Ministerie van Economische Zaken
Persbericht ministerraad
22 april 2005
OPRICHTING CONSUMENTENTOEZICHTHOUDER
De ministerraad heeft er op voorstel van staatssecretaris Van Gennip van
Economische Zaken mee ingestemd om een consumententoezichthouder op te
richten. Deze consumententoezichthouder zal zich bezig houden met het
toezicht op de naleving door bedrijven van regels ter bescherming van
consumenten. Daarbij gaat het onder meer om bepaalde oneerlijke
handelspraktijken waarmee groepen consumenten te maken hebben en
onredelijke algemene voorwaarden bij een product ('de kleine lettertjes').
Agressieve verkoop via de telefoon en misleidende reclame zijn voorbeelden
van oneerlijke handelspraktijken die straks kunnen worden aangepakt. Bij
overtreding van de regels kan de toezichthouder via een versnelde procedure
naar de civiele rechter stappen of - zoals bij bepaalde oneerlijke
handelspraktijken - een bestuurlijke boete of dwangsom opleggen.
Om ook grensoverschrijdende consumentenproblemen te kunnen aanpakken, wordt
de nieuwe toezichthouder onderdeel van een Europees netwerk van
samenwerkende consumententoezichthouders. Er zal ook nauw worden
samengewerkt met de bestaande toezichthouders als OPTA en AFM. De nieuwe
consumententoezichthouder zal starten als onderdeel van het ministerie van
Economische Zaken, maar er zal een duidelijke functiescheiding zijn tussen
beleid en toezicht. De consumententoezichthouder zal zich alleen bezig
houden met klachten van groepen consumenten. Individuele consumenten met
een geschil zullen via een geschillencommissie of de rechter hun recht
moeten blijven halen. Individuele consumenten kunnen voor informatie over
hun rechten en plichten wel terecht bij het informatieloket van de
toezichthouder.
Op dit moment is een wetsvoorstel in voorbereiding om tot de oprichting van
een consumententoezichthouder te komen. Ook zal een wetsvoorstel worden
ingediend om bepaalde oneerlijke handelspraktijken te kunnen aanpakken. De
consumententoezichthouder zal in de tweede helft van 2006 gaan
functioneren.
RVD, 22.04.2005
Ministerie van Algemene Zaken