Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Koenders over beëindiging van de OVSE-grensmonitoringsmissie in Georgië. Deze vragen werden ingezonden op 25 maart 2005 met kenmerk 2040511230.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Koenders (PvdA) over beëindiging van de OVSE-grensmonitoringsmissie in Georgië.

Vraag 1
Kunt u de stand van zaken aangeven inzake het aflopen van de grensmonitoringsmissie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Georgië?

Antwoord
De Russische Federatie heeft eind december 2004 niet ingestemd met verlenging van de Border Monitoring Operation (BMO) van de OVSE. Begin januari is begonnen met de ontmanteling van de BMO. Dit proces zal naar verwachting half april zijn afgerond.

Vraag 2
Is door Nederland en de EU gepoogd druk uit te oefenen op Rusland om te voorkomen dat de missie beëindigd moest worden? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Ja. Al tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap is door de EU herhaaldelijk bij de Russische OVSE delegatie in Wenen aangedrongen in te stemmen met voortzetting van de BMO. De voortzetting van de BMO was ook onderwerp van gesprek van de EU-trojka en de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov op 28 februari jl.. Ook in andere contacten op politiek niveau blijft de EU trachten de Russische Federatie tot medewerking te bewegen. Tot heden blijft de Russische Federatie echter voortzetting van de BMO afwijzen.

Vraag 3
Welke rol is de EU van plan te spelen bij een mogelijke overname van de OVSE-missie? Pleit u voor een substantieel mogelijke missie?

Vraag 4
Onderschrijft u het risico dat Russische tegenwerking vergroot wordt indien er een vacuüm ontstaat tussen het beëindigen van de OVSE-missie en een mogelijke overname door een EU-missie? Welke stappen worden binnen OVSE en EU ondernomen om dit te voorkomen?

Antwoord
Reeds onder Nederlands EU-voorzitterschap werd een eerste aanzet gegeven voor het onderzoeken van mogelijke alternatieven voor de BMO, zoals een waarnemingsmissie in EVDB-kader. In EU-kader is inmiddels besloten tot uitbreiding van de staf van de Speciaal Vertegenwoordiger van de EU (SVEU) Talvitie met een beperkt aantal waarnemers die opereren vanuit Tbilisi. Hiermee is een signaal aan de Russische Federatie afgegeven dat het de EU ernst is met handhaving van een vorm van internationale betrokkenheid bij grenswaarneming in de desbetreffende regio. De waarnemers kunnen ook voorbereidend werk verrichten ten behoeve van de besluitvorming binnen de EU over mogelijke vervolgstappen. Binnen de OVSE wordt voorts de laatste hand gelegd aan een voorstel voor de training van Georgische grenswachten. De algehele Nederlandse inzet is erop gericht een vorm van internationale betrokkenheid in het grensgebied te behouden die bijdraagt aan de stabiliteit en het onderlinge vertrouwen in de regio bevordert.

Vraag 5
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is ten aanzien van de zorgelijke situatie in de Georgische gevangenissen naar aanleiding van rapportages van het Comité ter Voorkoming van Foltering (CPT) (op basis van bezoeken in 2003)? Welke stappen worden ondernomen binnen de Raad van Europa om te zorgen dat deze rapporten ook worden gepubliceerd?

Antwoord
Het Comité ter Voorkoming van Foltering heeft in 2001 Georgië bezocht. Het follow-up bezoek vond plaats in november 2003 en vanwege de veranderde politieke situatie nogmaals begin 2004. Eind juli 2004 is het vertrouwelijke rapport van de CPT overhandigd aan de Georgische autoriteiten met het verzoek om een reactie. De inhoud is (nog) niet openbaar en mij derhalve onbekend. De reactie van Georgië wordt elk moment verwacht. Aangenomen wordt dat Georgië, tezamen met de regeringsreactie, dan tevens het rapport van het CPT zal publiceren. Overigens is publicatie geen juridische verplichting, maar wel gebruikelijk bij de Raad van Europa.


---- --