Rijksuniversiteit Groningen

045 - Historicus doorbreekt zwart-wit denken over de universiteit in oorlogstijd

Datum: 19 april 2005

De Tweede Wereldoorlog is voor de meeste Nederlandse universiteiten geen periode om met trots op terug te kijken. Het algemene beeld is dat de bestuurders en docenten zich tijdens de bezettingsjaren weinig heldhaftig hebben opgesteld, terwijl de studenten de eer van de universiteit nog enigszins hebben gered door in meerderheid de loyaliteitsverklaring van 1943 niet te ondertekenen. De zaak lag veel genuanceerder schrijft de Groningse historicus dr. Klaas van Berkel in zijn boek Academische illusies. De Groningse universiteit in een tijd van crisis, bezetting en herstel, 1930-1950. Op donderdag 21 april wordt het boek aangeboden aan het College van Bestuur van de RUG.

Van Berkel geeft in zijn boek een herwaardering van de grote morele thema's van de Tweede Wereldoorlog, zonder in een simpel goed-foutschema te vervallen (`verzet was goed, tekenen van de loyaliteitsverklaring was fout'). Hij beschrijft en analyseert de concrete gedragingen van mensen in oorlogstijd en laat zien dat de morele beoordeling daarvan nauw samenhangt met de voorstellingen die de betrokkenen hadden van hun universiteit. Het verhaal van de Groningse universiteit in oorlogstijd is volgens hem exemplarisch voor de geschiedenis van andere Nederlandse universiteiten.

De Groningse universiteit doorliep in het midden van de vorige eeuw een ontwikkeling van een elite- naar een massa-universiteit. De Tweede Wereldoorlog vertraagde die beweging, maar hield haar niet tegen. Centraal in deze periode staat het streven naar een academische gemeenschap, een poging van met name de traditionele studentenverenigingen om vast te houden aan de oude rangen en standen. Dit ideaal won na de Duitse bezetting juist aan kracht, maar stierf een zachte dood toen na de oorlog de studentenaantallen stegen. De academische gemeenschap bleek niet meer dan een illusie. Maar het morele oordeel over het functioneren van de universiteit in de oorlogsjaren is wel voor een groot deel op deze illusie gegrondvest. Ook de zuiveringen na de oorlog gebeurden vanuit dit illusoire ideaal.

Van Berkel schreef zijn boek op verzoek van het College van Bestuur van de RUG. De oorlogsperiode was nog steeds een leemte in de universitaire geschiedschrijving. Hij benadrukt dat hij het boek als onafhankelijk historicus heeft geschreven, zonder zich de rol van rechter aan te willen meten. "Ik heb pertinent geen gedenkboek willen schrijven. Bovendien wilde ik duidelijk afstand nemen van de zwart-witoordelen over goed of fout van na de oorlog," zegt hij. Om die reden beperkte hij zich niet tot de geschiedenis van 1940 tot 1945, maar beschreef hij ook de aanloop naar de oorlog en de naoorlogse periode van zuiveringen en herstel.

Dat neemt niet weg dat de periode tijdens de oorlog het meest uitvoerig wordt beschreven. De geschiedenis van de bekende rechtsfilosoof Leo Polak, die in november 1940 zijn werk moest neerleggen, korte tijd later werd gearresteerd en in 1941 overleed in concentratiekamp Sachenhausen, wordt uitvoerig bescheven. De universiteit reageerde passief en bood hem geen bescherming. Volgens Van Berkel omdat Polak een dwarse denker was die zich niet altijd geliefd had gemaakt bij zijn collega's. Maar ook andere, inmiddels in het vergeetboek geraakte, persoonlijke voorvallen staan beschreven, zoals de arrestatie van zes studenten die hadden aangezet tot een boycot van de oratie van NSB-hoogleraar Von dem Borne. Twee ervan, waaronder Polaks dochter Jetteke, zijn overleden in een concentratiekamp.

In het voorjaar van 1943 werden de studenten voor het blok gezet met het ondertekenen van de loyaliteitsverklaring. In Groningen weigerde negentig procent, met als gevolg dat ze moesten onderduiken of te werk werden gesteld in Duitsland. De houding van de universiteit werd later tijdens de zuivering 'slap' genoemd. Colleges gingen na 1943, net als in Utrecht en Amsterdam, gewoon door. In Groningen heerste de angst dat een sluiting van de universiteit na de oorlog een definitief einde zou betekenen. De Nederlandse regering had immers al enkele malen, de laatste keer nog vlak voor de oorlog in 1935, overwogen om de relatief kleine Groningse universiteit te sluiten.

Groningen was echter de eerste Nederlandse universiteit die na de oorlog opnieuw open ging. Studenten die zich aanmeldden, moesten eerst voor een zuiveringscommissie verschijnen. Ondertekenaars van de loyaliteitsverklaring kregen, op enkele uitzonderingen na, een strafperiode van enkele maanden tot tweeëneenhalf jaar opgelegd waarin ze zich niet mochten inschrijven. "Een kennismaking met de verhalen in de dossiers van de zuiveringscommissie brengt de lezer keer op keer in aanraking met de strijd tussen de conceptie van de universiteit als een morele gemeenschap en die van de universiteit als functionele gemeenschap," schrijft Van Berkel. "De tekenkwestie is niet alleen een strijd tussen de Duitse bezetter en de Nederlandse studenten geweest, maar ook een strijd tussen de studenten onderling, tussen een traditionele en een moderne stroming."

Een oordeel spreekt Van Berkel er niet over uit, het is een verschijnsel dat hij in zijn tijd plaatst. "Het is niet aan de historicus om zich voor de ene of de andere partij uit te spreken. Wél kunnen we zeggen dat het `goed-foutschema' dat in de zuivering zo'n grote rol speelde, bedoeld of onbedoeld, ook een middel is geweest om het oude ideaal van een standsbewuste academische gemeenschap alsnog dwingend op te leggen aan nieuwkomers, die met dat ideaal weinig affiniteit hadden. Beide opvattingen over aard en wezen van de universiteit zijn op zichzelf respectabel. Daarom ben ik van mening dat zij die het standpunt huldigden dat `tekenen' het minste van de twee kwaden was ten onrechte toen en later als morele collaborateurs zijn afgeschilderd.

Noot voor de pers


- Informatie: afdeling Interne en Externe Betrekkingen RUG, tel. (050) 363 44 44/54 46, fax (050) 363 6300, e-mail vpr@bureau.rug.nl


- Donderdag 21 april wordt het boek aangeboden aan het College van Bestuur. Het programma van de bijeenkomst vindt u op: www.rug.nl/Corporate/nieuws/archief/archief2005/persberichten/043_05.


- Journalisten die aanwezig willen zijn, wordt verzocht zich aan te melden bij de afdeling

Interne en Externe Betrekkingen.