Orde publiceert Jaarverslag 2004
'In het algemeen bespeurt de Algemene Raad een soms luchthartige
opstelling ten opzichte van het beroepsgeheim van de advocaat, zelfs
van de zijde van het openbaar ministerie. Dat is een zorgelijke
ontwikkeling.' Dat staat in het vandaag verschenen Jaarverslag 2004
van de Nederlandse Orde van Advocaten. Volgens de Algemene Raad, het
bestuur van de Orde, mag het beroepsgeheim van de advocaat niet
eroderen. 'Niet genoeg kan worden onderstreept dat beroepsgeheim en
verschoningsrecht rechten van de rechtzoekende zijn,' aldus de
Algemene Raad.
In het Jaarverslag komen tal van onderwerpen aan de orde die in 2004
de aandacht hebben opgeëist. Dat zijn onder andere de schokkende moord
op advocaat Machiel Pul (meer in het algemeen: geweld jegens
advocaten), het dossier no cure no pay, het afluisteren van advocaten
door politie en justitie en de toekomst van de civiele
cassatieadvocatuur. Verder aandacht voor de opleiding van advocaten,
de stelselherziening in de gefinancierde rechtshulp en de
wetgevingadvisering.
Niet alleen het recente verleden, ook de nabije toekomst heeft een
plaats gekregen in het jaarverslag. Zo schrijft portefeuillehouder
Beroeps- en gedragsregels Koos de Blécourt dat 2005 wel eens 'een
cruciaal jaar' kan worden voor de Orde. Hij wijst daarbij onder meer
op de door minister Donner van Justitie in te stellen commissie
Advocatuur die dit jaar onderzoek zal gaan doen naar de
bestuursstructuur van de Orde, het tuchtrecht en het voor advocaten
geldende stelsel van regels. Het rapport van deze commissie wordt
tegen het eind van 2005 verwacht.
---
Nederlandse Orde van Advocaten