---

Kamervragen en antwoorden
---

Vragen van leden Van Bommel en Van Velzen (beiden SP)

20-4-2005 14:54:00

Hierbij bied ik u aan de beantwoording van de vragen van de leden Van Bommel en Van Velzen (beiden SP) aan de staatssecretaris van Defensie over de aard van levensverzekering voor de uitgezonden militairen naar Afghanistan. (Ingezonden 31 maart 2005)

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

1. Herinnert u zich de antwoorden op de vragen van het lid Van Bommel van 6 februari 2003?

2. Is in het geval van de uitzending van de 250 Nederlandse militairen in het kader van Enduring Freedom in Afghanistan de overeenkomst van Defensie met het Verbond van Verzekeraars van toepassing? Zo ja, op grond van welke rechtsgrond is dat het geval? Indien neen, betekent dat dat het voor de uitgezonden militairen onmogelijk is geweest een levensverzekering af te sluiten en zijn de uitgezonden militairen daarom niet verzekerd?

3. Bent u in gesprek (geweest) met het Verbond van Verzekeraars over de voorwaarden (molest- of andere clausules) waaronder de uitgezonden militairen kunnen worden verzekerd? Zo ja, wat is/was uw inzet? Indien neen, waarom niet?

4. Op welke wijze is Defensie bereid een deel van de eventueel uit te keren som op zich te nemen? Om welk percentage gaat het hierbij en tot welk maximum?

Met het Verbond van Verzekeraars is een overeenkomst gesloten die behelst dat voor personeel dat is ingezet voor vredes- en humanitaire operaties als bedoeld in artikel 100 van de Grondwet, de verzekeringsmaatschappijen voor een aan een hypotheek gekoppelde levensverzekering met een verzekerd overlijdensrisico van maximaal 400.000 geen beroep zullen doen op eventuele daarin opgenomen molestclausules. Deze verzekeringen zullen dan ook op normale wijze tot uitbetaling komen.

De uitzending van militairen van het Korps commandotroepen naar Afghanistan in het kader van operatie Enduring Freedom valt niet onder deze overeenkomst. Ik zal evenwel in voorkomend geval handelen in de geest van de hierboven beschreven overeenkomst. Daardoor zullen de nabestaanden van de militairen materieel in de positie komen te verkeren als ware de overeenkomst wél van toepassing. Voor de overige aspecten ten aanzien van verzekeringstechnische aangelegenheden bij militairen verwijs ik naar mijn antwoord van 27 maart 2003 op de schriftelijke vragen van het lid Van Bommel (Kamervragen met antwoord 2002-2003, nr. 1021, Tweede Kamer), waaraan in vraag 1 wordt gerefereerd.