Ministerie van Algemene Zaken


1red15553
22-4-2005, NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 2, 18.50 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,

OVER TOPINKOMENS EN HET REFERENDUM OVER HET GRONDWETTELIJK VERDRAG VAN DE

EUROPESE UNIE


- TOPINKOMENS -

SCHILHAM:
Het blijkt nog niet zo gemakkelijk maatregelen te nemen tegen te hoge topinkomens, want u heeft er vandaag als kabinet over gesproken en u heeft niet echt nieuwe concrete maatregelen kunnen afspreken?


BALKENENDE:
Ik zie het toch iets anders. Bij topinkomens gaat het om twee heel belangrijke dingen. In de eerste plaats: weten we waarover we het hebben? Maken we de zaken open en transparant? Ik heb daar heel veel aan gedaan de afgelopen tijd. Er is een commissie geweest, Tabaksblat, die heeft bijgedragen aan het beter krijgen van inzicht. Één is dus: openheid en transparantie. Het andere is dat je zegt: degenen die de besluiten nemen moeten worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid.

SCHILHAM:
De aandeelhouders?


BALKENENDE:
De aandeelhouders.

SCHILHAM:
Het ene is een maatregel die er al was en het andere is toch . je bent toch afhankelijk van aandeelhouders. Als kabinet kunt u toch niet zo veel doen?


BALKENENDE:
Laat ik het rijtje eens even noemen: we hebben het vandaag gehad over in beeld krijgen wat er nu precies in het bedrijfsleven gebeurt. U weet dat er iets is met gouden handdrukken. Daarvan is de afspraak gemaakt dat dat beperkt zal worden tot één jaarsalaris. Hoe zit dat? Er is op dit ogenblik een commissie bezig om dat in kaart te brengen. We hebben die commissie gevraagd eerder met bevindingen te komen. U weet ook dat de bonussen vaak afhankelijk zijn van de prestaties van het bedrijf. Maar weten we genoeg? Ook dan zal de vraag zijn: hebben we die prestaties ook goed in beeld? Daar hebben we het vandaag met elkaar over gehad. We gaan in de Stichting van de Arbeid praten over: wat is er terecht gekomen van de afspraken die we vorig jaar hebben gemaakt? Toen hebben we gezegd: de werknemers moeten een pas op de plaats maken; hetzelfde moet gelden voor de top van het bedrijfsleven. Dat gesprek gaan we aan. Ten aanzien van de overheidssector zelf, de publieke sector en de semi-publieke sector, hebben we afgesproken dat we alles openbaar maken: de salarissen die uitgaan boven het salaris van een minister. Dat is dus transparantie. En we hebben gezegd: we gaan ook een norm formuleren.

SCHILHAM:
Geen enkele topman mag meer verdienen dan de minister-president?


BALKENENDE:
Dat is dan een niveau dat ietsje hoger zal zijn dan nu. Maar dat betekent dat je kiest voor een duidelijke norm.

SCHILHAM:
Heeft u de afgelopen dagen niet de verwachting gewekt dat het kabinet vandaag met stevige maatregelen zou komen om iets aan die grote stijging van topinkomens te doen?


BALKENENDE:
Ik geloof dat er geen kabinet is geweest dat zoveel maatregelen heeft genomen als wij. We hebben nu een wetsvoorstel bij de Kamer ingediend waarin informatierecht zal worden gegeven aan de OR om stil te staan bij de beloningsverhoudingen. Daarvoor bestond dat niet.

SCHILHAM:
Maar dat zijn allemaal dingen die al in het verleden gebeurd zijn. Was niet de verwachting dat u vandaag met een nieuw pakket zou komen?


BALKENENDE:
Als je zegt: een commissie die zaken in kaart brengt gaat eerder aan de slag, dan is dat niet onbelangrijk. Als wij vandaag nog eens heel duidelijk tegen elkaar hebben gezegd: er komt een norm in de overheidssfeer: topambtenaren en mensen die werken bij ZBO's, dan doe je heel concrete maatregelen. We zullen het gesprek met de Stichting van de Arbeid, werkgevers en werknemers, gaan openen over wat je kunt doen met werknemersopties, in relatie tot het betalen van de vennootschapsbelasting. Kortom: we hebben een pakket maatregelen ook vandaag weer vastgesteld dat toch wel aangeeft dat het het kabinet menens is.

SCHILHAM:
Maar was dat wat u voor ogen stond toen u de afgelopen weken dit toch heel nadrukkelijk als minister-president op de agenda zette?


BALKENENDE:
Dit stond mij voor ogen omdat we nu, ook vandaag, hebben gesproken over maatregelen in de richting van de marktsector - ik heb daar een paar voorbeelden van genoemd. We hebben vandaag gesproken over de publieke sector, de overheidssector, en de semi-publieke sector en we hebben het ook gehad over mogelijkheden in de sfeer van de fiscaliteit. We hebben een geconcentreerd debat gehad. Waarom doen we dat? Omdat wij graag zien dat er sprake is van redelijkheid in de inkomensontwikkeling.

SCHILHAM:
Toch had u misschien gehoopt dat u via de belastingen nog iets had kunnen doen: hoog belasten van bonussen. Dat lijkt nu toch weer moeilijk te zijn. In ieder geval moet u daar nog verder op studeren .


BALKENENDE:
Je moet goed kijken hoe het fiscaal klimaat in Nederland is ten opzichte van het fiscaal klimaat in andere landen. Als jij als land maatregelen neemt die zich duidelijk onderscheiden van andere landen, dan kun je jezelf uit de markt prijzen. Dat hebben we nog eens goed onder ogen gezien. We hebben natuurlijk vergeleken: wat kun je op een gegeven moment doen? Zoiets als werknemersopties is een mogelijkheid. Dat zie je ook in enkele andere landen. Daar zitten ook nadelen aan, maar daar gaan we het met elkaar over hebben, althans: bespreken met werkgevers en werknemers.

SCHILHAM:
Heeft u niet gewoon last van weerstand van de VVD-bewindslieden? Want die hoeven dat allemaal niet zo heel erg, al die fiscale maatregelen voor topsalarissen?


BALKENENDE:
Dat heeft niets te maken met de politieke kleur van bewindslieden. We hebben vandaag een goed en zakelijk debat gehad over de vraag: wat kan wel en wat kan niet? Als ik nu zie wat er allemaal is voorgesteld, waar we mee bezig waren en waar we mee aan de slag gaan, dan kun je van dit kabinet niet zeggen dat er niks gedaan wordt. Integendeel, ik geloof dat er nog nooit zoveel is gebeurd.

SCHILHAM:
U heeft topmanagers aangesproken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Nu is er gisteren een aandeelhoudersvergadering geweest van Essent. Daar heeft topman Boersma gezegd, onder druk van de publiciteit en de aandeelhouderswaarschijnlijk: 'Ik geef de helft van mijn bonus aan een goed doel.' Heeft hij daarmee zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid getoond?


BALKENENDE:
Ik vind dat ik als minister-president een beetje terughoudend moet zijn om uitspraken te doen over individuele situaties.

SCHILHAM:
U heeft er wel een uitspraak over gedaan in de afgelopen weken, toch?


BALKENENDE:
Dat ging niet over een bepaald persoon en over specifiek één topman van een energiebedrijf. Ik heb het gehad over ontwikkelingen die op een gegeven moment wel erg ver gingen. Nu is er een bepaalde stap gezet. Dat is natuurlijk een gebaar waarbij deze topfunctionaris zegt: ik trek me iets aan van de maatschappelijke discussie. Dat begrijp ik heel goed. Maar dat is wel gekleurd door een situatie in dat bedrijf. Het gaat mij om iets anders. Het gaat mij om de vraag: hoe gaan aandeelhouders om met salarisontwikkelingen, wat is redelijke en hoe voorkom je de situatie dat het gewoon te ver gaat?

SCHILHAM:
De heer Boersma was heel boos op u en op andere CDA-topmensen omdat u zo nadrukkelijk hem en anderen aan d schandpaal hebt genageld. Zo voelde hij het in ieder geval.


BALKENENDE:
Het gaat mij er natuurlijk niet om een bepaald persoon aan de schandpaal te nagelen. Als er sprake is van gekwetstheid dan moet je dat met elkaar uitspreken. Dat hoeft niet via de media te gebeuren. Het ging mij om de situatie dat je een salarisontwikkeling ziet, acht ton euro is toch heel erg veel, en dat ligt erg gevoelig bij de Nederlandse bevolking. Ik heb om die reden ook willen praten over de vraag: is dit nu een gerechtvaardigde inkomensontwikkeling? Er is veel kritiek gekomen en er is veel los gekomen. Ik ga graag het debat met de mensen aan. Geen reden om je persoonlijk gekwetst te voelen. Laten we alsjeblieft een zakelijke en eerlijke discussie met elkaar hebben over de vraag: wat is redelijk en geef je ook aan de top het goede voorbeeld.

SCHILHAM:
En als meneer Boersma zegt: dit verwacht ik niet van een christelijke premier of de premier van een partij die het evangelie hoog in het vaandel heeft?


BALKENENDE:
Ik heb ook termen gehoord als waarden en normen. Dan zeg ik op mijn beurt: tot die waarden en normen behoren ook zaken als solidariteit in de samenleving. Een stukje verantwoordelijkheid oppakken. Ook dat hoort erbij.

SCHILHAM:
U heeft geen spijt dat u uw pijlen zo gericht heeft op de energiebedrijven?


BALKENENDE:
Mijn opmerkingen gingen veel verder dan dat. Maar ik heb al veel eerder gezegd: als je aan de top staat van het bedrijfsleven en je vraagt van je eigen werknemers een pas op de plaats en een zeer gematigde loonontwikkeling, dan moet je ook zelf een beetje het goede voorbeeld geven.


- REFERENDUM GRONDWETTELIJK VERDRAG EU -

SCHILHAM:
Na de ministerraad kwam u naar buiten met een aantal collega-ministers en toen heeft u deze folder uitgedeeld op het Plein bij de Tweede Kamer. Een samenvatting van de Europese Grondwet waarover op 1 juni een referendum is. Heeft u veel mensen blij gemaakt met dit foldertje?


BALKENENDE:
Het was inderdaad wel een warm bad. Ik heb rondgelopen op het Plein en heel veel mensen gesproken. Aan iedereen die ik de folder heb gegeven heb ik gevraagd: gaat u stemmen? Ik had een 100% score. Ik heb ook gevraagd: wordt het ja, nee of twijfelt u? Ik heb daar geen nee-stemmen gehoord. Wel een aantal mensen die zeiden: ik ga het lezen en een beetje samenvatten. Deze samenvatting zal trouwens morgen bij iedereen in de bus vallen. Ik vond het wel een bemoedigend signaal.

SCHILHAM:
Begint u zich als kabinet een beetje zorgen te maken over de uitslag van het referendum, omdat u zo de staat op gaat met folders?


BALKENENDE:
Wanneer we als kabinet onlangs hebben gezegd: we moeten meer informatie geven. Er is een grondwetkrant, die trouwens een groot succes is. Er waren 200.000 exemplaren gemaakt en inmiddels zijn er 800.000 gedrukt omdat de vraag zo groot is. Als morgen deze folder bij mensen in de bus valt is het heel goed, ook als kabinet, om vandaag eens te zeggen: dan geven wij even een impuls aan dat debat, aan die campagne. Daarom hebben we dit vandaag gedaan.

SCHILHAM:
U maakt zich geen zorgen over een 'nee'?


BALKENENDE:
Er zijn zoveel goede argumenten vóór het grondwettelijk verdrag. Dat zeg ik niet alleen omdat ik premier ben van een bepaald kabinet. Nee, ook oppositiepartijen in Nederland kiezen voor dit grondwettelijk verdrag. Ook de PvdA, ook Groenlinks. 85% van de Tweede Kamer staat achter het grondwettelijk verdrag. Als we in Europa verder willen, dan heb je het over vrede op dit continent, dan heb je het over voorspoed, dat mensen banen hebben en dat het goed gaat met de economie en dan heb je het over veiligheid. Ten aanzien van die drie dingen: vrede, veiligheid en voorspoed, biedt het grondwettelijk verdrag heel veel voor. Dat is ook exact de reden waarom wij zo'n groot voorstander zijn om het grondwettelijk verdrag aangenomen te krijgen. Ik hoop dan ook dat veel mensen in Nederland het debat aangaan en kiezen voor de toekomst in Europa. Uiteindelijk gaat het om de vraag: wil je met elkaar vooruit in Europa? Daar gaat het om.

SCHILHAM:
Wat gebeurt er als er een 'nee' komt in Nederland?


BALKENENDE:
Je moet helemaal geen voeding geven aan negatieve discussies. Ik geloof ook dat je een bepaalde discussie niet dient wanneer je uit zou gaan van dat het een nee zou kunnen worden.

SCHILHAM:
Europese Commissaris Wallström zei: als dat gebeurt dan zullen ze in de hele wereld zeggen: daar heb je die gekke Europeanen weer die er een puinhoop van maken.


BALKENENDE:
Als je het grondwettelijk verdrag nu ziet, dat is gewoon beter dan de huidige verdragen, het huidige samenstel aan maatregelen. Je kunt heel goed uitleggen dat met dit grondwettelijk verdrag Europa democratischer en slagvaardiger wordt en ook efficiënter. Als je ziet dat dit verdrag zoveel voordelen biedt en dat het ook nodig is na de uitbreiding van de Europese Unie, dan zijn er eigenlijk helemaal geen argumenten om 'nee' te zeggen. We moeten af van het negativisme. We willen vooruit. Nederland heeft hard onderhandeld bij het verdrag. We hebben veel punten binnen gehaald. Als u dan ook nog eens ziet hoe groot het draagvlak is in het Nederlandse parlement, dan moet u niet gaan speculeren over wat er zou kunnen gebeuren als het 'nee' wordt. Nederland moet gewoon voor een 'ja' gaan. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RD)