Inspectie voor de Gezondheidszorg
[s?Laatste persbericht.PUBLICATIES.->Persbericht 2005-04-25 Oefenen
Noodzaak]
Maandag 24 april 2005
HULPVERLENING ONVOLDOENDE VOORBEREID OP RAMPEN EN ZWARE ONGEVALLEN
In een dichtbevolkt land als Nederland kan een ramp ernstige gevolgen
hebben. Daarom is het van belang dat de hulpverlening goed weet hoe te
handelen als er een ramp gebeurt. Na het bijwonen van 41 oefeningen
concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg echter dat de
hulpverlening daar nog onvoldoende op voorbereid is.
De inspectie onderzocht de keten van hulpverleners die ingezet worden
als er een ramp of zwaar ongeval gebeurt: de geneeskundige
hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR). Deze keten bestaat uit
de Centrale Post Ambulancezorg, de ziekenhuizen, de GGD"s, het Rode
Kruis, de GGZ, de ambulancediensten en de huisartsen. De GHOR staat
onder verantwoordelijkheid van de Regionaal Geneeskundig Functionaris
binnen een veiligheidsregio.
Opvallend is dat de Centrale Post Ambulancezorg nauwelijks aan de
oefeningen meedoet en daarom geen routine opbouwt, terwijl zij een
cruciale rol vervult in de regievoering over de inzet van medische
hulpverleners. Ambulancediensten hebben een tekort aan ambulances en
doen daarom ook te weinig mee aan de oefeningen. De inspectie eist dat
de Regionaal Geneeskundig Functionaris op korte termijn regelt dat de
Centrale Post Ambulancezorg, de ambulancediensten en de mobiel
medische teams volwaardig meedoen aan oefeningen.
De inspectie keek ook naar de inzet van de brandweer. De brandweer is
meestal als eerste ter plaatse bij ernstige ongelukken, als medische
hulpverleners het rampterrein nog niet mogen betreden. In zulke
gevallen moet de brandweer de eerste levensreddende handelingen doen.
De brandweer houdt deze vaardigheden niet goed bij, ook al heeft elke
brandwacht een certificaat levensreddend handelen. Daarnaast zijn de
brandweer en de medische hulpverlening niet goed getraind om grote
groepen mensen te kunnen ontsmetten bij chemische of nucleaire rampen.
Evaluaties van de oefeningen zijn nauwelijks beschikbaar, waardoor
anderen niet van de ervaringen kunnen leren. De brandweer is
verantwoordelijk voor het opstellen van de evaluaties.
Oefeningen worden betaald vanuit rijks- en gemeentelijke bijdragen,
maar dat verschilt per regio. Het College Tarieven Gezondheidszorg
stelt de tarieven voor de reguliere zorg vast. Het is onduidelijk hoe
groot het bedrag is dat bestemd is voor oefeningen. De inspectie
adviseert de minister van VWS om de GHOR meer duidelijkheid te
verschaffen welke financiële regeling hier geldt.
Klik hier Klik hier om het rapport Oefenen Noodzaak te downloaden.