicht.
Veel partijen steunen KVLO
Diverse belanghebbende partijen, maar ook niet direct belanghebbenden, hebben de KVLO al steun betuigd: het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), de Nederlandse Hartstichting, het VU medisch centrum, de leerlingenvereniging LAKS, ouderverenigingen, het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB), het Nederlands instituut voor lokale sport en recreatie (LC), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het NOC*NSF en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg.
Floris Sanders, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg: "Dit is nu typisch een voorbeeld waarbij deregulering te ver doorschiet. Sommige zaken moet de overheid juist beschermen en vastleggen. Dat geldt vooral als het om de gezondheid en het voorkomen van overgewicht gaat. Het maatschappelijk belang van voldoende en goed bewegen is groot en de school speelt daarin een sleutelrol. De raad heeft juist in 2002 de minister van VWS geadviseerd om het aantal uren bewegingsonderwijs op school uit te breiden."
Voorzitter van het NOC* NSF, mevrouw Erica Terpstra, in een reactie op het voornemen van minister van der Hoeven: "Als de afschaffing van de urenverplichting leidt tot minder sport en bewegen op school, dan zijn we verkeerd bezig. Dan staan alle seinen op rood! Jongeren moeten juist meer sporten om problemen met overgewicht en gezondheid te voorkomen."
Voornemen in strijd met veel overheidsbeleid
Het voornemen van Van der Hoeven is ook in tegenspraak met het beleid van VWS. Dit ministerie voert momenteel een grote campagne (FLASH), met als doel de norm voor gezond bewegen bij alle leeftijdsgroepen meer bekend te maken. Hetzelfde ministerie is bezig met de voorbereiding van een nieuwe Sportnota, waarin als één van de belangrijke beleidsdoelen wordt genoemd: een toename van het aantal personen dat voldoet aan de norm voor gezond bewegen (voor jongeren tot 18 jaar is dat één uur matig tot intensief bewegen per dag).
Daarnaast wordt in het project 'School en Sport' samengewerkt door een aantal landelijke partners dat betrokken is bij sport en bewegen voor jongeren: NOC*NSF, LC, VNG, NISB en KVLO. Eén van de belangrijkste doelen van de samenwerking is het realiseren van vijf uur bewegen per week, waarvan drie uur onder schooltijd, voor alle jongeren in school- en sportverband. Dit project wordt betaald en ondersteund door de ministeries van VWS en OCW.
Politieke situatie
Naar verwachting zal de Kamer vlak voor of na het zomerreces de wetswijziging in de wet Voortgezet Onderwijs behandelen waar dit voornemen deel van uitmaakt (artikel 22, lid 3, en artikel 23 van het Inrichtingsbesluit). KVLO-voorzitter Van Driel hoopt dat de Kamer een amendement zal indienen waardoor de beschermde status gehandhaafd blijft. De politieke beslissing moet dus nog vallen.
"We hebben wat dat betreft wel enige hoop. Op 13 april heeft het Tweede-Kamerlid Jan Rijpstra (VVD) schriftelijke vragen over dit onderwerp gesteld. Bij de behandeling van de begroting van VWS in december 2004 heeft Rijpstra ook al een motie ingediend waarin de regering gevraagd wordt om alle leerlingen in de leerplichtige leeftijd tenminste drie uur lichamelijke opvoeding per week aan te bieden. Deze motie is met een zeer brede steun in de Kamer aangenomen. Ik hoop dus van ganser harte dat de Kamer zichzelf aan deze uitspraak houdt!"
Ingezonden persbericht