---
|aan de raadscommissie | | | |Maatschappelijke Ontwikkeling aan de| | | |raadscommissie Maatschappelijke | | | |Ontwikkeling | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Behandeld | |Datum: | | |door: | | |19-04-05 \@ "d MMMM yyyy" 19 | | | | |april 2005 | |Doorkiesnu|286 1085 |Ons |05.006906 | |mmer: | |kenmerk:| | |E-mail: | |Onderwer|kaderstellende discussie | | | |p: |speeltuinen dd 21 april 2005 | | | | |kaderstellende discussie | | | | |speeltuinen dd 21 april 2005 | |Bijlage(n)|1x 1x | | | |: | | | | |Uw | |Verzonde|19 april 2005 | |kenmerk: | |n: | | |Uw brief | |Bij antwoord datum, ons kenmerk en | |van: | |onderwerp vermelden |
Geachte dames en heren,
Donderdag 21 april 2005 zal de afdeling welzijnszaken van de DMO voor uw raadscommissie MO vanaf 15.00 een inleiding houden over het speeltuinenbeleid. Ten behoeve van uw kaderstellende discussie op hoofdlijnen volgt hierbij een bijdrage voor die discussie met bijlage die ik u namens het college zend.
Rollen
De rol van de speeltuin in de buurt is de afgelopen jaren sterk veranderd. De regelgeving van gemeentebesturen houdt daarmee geen gelijke tred. Was de tuin jaren lang een soort aangeklede speelgelegenheid, veelal een luxe extra in volkswijken, nu speelt diezelfde tuin een fysieke en emotionele rol in de sociale cohesie van wijken en buurten. Dat gaat van ondersteuning van buitenspel van voorscholen/peuterspeelzalen en van activiteitenplatform met en voor gezinnen tot enige ontmoetingsplek voor jonge allochtone moeders. De vraag of beleidsaanpassingen nodig zijn, is een gepasseerd station. Waar het om gaat, is wat en hoe te veranderen.
Sterk en zwak
Voor het antwoord is het goed eerst sterkte en zwakte van de huidige aanpak op een rij te zetten.
Sterk in huidige systematiek:
*de tuin is door uitvoering door de Wijkwelzijnsorganisaties (WWO's) in Utrecht per definitie
inbedding in het wijknetwerk en andere jeugdzorgsystemen;
* mede door de Wijkwelzijnsorganisaties is de slaagkans van inbedding in de wijk groot;
* de professionele back-up van de medewerkers is daarmee ook in beginsel verankerd
* agogische aansluiting op het beheerwerk;
* uniformiteit in regelgeving betekent bescherming van burgers
Zwak in huidige systematiek:
* geen specifieke voorziening voor veiligheidsvraagstukken
* uniforme regels staan hier en daar haaks op vraaggestuurde aanpak
* autonome kostenstijgingen dreiging voor openingstijdenbeleid;
* normfinanciering doet geen recht aan eigenheid van de buurt.
Aanpak
Het spreekt vanzelf dat een andere aanpak in elk geval zal moeten borgen dat het sterke op een of andere manier behouden blijft en dat het zwakke zoveel mogelijk geëlimineerd wordt. Vraag wordt dan: verandering door structuurwijziging of optimalisatie van de methodiek? Of een combinatie van die twee bewegingen.
Het ligt voor de hand om bij structuurwijziging te denken aan het onderbrengen van het speeltuinwerk bij één van de huidige aanbieders of bij een nieuwe door de WWO's of gemeente op te richten rechtspersoon. Daartegen pleiten twee belangrijke argumenten:
* het ondergraaft een van de belangrijkste sterke punten: de huidige inbedding in wijknetwerken;
* het is een forse stap terug op de weg naar nieuwe vormen van openbare aanvraagprocedure , al dan niet binnen de Algemene subsidieverordening;
* het beperkt de overheid in het bevorderen van een scherpe prijs/prestatie verhouding.
Het college heeft dan ook niet de behoefte de huidige structuur wezenlijk te veranderen maar zal zich uiteraard richten naar de kaders die door de raad worden gesteld. Het college zoekt de oplossing in een min of meer ingrijpende verandering van de huidige methodiek. Met als uitgangspunt: maatwerk per speeltuin en buurt.
Met vriendelijke groeten,
Toon Gispen.
Nota kaderstellende discussie speeltuinwerk
Raadscommissie MO
Datum: 21 april 2005
Tijd: 15.00-17.00 uur
Locatie: Stadhuis, Kamer 0.15
Inleiding
In de afgelopen 2 maanden is een kadernota voor speeltuinwerk in ontwikkeling genomen door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Welzijnszaken. Diverse gesprekken zijn gevoerd met de wijkwelzijnsorganisaties en betrokken ambtenaren. De speeltuinen in beheer zijn bezocht door de wethouder, gesprekken zij gevoerd met de speeltuinwerkers.
Duidelijk is geworden dat de rol van de speeltuinen in beheer en het speeltuinwerk is gewijzigd in de afgelopen jaren. Om dit een inbedding te geven en te versterken in de komen jaren is een conceptbeleidskader speeltuinwerk opgesteld. De volgende items uit dit beleidskader willen wij graag voorleggen als thema's voor de kaderstellende discussie op 21 april 2005.
1. Plan per wijk
Per wijk moet in de komende jaren een plan worden ontwikkeld waarin is beschreven hoeveel speeltuinen in beheer nodig zijn, waarom dit zo is, welk aanbod speeltuinwerk het beste past bij de samenstelling van de wijk, welke beheersvormen en exploitatiemogelijkheden helpen om het aanbod in stand te houden. Een voorbeeld hiervoor is het initiatief van Cumulus om de ontwikkeling van de speeltuin Abstede naar een speel-sporttuin in gang te zetten. De buurtbewoners worden hierbij betrokken en er ontstaat een ander aanbod van speeltuinwerk dan in de dichtbij gelegen speeltuin De Bloesem. Het initiatief voor het ontwikkelen van zo'n plan voor de wijk ligt bij de afdeling Welzijnszaken, maar van de wijkwelzijnsorganisatie wordt vanwege de expertise een nadrukkelijke rol t.a.v. de inhoudelijke invulling verwacht. Ook wordt van de wijkwelzijnsorganisatie verwacht dat zij in dezen de buurt betrekken bij de ontwikkeling en draagvlak creëren voor de uitvoering.
2. Beleidsuitgangspunt en ontwikkelingsdoel voor gebruik groepen kinderen
Het speeltuinwerk is bestemd voor kinderen van 4-12 jaar, door middel van openstelling van de speeltuin buiten de schooltijden en het aanbieden van activiteiten door speeltuinwerkers. De speeltuin in beheer moet wel toegankelijk zijn buiten deze openstellingtijden voor jongere kinderen tot 4 jaar en oudere kinderen tot 14 jaar. De toegankelijkheid kan worden gerealiseerd met een beheerder of een vrijwilliger, toezicht en begeleiding van de kinderen moet dan door anderen worden uitgevoerd (ouders, leidsters, tienerwerkers etc.)
3. Tariefheffing
Wij hebben in overweging genomen om tarieven te heffen voor het gebruik van de speeltuinen in beheer, zoals dit in de andere grote steden wordt toegepast. Uiteindelijk is besloten dit niet te doen, omdat het heffen van een toegangsprijs of lidmaatschap een drempel opwerpt voor het gebruik van de speeltuinen voor de lagere inkomensgroepen. De kosten om een systeem van toegangsheffing en uitvoering daarvan te implementeren zijn ook dermate hoog en ingewikkeld dat deze moeten worden vertaald in de tarieven, die daardoor onevenredig hoog worden.
4. Beheerder of vrijwilligers
De toegankelijkheid van de speeltuinen in beheer kan onder schooltijd worden gerealiseerd middels het instellen van een beheerderfunctie. Hiervoor is extra structureel budget nodig.
Een goedkoper alternatief om de toegankelijkheid van de speeltuin in beheer te realiseren is de inzet van vrijwilligers (ouders, buurtbewoners, speciale vrijwilligersprojecten, etc.). Het huidige budget biedt daarvoor voldoende ruimte. Bij een keuze voor dit alternatief zal dan voor het eind van 2005 dit moeten worden uitgewerkt in een plan en de voorwaarden waar deze vorm aan moet voldoen.
Voor het eind van 2005 wordt geformuleerd (= beleidsdoel) hoe de toegankelijkheid van de speeltuinen onder schooltijden kan worden gerealiseerd. Ook wordt genormeerd waaraan het werken met een beheerder en/of
vrijwilligers aan dient te voldoen. De wijkwelzijnsorganisaties worden expliciet uitgenodigd om met voorstellen te komen.
5. Dieren in de speeltuin in beheer
Voorgesteld wordt om te werken met een overgangsperiode van maximaal 5 jaar, waarin:
- dieren waaraan specifieke verzorgingseisen zijn verbonden en waarbij er risico's zijn t.a.v. verspreiding van ziekten, niet worden vervangen;
- alleen nog kleine dieren worden toegestaan (i.v.m. ruimtebeslag) voor de duur van deze periode;
- verzorging zoveel mogelijk door vrijwilligers gebeurt;
- er een duidelijke behoefte is vanuit de buurt aan dieren in de speeltuin (aanwezigheid van dierenweide/stadsboerderijen in de buurt speelt daarbij een rol). Per wijk kan bekeken worden welke keuzen er gemaakt worden voor de verschillende speeltuinen aan de hand van: vraag vanuit buurt; minimale inzet van beroepskrachten, wie houdt toezicht, hoe wordt het beleid van de dienst Stadsbeheer toegepast.
Na deze overgangsperiode van 5 jaar worden geen dieren meer toegestaan in de speeltuinen in beheer. Van de organisaties wordt verwacht dat zij een plan maken voor het afbouwen van het houden van dieren in de speeltuin in beheer.
6. Veiligheid
In overleg met de wijkwelzijnsorganisaties worden afspraken gemaakt over de mogelijkheden van registratie van kinderen die in de speeltuin spelen. Deze registratie is gericht op het verstevigen van het contact tussen speeltuinwerkers en ouders. Vanuit de speeltuinen wordt aangegeven dat het aanspreken van ouders meer agressie oplevert. Een verbetering in het contact met de politie wordt opgenomen als beleidsdoelstelling om in de komende jaren uit te werken tot een protocol waarmee speeltuinwerkers gesteund worden in de uitvoering van hun werk. De gemeente Utrecht vervult hierin een ondersteunende rol naar de wijkwelzijnsorganisaties
Veiligheid wordt ook geregeld door de inrichting van de speeltuin in beheer en het onderhoud van de speeltoestellen. De speeltuinen in beheer vallen onder het Attractiebesluit (1997) ten aanzien van de veiligheid van speeltoestellen. Bij het verlenen van subsidies voor speeltuinwerk wordt door de gemeente Utrecht als randvoorwaarde gesteld dat speeltoestellen en speelmaterialen aan de wettelijke gestelde eisen voldoen.
7. Meer aanbieders van speeltuinwerk
Wel wordt ervoor gepleit dat de gemeente naast de wijkwelzijnsorganisaties, ook ruimte biedt aan andere vormen of initiatieven voor speeltuinwerk. Uiteraard dient daarbij bekeken te worden of er al voldoende aanbod is in de wijk en ook of samenwerking met de wijkwelzijnsorganisatie gewenst is. Er zijn enkele particuliere speeltuinen die momenteel (indirect) gesubsidieerd worden. Ten opzichte van het budget dat in 2004 naar de wijkwelzijnsorganisaties is gegaan voor speeltuinen gaat het om nog geen 4%.
8. Financiën
Het jaarlijkse structurele bedrag voor openingsuren speeltuinen in beheer en aanbod speeltuinwerk is ruim 2,2 miljoen euro. Dit kan op dit niveau blijven door een herstructurering van de inzet van de gelden en de toegankelijkheid onder schooltijden te regelen door middel van de inzet van vrijwilligers.
Als de openingsuren van 2004 moeten worden gehandhaafd in de komende jaren, dan is daar jaarlijks een extra bedrag van naar verwachting zo'n E 550.000,- voor nodig. Dit bedrag kan worden ingezet voor het realiseren van een beheerderfunctie.
| | |Postadres: Postbus 16200, 3500 | | | |CE Utrecht | | | |Bezoekadres: Korte | | | |Minrebroederstraat | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |2, Utrecht | | | |Telefoon: 030 - 286 11 13 | | | |Fax: 030 - 286 14 75 | | | |E-mail: T.Gispen@utrecht.nl | | | |Internet: www.utrecht.nl
+++++++
---- --