Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
22 april 2005

KABINET KIEST VOOR DYNAMISERING ARBEIDSMARKT

Het kabinet volgt het unanieme advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over de toekomst van de Werkloosheidswet (WW). Dit betekent dat mensen minder lang recht krijgen op een WW-uitkering en dat het moeilijker wordt in de WW te komen. De WW-uitkering gaat in de eerste maanden van 70 naar 75 procent van het loon. De uitkering van jongeren wordt bekort van zes naar drie maanden. Op voorstel van minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de ministerraad ermee ingestemd de voorstellen van de SER uit te werken in wetgeving. Het kabinet versoepelt het ontslagrecht. Door aanpassing van WW en ontslagrecht ontstaat meer dynamiek op de arbeidsmarkt en daalt de werkloosheid. Bovendien dalen de administratieve lasten voor werkgevers.

Het kabinet had bij het najaarsakkoord de SER gevraagd om een advies over de WW. De unanimiteit van het advies betekent een doorbraak, aldus het kabinet. De SER heeft een goed evenwicht weten te vinden tussen rechten van jongeren en ouderen in de sociale zekerheid. De voorgestelde ingrepen zorgen er voor dat de WW meer een brug tussen twee banen wordt.

Kern van de nieuwe WW is een verkorting van de maximale uitkeringsduur van vijf jaar tot drie jaar en twee maanden. Ook wordt het moeilijker om in de WW te komen. Om voor een uitkering in aanmerking te komen, moeten werknemers 26 weken gewerkt hebben van de laatste 36 weken. Momenteel bedraagt deze zogeheten 'wekeneis' nog 26 van de laatste 39 weken. Daar staat tegenover dat de uitkering de eerste twee maanden 75 procent van het laatste loon zal bedragen en daarna 70 procent (nu begint men op 70 procent). Voor musici en artiesten blijft voorlopig een lagere wekeneis gelden.

Mensen die wel aan de wekeneis voldoen, maar niet in minimaal vier van de laatste vijf jaar over 52 of meer dagen loon hebben ontvangen (de zogeheten 'vier-uit-vijf-eis'), krijgen straks een uitkering van drie maanden. Deze uitkering is ook gebaseerd op het laatstverdiende loon: twee maanden 75 procent en een maand 70 procent. Momenteel komt deze groep (in praktijk hoofdzakelijk jongeren) in aanmerking voor een uitkering van zes maanden, maar dan tegen slechts 70 procent van het minimumloon.

De verkorting van de maximale duur van de uitkering past in het streven van het kabinet meer ouderen aan het werk te krijgen of te houden. In de nieuwe WW zal (overigens voor zowel jongere als oudere werknemers) meer dan nu het accent komen te liggen op bijvoorbeeld hulp bij het vinden van een andere baan. Tijdige inzet van deze instrumenten kan werkloosheid vaak zelfs voorkomen. Voor ouderen die toch buiten de boot vallen, komt er na afloop van de WW een speciale uitkering (de IOW). Deze ligt op bijstandsniveau. Degenen die na hun 50ste werkloos worden, hoeven niet eerst hun vermogen aan te spreken om voor de uitkering in aanmerking te komen. Als de eerste werkloosheidsdag na de 60ste verjaardag valt, wordt ook niet gekeken naar het inkomen van de partner. Deze regelingen zijn tijdelijk en worden in 2010 geëvalueerd.

Het voorstel van de SER, om de WW geleidelijk deels uit belastingen te gaan betalen (in plaats van geheel uit premies zoals nu), zal het kabinet nog onderzoeken.

Op advies van de SER is het kabinet bereid om af te zien van het oorspronkelijke voornemen ontslagvergoedingen in mindering te brengen op de WW-uitkering. Deze maatregel acht het kabinet niet meer nodig nu de SER een compleet alternatief voorstelt. Het kabinet wil net als de raad een soepeler toets of werkloosheid de werknemer is aan te rekenen (en dus of hij of zij wel recht heeft op een WW-uitkering). Dit ontlast werkgevers, werknemers en de rechterlijke macht omdat zogeheten pro forma procedures niet meer nodig zijn. Dit leidt tot minder kosten en een soepeler ontslagpraktijk.

Eerder heeft het kabinet al aangegeven dat het criterium 'last in, first out' in een modern ontslagrecht niet langer het leidende beginsel moet zijn bij bedrijfseconomisch ontslag. Het afspiegelingsbeginsel, waarbij ontslagen meer gespreid worden over de verschillende leeftijdscategorieën in een bedrijf, zal daarom hoofdregel worden. Daarnaast krijgen sociale partners de mogelijkheid bij CAO andere ontslagcriteria overeen te komen. De SER heeft daarnaast geadviseerd om het recht op uitkering bij ontslag alleen te toetsen bij ontslag op staande voet. Zover gaat het kabinet niet: de WW-uitkering kan ook geweigerd worden als ontslag het gevolg is van voorzienbaar verwijtbaar gedrag jegens de werkgever.

RVD, 22.04.2005