parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over mogelijke
handel in valse rijbewijzen
Antwoorden op kamervragen over mogelijke handel in valse rijbewijzen
19 april 2005
Vragen van de leden Externe link De Pater-van der Meer (CDA) en
Externe link Luchtenveld(VVD) aan de ministers van Verkeer en
Waterstaat, van Justitie en van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over mogelijke handel in valse rijbewijzen.
---
1. Vraag
Heeft u kennisgenomen van het televisieprogramma waarin een mogelijke
handel in valse rijbewijzen aan de orde gesteld werd? 1)
1. Antwoord
Ja
2. Vraag
Heeft u inzicht in de omvang van het probleem en klopt het dat de
verzoeken om omzetting zich concentreren op rijbewijzen die in Polen
zouden zijn afgegeven?
3. Vraag
Is het waar dat er jaarlijks vele honderden valse rijbewijzen aan de
Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) worden aangeboden, om deze
vervolgens om te zetten in Nederlandse rijbewijzen? Hoeveel aangiften
van de RDW bij de politie zijn hiervan bekend? Is het waar dat het
Openbaar Ministerie niet of nauwelijks tot vervolging van deze
strafbare feiten overgaat? Zo ja, bent u bereid verandering in deze
praktijk te brengen?
2 en 3 Antwoord
In de afgelopen jaren zijn jaarlijks gemiddeld 35 valse rijbewijzen
onderschept door de RDW, op een totaal van ongeveer 12.500
omwisselingen per jaar. Sinds de toetreding van Polen tot de Europese
Unie op 1 mei 2004 zijn ook Poolse rijbewijzen omwisselbaar voor
Nederlandse. Het aandeel van Poolse rijbewijzen bevat een relatief
groot aantal vervalsingen, in totaal 50 van 1 mei 2004 tot 1 maart
2005, met een sterke stijging in de eerste maanden van dit jaar. De
RDW doet van alle valse documenten aangifte. Indien strafbare feiten
worden geconstateerd, gaat het Openbaar Ministerie, met inachtneming
van het opportuniteitsbeginsel, tot vervolging van deze strafbare
feiten over. Er is geen reden om het beleid met betrekking tot de
vervolging van deze strafzaken te wijzigen. Naar aanleiding van het
aantal valse Poolse rijbewijzen zijn aanvullende afspraken gemaakt met
de Poolse autoriteiten over de verificatie van de ter omwisseling
aangeboden documenten en zijn de interne RDW procedures aangescherpt.
Bij de geringste twijfel over de echtheid van het Poolse rijbewijs
vraagt de RDW verificatie aan bij de Poolse autoriteiten. Als gevolg
hiervan is de kans dat er ten onrechte een Pools rijbewijs wordt
omgewisseld voor een Nederlands rijbewijs sterk verkleind. Aan Poolse
kant zijn inmiddels ook nadere maatregelen genomen tegen
rijbewijstoerisme, onder meer ten aanzien van het woonplaatsbeginsel.
4. Vraag
Onderkent u dat er personen zijn die een dergelijk vals rijbewijs in
Nederland kunnen gebruiken als identiteitsdocument en dat op deze
wijze identiteitsfraude gepleegd kan worden waarmee de grondslagen van
de rechtsstaat aangetast kunnen worden?
5. Vraag
Onderkent u dat op deze manier rijbewijzen in handen van personen
kunnen komen die onvoldoende rijbekwaam zijn en daarmee de
verkeersveiligheid ernstig in gevaar kunnen brengen?
6. Vraag
Bent u bereid tijdens de eerstkomende Transportraad en/of de
eerstkomende JBZ-raad deze mogelijke frauduleuze handelingen aan de
orde te stellen om op zo kort mogelijk termijn binnen de Europese Unie
deze rijbewijsfraude een halt toe te roepen?
7. Vraag
Kunt u aangeven welke maatregelen daarvoor noodzakelijk zijn?
4, 5, 6 en 7 Antwoord
Voor het omzetten van een buitenlands rijbewijs in een Nederlands
rijbewijs moeten, naast het buitenlandse rijbewijs, doorgaans een
uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en in
specifieke gevallen ook een zogenaamde verklaring van geschiktheid
worden overlegd. Door de procedure die wordt gehanteerd, vastgelegd in
het Reglement rijbewijzen, is de kans op «witwassen» van valse
buitenlandse rijbewijzen via de RDW gering. Het gebruik van valse
buitenlandse rijbewijzen in het verkeer en als identiteitsbewijs is
uiteraard, ongewenst. Mede om dit probleem aan te pakken heeft de
Europese Raad van Transportministers in oktober 2004 onder Nederlands
voorzitterschap een akkoord gesloten over de invoering van een
Europees rijbewijs van plastic op bankpasformaat en over een
verregaande verhoging van het beveiligingsniveau van het rijbewijs.
Het gaat onder meer om verplicht gebruik van optische en
lasertechnieken voor de toevoeging van bijvoorbeeld hologrammen en
digitale watermerken. Daarnaast is de Transportraad overeengekomen om
de bepalingen voor rijbewijsafgifte fors aan te scherpen, onder meer
door lidstaten de mogelijkheid te geven om een rijbewijs dat in een
andere lidstaat op oneigenlijke gronden is verkregen ongeldig te
verklaren. Ook is een project gestart voor de vorming van een Europees
netwerk van rijbewijsregisters, om de informatie-uitwisseling tussen
de lidstaten te verbeteren. Deze maatregelen lijken mij voldoende
afdoende om mogelijk misbruik te voorkomen.
1) Netwerk, 3 maart jl.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties