Raad voor de Volksgezondheid & Zorg


19 April 2005

Gezond bewegen: begin er vroeg mee

Bewegingsarmoede is een groot probleem

Suikerziekte, kanker, hart- en vaatziekten, overgewicht. Al deze veel voorkomende gezondheidsproblemen worden gedeeltelijk veroorzaakt of verergerd doordat mensen te weinig bewegen. Volgens de Nationale Norm Gezond Bewegen dient iedere volwassene in totaal minimaal 30 minuten matige intensieve lichamelijke activiteit te hebben op tenminste vijf dagen van de week. Voor kinderen is dat 60 minuten per dag, waarbij de lichamelijke activiteit tenminste twee dagen per week gericht moet zijn op het verbeteren of handhaven van de lichamelijke fitheid. Uit het Trendrapport Bewegen en Gezondheid van TNO (2002) blijkt dat 60% van de bevolking de nationale beweegnorm niet haalt en 12% zelfs inactief is. Inactief wil zeggen dat er geen dag is dat men minimaal 30 minuten matig actief is. Ook met de lichamelijke activiteit van de schoolgaande jeugd is het niet zo goed gesteld. Meer dan de helft van de leerlingen in het vmbo voldoet bijvoorbeeld niet aan de beweegnorm.

Bewegingsarmoede is te voorkomen

Aan sommige gezondheidsproblemen kun je niet veel doen, maar aan bewegingsarmoede wel. Na stoppen met roken is meer bewegen het beste wat je voor je eigen gezondheid kunt doen. Dat blijkt onder andere uit onderzoek van het Australische Institute of Health and Welfare (2000).

Tabel: Gewicht van de belangrijkste corrigeerbare risicofactoren in procenten van de ziektedruk*, Australie, 1996

Factor Mannen Vrouwen Totaal
Roken 12,1 6,8 9,7
Bewegingsarmoede 6,0 7,5 6,7
Hoge Bloeddruk 5,1 5,8 5,4
Vetzucht 4,3 4,3 4,3
Alcohol** 4,2 -0,1 2,1
Tekort groenten/ fruit 3,0 2,4 2,7
Hypercholesterolemie 3,2 1,9 2,6
Beroep 2,4 1,0 1,7


* ziektedruk uitgedrukt als voor beperkingen gecorrigeerde levensjaren ('disabillity adjusted life years', DALY's), dat zijn verloren gegane levensjaren door sterfte en invaliditeit.


** gecorrigeerd voor de gezondheidsvoordelen van alcoholgebruik.

VWS voert campagne tegen bewegingsarmoede

De RVZ heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in 2002 het advies gegeven sport en beweging te stimuleren en te subsidieren. De minister voert momenteel onder de naam FLASH een grote campagne om de norm voor gezond bewegen bij iedereen bekend te maken. Het project `School en Sport' is er onder andere op gericht om alle jongeren op school of bij een sportclub vijf uur per week in beweging te krijgen. De Tweede Kamer heeft onlangs een motie aangenomen om alle leerplichtige leerlingen ten minste drie uur lichamelijke opvoeding per week aan te bieden. De wil om bewegingsarmoede aan te pakken is aanwezig. Nu de daden nog, waarbij het belangrijk is dat ministeries en maatschappelijke organisaties met elkaar samenwerken.

OCW schrapt urenbescherming lichamelijke opvoeding

Concreet heeft de RVZ aanbevolen om het bewegingsonderwijs op school met minstens één uur per week uit te breiden. In tegenstelling tot deze aanbeveling is de minister van OCW nu van plan de bestaande urenbescherming voor lichamelijke opvoeding uit de wet te schrappen. Niet omdat de minister lichamelijke opvoeding onbelangrijk zou vinden, maar omdat zij het aantal wettelijke voorschriften voor scholen wil verminderen en scholen meer autonomie wil geven. Met die redenen is niets mis, maar waar het om gaat is welk effect deze maatregel zal hebben op de lichamelijke opvoeding van kinderen. Want ook hier geldt: jong geleerd is oud gedaan

Een verkeerd signaal

Als scholen meer autonomie krijgen, zullen ze deze waarschijnlijk niet gebruiken om meer uren bewegingsonderwijs te geven. Volgens de Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO) proberen scholen namelijk nu al minder uren aan te bieden dan ze zouden moeten. Daarvoor hebben ze allerlei redenen, zoals te weinig geld, gebrek aan accommodaties en andere prioriteiten. Het schrappen van de urenverplichting zou dit gedrag legitimeren. De minister geeft dus met haar voornemen een verkeerd signaal af. In plaats daarvan zou zij deze scholen op hun gedrag moeten aanspreken en er voor moeten zorgen dat fysieke activiteit in het dagelijks schoolritme een grotere plaats krijgt.

---

Gekoppelde adviezen:

Gezondheid en gedrag