Korte toespraak van de minister-president, mr. dr. Jan Peter Balkenende bij
de boekpresentatie 'Nederlandse Rechtvaardigen onder de Volkeren', NIOD,
Amsterdam, 19 april 2005
Dames en heren,
Geef onderdak aan vreemden.
Voed de hongerigen.
Geef drinken aan de dorstigen.
En kleed de naakten.
Elke levensbeschouwing kent op de één of andere manier deze opdrachten. Het
boedisme. Het hindoeïsme. De islam. Het jodendom. Het humanisme. En het
christendom. In alle wereldreligies en levensbeschouwelijke stromingen, is
het helpen van de ander, een kernthema.
Het helpen van anderen lijkt daarmee een universele waarde. En ook een
soort universele noodzaak. Mensen kunnen niet zonder elkaar. Zonder
elkaar's hulp. Maar tegelijkertijd beseft iedereen dat het ook moeilijk is:
anderen helpen gaat niet vanzelf. Je moet je er vaak toe zetten. Het kost
altijd iets. Tijd. Energie. Geduld. Opoffering.
Andere mensen écht zelf, direct en persoonlijk helpen, is het
allermoeilijkst als je de ander niet kent. Als het om volstrekt onbekenden
gaat. En zeker wanneer je er een enorm offer voor moet brengen. Je eigen
goed of leven in de waagschaal moet stellen bijvoorbeeld. Of dat van je
geliefden.
Jezelf opofferen voor mensen die je heel na staan. Voor je eigen kinderen
bijvoorbeeld. Je ouders. Of hele goede vrienden. Dat kun je je nog
voorstellen.
Maar het wordt veel moeilijker als de ander onbekend is. En helemaal als er
serieuze gevaren kleven aan het helpen van de ander.
En juist die situatie deed zich voor in de Tweede Wereldoorlog.
Er waren héél veel onbekenden in nood. Mensen die alles werd afgenomen. Het
waren de ont-rechte, de ont-slagen, de ont-eigende, de ont-redderde joden
die in Nederland woonden.
Er waren Nederlanders die passief bleven bij het zien van de onttakeling
van onze maatschappij. Die hun hoofd afwendden en niet wilden zien wat de
ander overkwam. Die hun deuren dichthielden omdat er voor een onbekende
geen plaats meer was. Uit angst. Of uit onverschilligheid.
Gelukkig waren er ook mannen en vrouwen die - figuurlijk gesproken - tegen
de stroom van het kwade inzwommen. Die met gevaar voor eigen leven of voor
het leven van hun naasten, de sprong in het diepe waagden. Om de
vervolgden, de vluchtelingen, vriend of vreemdeling, te redden van een
wisse dood in de donkerste poel die de mensheid heeft gegraven.
Dit boek vertelt het verhaal van wat het betekent om anderen te helpen. Om
volstrekte vreemdelingen te redden. Het gaat over de gelopen risico's. Over
de uitgestane angsten. Over wat moed is. En wat lafhartigheid. En welke
redenen we aanvoeren om je zelf te overtreffen of je angsten te overwinnen
om het leven van een onbekende te redden.
Ik dank de initiatiefnemers en de redacteuren voor hun werk. Door uw inzet
kunnen we nu de
persoonlijke situaties tot ons nemen, waarin bekende begrippen, gevoelens
en karaktereigenschappen als solidariteit, verantwoordelijkheid, moed en
onbaatzuchtigheid onder druk komen te staan. En verdwijnen. Of juist
concreet betekenis krijgen en worden versterkt.
Dit boek over de Nederlandse ontvangers van de hoogste onderscheiding van
de staat Israël - 'de Rechtvaardigen onder de Volkeren'- is een boek dat
hoop geeft.
Omdat het ons laat zien dat er naast het donker ook licht was. En omdat het
ons laat zien dat het mogelijk is het goede te kiezen. Ook als de ogen van
het kwaad op je gericht zijn.
Daar past groot, heel groot respect.
Dank u.
Ministerie van Algemene Zaken