Ministerie van Buitenlandse Zaken

Haagse verklaring gemeenschappelijke perspectieven

Haagse verklaring inzake gemeenschappelijke perspectieven: vERKLARING van de Ministers van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden en de Franse Republiek

De nederlands-franse bilaterale betrekkingen: raamwerk voor een europese toekomst

Inleiding
Als grondleggers van de Europese eenwording onderhouden Nederland en Frankrijk sinds lange tijd vertrouwd vriendschappelijke betrekkingen, welke in 2002 versterkt werden door het Releve de Conclusions, een raamwerk voor samenwerking in Europa en op internationaal gebied.

De samenwerking tussen Nederland en Frankrijk heeft twee doelstellingen: vaker samen te werken en elkaar nog beter te begrijpen. Om deze doelstellingen te bereiken onderscheiden wij binnen onze samenwerking twee belangrijke invalshoeken:
1. de politieke -gemeenschappelijke initiatieven m.b.t. bepaalde onderwerpen en samenwerking binnen de Europese Unie;
2. de intensivering van uitwisselingen tussen de twee samenlevingen in brede zin.

De verbreding en verdieping van de samenwerking is de afgelopen jaren succesvol gebleken. Op basis van deze succesvolle samenwerking besluiten de Ministers van Buitenlandse Zaken, Michel Barnier en Bernard Bot, om de bilaterale relatie tussen de regeringen, met name in het perspectief van de Europese eenwording en aan de vooravond van de ratificatie van de Europese Grondwet, op een hoger niveau te brengen. Daartoe zullen zij de volgende nieuwe initiatieven ontplooien:

* Ministeriële bijeenkomsten waarbij ministers van beide regeringen actuele thema's bespreken;

* Bijzondere conferenties waarbij (top)leiders uit het bedrijfsleven, de politiek en wetenschap zich richten op strategische ontwikkeling en versterking van de positie van Europa inzake economie, technologie en cultuur in het kader van de Nederlands-Franse Samenwerkingsraad;

* Uitwisseling van diplomaten door plaatsing op de wederzijdse ministeries van Buitenlandse Zaken;

* Samenwerking tussen de diplomatieke vertegenwoordigers in bepaalde regio's en landen:
+ de gemeenschappelijke regionale ambassadeursconferentie in Belgrado in 2004 was succesvol. Een volgende regionale ambassadeursconferenties wordt voorbereid; + de samenwerking tussen ambassades in derde landen zal worden uitgebreid. Ambassades in Afrikaanse landen vervullen hiervoor een pilot-functie.

* Strategische ontmoetingen tussen jong Nederlands en Frans talent ("personalites d'avenir"): Conferenties van jonge, veelbelovende persoonlijkheden uit politiek, bedrijfsleven, journalistiek, wetenschap, belangenorganisaties en ngo's in het kader van de Nederlands Franse Samenwerkingsraad en de analyse en planningseenheden van beiden ministeries;

* Verdere intensivering van de bilaterale drugssamenwerking in Europees perspectief;

* Bevordering van ontmoetingen tussen volksvertegenwoordigingen;
* Viering vijftigjarig bestaan "Institut néerlandais" in 2007 met een bijzondere Rembrandt tentoonstelling. In het kader van deze viering wordt voorts een festival van Nederlandse kunst in Frankrijk voorzien in januari of maart 2007, georganiseerd in nauwe samenwerking met AFAA (Association Française des Activités Artistiques);

* Bilaterale ministeriële bijeenkomst inzake de architectuur van Europa in 2007 in het kader van de vijftigjarige viering van het Verdrag van Rome.

De Ministers besluiten om de bestaande samenwerking op basis van het "Relevé de conclusions" verder te verdiepen. Dit betreft het volgende.

I. Verdere intensivering van consultaties en samenwerking inzake onderwerpen van gemeenschappelijk belang

Versterkte samenwerking op regeringsniveau, op het niveau van individuele ministers en tussen ambtenaren zal vorm krijgen door regelmatige ontmoetingen en uitwisseling van informatie. Initiatieven op de volgende beleidsterreinen krijgen daarbij bijzondere aandacht. (zie bijgevoegd werkprogramma)


1. Europese en internationale onderwerpen :
* Voortzetting consultaties inzake de Europese instellingen, communautaire methode en de initiërende rol van de oprichters;
* Ontwikkeling van de Europese rol in de wereldpolitiek;
* Het GBVB en het EVDB: effectiviteit en coherentie;
* Transatlantische relaties;

* Uitbreiding van de EU;

* Buurlandenbeleid m.b.t. de Russische Federatie;
* Regionale aangelegenheden, in het bijzonder, Afrika en Azië;
* Samenwerking inzake bestrijding van het terrorisme;
* Bevordering van de democratische waarden en de mensenrechten;
* Economische ontwikkeling van Europa, met name in het kader van de Lissabon-agenda;

* Samenwerking op JBZ-gebied;

* Effectief multilateralisme: versterking van de VN;
* Verbreding van de samenwerking inzake ontwikkelingssamenwerking.


2. Op het bilaterale vlak :

* De in de introductie genoemde nieuwe initiatieven.
* Immigratie- en integratiebeleid;

* Drugs: voortzetting van de geboekte vooruitgang bij de aanpak van de drugsproblematiek. Het hoogambtelijk drugsoverleg bestaat tien jaar en heeft ertoe geleid dat de verantwoordelijke overheidsinstellingen nauw samenwerken. Dat laatste in het kader van een brede interministeriële samenwerking tussen vertegenwoordigers van Justitie, Politie, Douane en Volksgezondheid. Wij zullen de samenwerking inzake verdovende middelen verder ontwikkelen in samenhang met de Europese drugsstrategie (2005-2012).

II. De intensivering van de samenwerking en communicatie tussen beide samenlevingen

Wij willen de coherentie en samenwerking tussen de beide samenlevingen in de breedste zin versterken met name door de activiteiten van de Nederland Franse Samenwerkingsraad. De culturele samenwerking verdient bijzondere aandacht.

* De Nederlands-Franse Samenwerkingsraad, bestaande uit prominente Nederlanders en Fransen die affiniteit hebben met de betrekkingen tussen onze landen is een zinvol instrument gebleken. Naast de formele zittingen van de Samenwerkingsraad in Parijs zijn er succesvolle projecten gestart inzake de uitwisseling van journalisten, gemeenschappelijke (kunst) tentoonstellingen en seminars over actuele onderwerpen. Het "jaarlijks overleg", onder leiding van de Ministers als voorzitters van de Raad wordt voortgezet, een eerstvolgende bijeenkomst zal in oktober a.s. in Parijs plaatsvinden;

* De Samenwerkingsraad zal zijn activiteiten richten op het Nederlands-Franse bedrijfsleven, door participatie in de discussie maar ook in de organisatie van speciale bijeenkomsten over de toekomst van de Europese economie. Tevens zal de Samenwerkingsraad aandacht besteden aan de samenwerking tussen de Europese instellingen door middel van thematische bijeenkomsten en discussies met het maatschappelijk middenveld hierover;
* De Samenwerkingsraad verbindt zich aan de organisatie van grote conferenties gericht op de ontwikkeling van de strategische rol en de versterking van Europa op het terrein van de economie, de technologie en de wetenschap en cultuur. Deze conferenties van prominente beleidsmakers en parlementariërs dienen media-aandacht voor deze thema's te genereren. Een eerste conferentie inzake het thema Nerderlands-Franse betrekkingen in de luchtvaart wordt door de respectievelijke ministeries voorbereid, in samenwerking met de bijeenkomst van de Samenwerkingsraad;

* De bevordering van een nauwere "culturele dialoog", met behulp van het `Institut Néerlandais' en het `Institut Français des Pays-Bas' (Maison Descartes). Deze twee instellingen zetten de gezamenlijke planning van hun activiteiten en programma's voort;
* Een nieuwe impuls voor de verdere ontwikkeling van het Nederlands-Frans Universitaire netwerk;

* De bevordering van een dialoog over thema's van buitenlands beleid, met inzet van onderzoeksinstituten, meer in het bijzonder vanuit Europees perspectief;

* Uitbreiding van de uitwisseling van journalisten;
* Het organiseren van `Erasmus-Descartes'-conferenties over thema's van gemeen-schappelijk belang, als gevolg van nauwe samenwerking tussen de beide culturele instituten. Deze conferenties zullen vraagstukken behandelen die voor beide maatschappijen van belang zijn: zo zal in 2005 het `Institut Français des Pays-Bas' (Maison Descartes) een conferentie houden over integratie.
* Wederzijdse verbetering van de kennis van de Franse en Nederlandse taal.

Deze intensivering van de bilaterale samenwerking zal vooral worden gekenmerkt door een pragmatische en functionele benadering, waarbij zoveel als mogelijk gebruik zal worden gemaakt van bestaande structuren zoals het `Instituut Neerlandais', het `Instituut Française des Pays-Bas (Maison Descartes), het 'Instituut Française des Relations Internationales (IFRI), de CERI en het NIIB "Clingendael" alsmede het Nederlands-Frans universitaire netwerk.

De Nederlands-Franse `Samenwerkingsraad' zal in staat worden gesteld om, naast de coördinatie van de activiteiten en een plan van aanpak te beschikken over middelen om te functioneren en, voor bijzondere activiteiten, de noodzakelijke fondsen te werven voor deze activiteiten. De Ministers van Buitenlandse Zaken blijven als voorzitters nauw betrokken bij de activiteiten van de Samenwerkingsraad. Zij kunnen zich laten vervangen door de vice-voorzitters van de Raad.

Den Haag, 19 april 2005

Bijlage bij de verklaring van de Ministers van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden en de Franse Republiek

`ROLLEND' WERKPROGRAMMA

* Onze ambtenaren, met inbegrip van het topniveau, zullen regelmatig overleg voeren teneinde de stand der betrekkingen op te nemen en gezichtspunten over bepaalde internationale onderwerpen uit te wisselen.

* Dit werkprogramma zal een `rollend' karakter hebben: beide landen zullen, afhankelijk van gemeenschappelijk ervaren belang, onderwerpen toevoegen of afvoeren.

* Inzake de toekomst van Europa zal bijzondere aandacht gegeven worden aan de versterking van de Europese instituties in relatie met de Europese democratische controle en betrokkenheid van de Europese burger. Bilaterale consultaties richten zich op de Europese Grondwet. Uitwisseling van gedachten over de initiërende rol van de "Zes" oprichters van de Europese Unie.
* De financiële dossiers zijn eveneens onderwerp van bilaterale samenwerking, met name in het kader van de "Groep van Zes" en in relatie met de financiële perspectieven. Consultaties zijn voorts gericht op implementatie van de Lissabon strategie en duurzame ontwikkeling. Met betrekking tot JBZ onderwerpen werken onze landen samen om het Haagse Programma te realiseren.
* Inzake de uitbreiding van de Europese Unie: bijzondere aandacht zal uitgaan naar de onderhandelingen met Bulgarije en Roemenie en de discussie over eventuele verdere uitbreiding (Kroatië, Turkije).

* Onze landen consulteren elkaar inzake de Europese buurlandenpolitiek.

* Inzake de buitenlandse betrekkingen van de Unie, het GBVB en het EVDB: effectiviteit en coherentie:
+ versterking van het GBVB, door het harmoniseren van onze nationale standpunten en het voorstellen van gemeenschappelijke initiatieven;
+ Uitwisseling over het EVDB (civiele en militaire aspecten); + een gezamenlijke inspanning om het Europese capaciteiten actieplan te verdiepen. In dit kader zullen de besprekingen over samenwerking op het gebied van UAV's - waarover de Ministeries van Defensie in 2002 overeenstemming bereikten - worden voortgezet.

* Inzake veiligheidskwesties: regelmatige afstemming door verantwoordelijken van de Ministeries van Buitenlandse Zaken en naar behoefte andere autoriteiten, civiel zowel als militair, over onder andere ontwikkelingen bij de VN, de EU, de NAVO en de OVSE.


* Consultaties zullen worden gehouden over onder andere de volgende kwesties:
+ Transatlantische relaties: ontwikkeling van initiatieven in het kader van de dialoog EU-VS, waaronder mensenrechten; + Strategische relatie EU-Rusland;
+ Bestrijding van het terrorisme;
+ Bevordering van democratie bescherming van de mensenrechten; + Het Midden-Oosten (gezamenlijke beoordeling van de situatie aldaar en gemeenschappelijke initiatieven waaronder de plannen voor reconstructie van het Gaza-havenproject); + Westelijke Balkan (Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië, Albanië, Servië en Montenegro, Kosovo: gemeenschappelijke evaluatie van de situatie, discussie inzake Europese mogelijkheden en onderzoek naar mogelijkheden voor concrete samenwerking);
+ Azië (ASEAN-aangelegenheden en de ontwikkelingen in Indonesië en China);
+ Afrika: Ethiopië, Eritrea, Soedan, DRC. Overleg m.b.t. specifieke thema's (geweld tegen vrouwen, HIV/Aids en onderwijs). Een Nederlands-Frans seminar inzake Islam en Afrika vindt op 12 en 13 mei a.s. plaats in Parijs; + Effectief multilateralisme en de VN: overleg m.b.t. de realisatie van de Millenniumdoelstellingen (MDG's).

Overig:

* Voortzetten en intensiveren van de contacten tussen de analyse- en planningseenheden van beide Ministeries (van Buitenlandse Zaken);
* identificatie van de mogelijkheden de dialoog tussen beschavingen en religies te intensiveren.

* Voortzetting van de beraadslagingen op hoog ambtelijk niveau over drugs.

Den Haag, 19 april 2005