Toespraak Leers EU-parlement
Op 21 april vond er in het EU-parlement een hoorzitting plaats inzake
het EU-Drugs Action Plan 2005-2008. Burgemeester Leers van Maastricht
was - onder anderen - uitgenodigd om vanuit zijn deskundigheid -
drugsproblemen in een grensregio - zijn visie te geven. Zijn bijdrage
vindt u hieronder.
"Mijnheer de voorzitter,
Dames en heren,
Als burgemeester van Maastricht streef ik ernaar om de problemen van
mijn stad duidelijk te benoemen en ook te voorzien van een krachtige
oplossing. En de problemen van Maastricht zijn groot.
Maastricht ligt in de Euregio Maas-Rijn, een gebied met 3,6 miljoen
inwoners, die deels de Duitse, deels de Belgische en deels de
Nederlandse nationaliteit hebben. Drie landen, ieder met hun eigen
drugsbeleid.
Nederland neemt ten aanzien van de softdrugs (d.w.z. cannabis) in
Europa een aparte plaats in. Bezit van cannabis voor eigen gebruik,
met een maximum van 5 gram, geldt in Nederland niet als misdrijf. Je
kunt het in `coffeeshops' kopen. Bezit en verkoop van hard drugs
daarentegen worden hard aangepakt.
Dit Nederlandse beleid ontmoet in de Europese regio's langzamerhand
steeds meer begrip en waardering. De drugsproblematiek is immers in
Nederland minder ernstig dan in veel andere landen van Europa. Niet
alleen het aantal gebruikers is gemiddeld, en dalend, maar vooral ook
de schadelijke gevolgen van drugs voor de volksgezondheid zijn
beperkt. Vooral omdat de cannabisgebruikers nauwelijks overstappen op
harddrugs, omdat ze de relatief veilige coffeeshop niet graag inruilen
voor de criminele hard-drugscene. In harm reduction is Nederland een
schoolvoorbeeld, en daar is het toch eigenlijk om te doen.
Toch houden de meeste Europese regeringen - althans in theorie - vast
aan een verbod op het gebruik van soft-drugs. En dat leidt er toe dat
onze regio dagelijks overspoeld wordt door zogeheten drugstoeristen.
Uit de aangrenzende regio's in België en Duitsland, maar ook uit
Frankrijk, ja zelfs uit Italië komen ze in Zuid-Limburg om hun
softdrugs te kopen.
Om bij Maastricht te blijven: jaarlijks komen ruim 1,5 miljoen
drugstoeristen naar onze stad, dat zijn er zo'n vierduizend per dag.
Die stroom van drugstoeristen leidt tot veel overlast en
criminaliteit.
Want al die honderden kilo's cannabis die zij dagelijks afnemen moeten
ook worden geproduceerd. Illegaal. Want, inderdaad, dat is het bizarre
van het Nederlandse beleid: cannabis mag in coffeeshops worden
verkocht, maar deze coffeeshops kunnen hun voorraad nergens officieel
inkopen. We doen alsof het plotseling uit de lucht komt vallen.
Het is alsof je tegen een bakker zegt: je mag brood verkopen, maar
geen meel inslaan.
In het Nederlandse beleid is de voordeur van de coffeeshop geregeld,
maar de achterdeur niet. En dat leidt ertoe dat die achterdeur het
domein is van de zware criminaliteit. Goed georganiseerde, criminele
bendes hebben de markt in handen. Vele particulieren worden verleid
hun schuurtje, garage of kelders tegen forse beloning ter beschikking
te stellen. Duizenden gezinnen - veelal met kinderen - onderhouden zo
contacten met georganiseerde criminelen, die ruimhartig belonen en
contant afrekenen. Het is niet overdreven te stellen dat deze
problematiek in de steden inmiddels leidt tot een ernstige
maatschappelijk ontwrichting.
Uiteraard zet Maastricht jaarlijks honderden politieagenten in om deze
criminaliteit te bestrijden. Maar het is dweilen met de kraan open.
Meer dan 100.000 manuren besteedt de politie in Maastricht inmiddels
jaarlijks aan het oprollen en ontmantelen van cannabisplantages, en
het leidt tot niets anders dan dat de productie zich steeds verder
verspreidt en ondergronds gaat. En de georganiseerde criminaliteit nog
harder wordt.
Die criminaliteit strekt zich ook uit naar de aangrenzende regio's,
België, Duitsland. De drugsproblematiek is dan ook voor de gehele
Euregio een gemeenschappelijke last. De gewone burger is er het
grootste slachtoffer van: politieagenten die zich zouden moeten
bezighouden met succesvolle misdaadbestrijding worden ingezet voor een
vergeefse strijd tegen cannabis. Hele buurten en wijken komen in
handen van criminelen. Jongeren worden in de handen van de misdaad
gedreven.
Er moet dus iets gebeuren!
Gelukkig is de huidige Nederlandse regering, in de persoon van
minister Donner van Justitie, de eerste die sinds lange tijd de
Limburgse problemen erkent en aanstuurt op forse maatregelen.
Maar de strijd tegen drugs kan op de lange termijn alleen maar
gewonnen worden als we op één Europees beleid uitkomen. De grote vraag
van vandaag is welk beleid effect heeft: strenge repressie of juist
consequent reguleren en controleren.
Er zijn volgens mij twee mogelijkheden: òfwel we gaan alle coffeeshops
in Zuid-Limburg sluiten en harde, repressieve maatregelen treffen,
òfwel we reguleren niet alleen de voordeur, maar ook de achterdeur.
Die eerste optie is naar mijn mening niet realistisch, en verplaatst
het probleem slechts naar de rest van Europa. De productie en verkoop
zal ondergronds gaan en nog moeilijker te controleren zijn. De markt
roei je immers niet uit, bewijzen de landen met een strenge repressie
en tegelijk een zeer hoog cannabisgebruik.
Die tweede optie vergt bestuurlijk moed. Maar hij biedt wel een
oplossing.
Let wel: ik pleit niet voor het volledig vrijgeven van de
softdrugverkoop en de productie. Integendeel: ik bepleit juist een
systeem van controle en regulering. Wat verkocht mag worden via de
erkende coffeeshops moet ook - onder toezicht en controle - kunnen
worden geproduceerd. Geen gram meer. Een gesloten boekhouding dus,
waarbinnen de productie, distributie en consumptie van cannabis in
balans is en aan strikte regels gebonden. Alle illegale productie
daarbuiten zal keihard worden aangepakt en bestreden.
Ik zou hier een parallel willen trekken met dat andere genotmiddel, de
alcohol. We kennen immers een heel pakket van regels en vergunningen
rond de alcohol: het produceren, de kwaliteit, het alcoholpercentage,
de mate waarin reclame gemaakt mag worden, de leeftijd waarop je het
mag kopen, enzovoort, enzovoort.
Uit Amerika kennen we de zogenaamde `drooglegging'. Van 1920 tot 1933
werd alle productie en handel in alcoholische dranken verboden. Het is
een schoolvoorbeeld van een totaal mislukt experiment in `social
engeneering'. En net zomin als je alcohol kunt uitbannen, kun je naar
mijn vaste overtuiging de cannabis uitbannen.
De jaren van de drooglegging waren overigens wel gouden jaren voor de
georganiseerde misdaad. Toen de drooglegging werd teruggedraaid, moest
de maffia uitzien naar andere bronnen van inkomsten.
Zo moet het ook met cannabis. De overlast moet worden teruggedrongen
en de misdaad moet de voet dwars worden gezet. We moeten dus regels
stellen en toezien op de strikte naleving daarvan.
Trekken we daardoor dan nóg meer drugstoeristen aan?
Nee, want aan de voorkant van de coffeeshop verandert er niks, alleen
aan de achterkant.
Trekken we meer criminelen aan?
Nee, want het wordt juist minder interessant voor de georganiseerde
misdaad als we de teelt en distributie gaan reguleren.
Is het een uitbreiding van het gedoogbeleid?
Nee, al helemaal niet, want nú gedogen we dat de illegaliteit de
coffeeshops bevoorraadt. En straks gaan we juist streng toezicht
houden.
Is het lastig uit te leggen in de andere EU-landen?
Ja.
Ja, het is lastig uit te leggen.
Want onze regeringsleiders blijven elkaar voorhouden dat de 0-optie
haalbaar is, terwijl iedereen weet dat cannabis niet uit te roeien is,
net zo min als alcohol.
De `war on drugs' heeft inmiddels meer schade veroorzaakt dan de drugs
zelf, schreven Joseph MacNamara, George Shultz, onze ex-premier Dries
van Agt en nog 500 andere internationale prominenten een tijdje
geleden aan Kofi Annan. Heel veel Europese steden en heel veel
Europese burgemeesters weten dat al lang. Ze prijzen de dag dat ze van
hun regeringen mogen starten met het oplossen van een groot probleem
in plaats van het ontkennen daarvan.
Het is absoluut noodzakelijk dat de EU-regeringen hun krampachtigheid
afleggen, accepteren dat cannabis, net als alcohol, deel uit maakt van
onze genotmiddelenindustrie. En dat juist het reguleren daarvan leidt
tot harm reduction en minder criminaliteit. Het moet uit de
taboesfeer. In Maastricht, en Zuid-Limburg, is de nood hoog. We kunnen
niet langer voortgaan op de huidige weg. Het moet anders. En zo
spoedig mogelijk. Want de war on drugs zoals we hem nu voeren in
Europa treft vooral de mensen die niets met drugs te maken hebben: de
meeste EU-burgers."
Gemeente Maastricht