GroenLinks

Europese Commissie eveneens voorstander rationeel drugsbeleid

19 april 2005

"Het EU-drugsbeleid moet realistisch zijn, op bewijsmateriaal gebaseerd en de evaluatie van het drugsbeleid moet worden verbeterd." Dit heeft de Europese Commissie geantwoord op een schriftelijke vraag van GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg.

vraag Kathalijne Buitenweg antwoord Europese Commissie

Ook de Europese Commissie lijkt dus niets te zien in een ideologische ´war on drugs´. "De Commissie vindt de beperking van schadelijke effecten geen ideologische kwestie", aldus eurocommissaris Frattini. Buitenweg is verheugd over het antwoord. "We wisten al dat er in het Europees Parlement veel voorstanders van een rationeel drugsbeleid zijn. Het is goed om te merken dat ook de Commissie Barroso op dezelfde lijn zit."

Leers in Brussel
Het antwoord komt kort voordat burgemeester Leers van Maastricht, op verzoek van GroenLinks, de Commissie Publieke Vrijheden van het Europees Parlement toespreekt over de drugs-gerelateerde problemen in de grensregio. Leers is gefrustreerd over het huidige Nederlandse beleid, waarin het gebruik van softdrugs wordt gedoogd, maar coffeeshops het illegale circuit in moeten om aan hun voorraad te komen. Hij pleit dan ook voor regularisering van de productie van softdrugs.

Spoeddebat Tweede Kamer
In de Tweede Kamer zal op verzoek van GroenLinks begin volgende week een spoeddebat plaatsvinden over dit onderwerp. De regering moet voor dinsdag in een brief aan de Kamer haar positie aangeven ten opzichte van het verzoek van Leers om een pilot-project te mogen beginnen in Maastricht.

---

Schriftelijke vraag: Kathalijne Buitenweg (Verts/ALE) en Monica Frassoni (Verts/ALE)
E-0753/05
Datum: 1 maart 2005

Betreft: Officiële verklaring van het UNODC tegen beperking van schadelijke effecten

Is de Commissie op de hoogte van de inhoud van een schrijven van de directeur van het UNODC, Costa, aan Robert Charles, vertegenwoordiger van de regering van de VS, waarin hij verklaart het VS-voorstel tot gedwongen vernietiging van gewassen in Afghanistan te steunen (een aanpak die niet bij alle EU-lidstaten op instemming kan rekenen) en het concept van beperking van schadelijke effecten uit de verklaringen en het beleid van het UNODC te schrappen (wat ook in strijd is met het EU-standpunt)?

Stemt de Commissie in met de uitlatingen in bedoeld schrijven, met name met de bewering dat "onder de dekmantel van beperking van schadelijke effecten, mensen heimelijk proberen het verzet in de wereld tegen verdovende middelen te breken" en dat "deze mensen onze goedbedoelde verklaringen misbruiken voor hun eigen doelstellingen" en dat "wij dit niet kunnen tolereren"?

Welke stappen gaat de Commissie ondernemen om een actievere rol te spelen bij de bescherming van de onafhankelijkheid van het UNODC, gezien het feit dat de Unie momenteel in Afghanistan UNODC-programma's ter bestrijding van de handel in verdovende middelen financiert (EUR 3 miljoen in 2003)?

Kan de Europese Commissie, gezien de voorbereidingen voor het actieplan ter uitvoering van de strategie 2005-2008, waarborgen dat zij voldoende rekening houdt met de aanbeveling van het Europees Parlement van 15 december 2004 over de Europese strategie voor drugsbestrijding (2005-2012) en dat het Europees Parlement wordt betrokken bij de opstelling van deze strategie?

Wat gaat de Commissie met name ondernemen voor de tenuitvoerlegging van de aanbeveling over verbetering van de beschikbaarheid van programma's ter beperking van schadelijke effecten ten behoeve van drugsgebruikers?

---

Antwoord: Frattini, namens de Europese Commissie E-0753/05NL
Datum: 15 april 2005

De Commissie is op de hoogte van het debat over beperking van schadelijke effecten en gedwongen vernietiging. Het zou echter niet passend zijn dat de Commissie commentaar levert op een briefwisseling waarbij zij geen partij is.

De Commissie heeft de drugsstrategie van de Europese Unie (EU) en het EU-actieplan inzake drugs (2000-2004)1 geëvalueerd en in februari 2005 bij het Parlement en de Raad haar voorstel voor een EU-drugsactieplan (2005-2008)2 ingediend. In het actieplan zijn concrete maatregelen opgenomen om de EU-drugsstrategie (2005-2012) uit te voeren, samen met de tijdschema's en de partijen die met de uitvoering ervan belast zijn. Het voorstel van de Commissie voor een nieuw EU-actieplan behandelt in het bijzonder de kwesties waarvoor de evaluatie aantoonde dat er meer vooruitgang nodig was.

De Commissie is van mening dat het EU-drugsbeleid evenwichtig en op bewijsmateriaal gebaseerd moet zijn en dat de evaluatie van acties op drugsgebied en van het drugsbeleid verder moet worden verbeterd. De Commissie vindt de beperking van schadelijke effecten geen ideologische kwestie, maar eerder een goed ingeburgerde manier om drugsgerelateerde maatschappelijke en gezondheidsschade te voorkomen en te beperken. Het voorstel van de Commissie voor een nieuw actieplan bevat ook stappen tegen de verspreiding van HIV/AIDS en andere via bloed overdraagbare ziekten onder druggebruikers en daarbij wordt voldoende rekening gehouden met de aanbeveling van het Europees Parlement van 15 december 2004.

Bovendien worden drugspreventieprojecten medegefinancierd door het Programma voor Volksgezondheid 2003-2008 en de oproep van 2005 moedigt in het bijzonder projecten aan over de beste methoden inzake preventie van HIV/AIDS. De Commissie heeft ook een project opgestart over de tenuitvoerlegging van de aanbeveling van de Raad van 18 juni 2003 betreffende de preventie en de beperking van de risico's die samenhangen met drugsverslavingen3.

Het voorgestelde EU-drugsactieplan (2005-2008) roept op het gebied van internationale samenwerking op tot het verlenen van bijzondere bijstand aan Afghanistan en zijn buurlanden. Dat zal gebeuren in de context van de Afghaanse nationale drugsbestrijdingsstrategie van mei 2003 en van het onlangs vastgestelde antidrugs implementatieplan voor 2005. De bijstand van de Commissie, waarin de klemtoon wordt gelegd op de wederopbouw van het platteland door alternatieve vormen van levensonderhoud voor landbouwers te steunen en door er de lokale gemeenschap bij te betrekken, is ook gericht op het versterken van een regionale aanpak in het gebied. De Commissie steunt ook de Afghaanse nationale politie via het trustfonds voor de openbare orde in Afghanistan. De Commissie is van mening dat een verbod (d.w.z. drugshandelaars aanhouden en hun netwerken oprollen) en een hervorming van het strafbestel ook cruciale elementen zijn. De door de Commissie in september 2004 met de Organisatie van de Verenigde Naties (VN) ondertekende overeenkomst over een bijdrage van 3 miljoen euro, is een praktisch voorbeeld van hoe de Commissie het kernmandaat van het VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC) steunt. Het project draagt bij tot een verbod, door de controle te versterken aan de Afghaans-Iraanse grens, die een van de belangrijkste aanvoerroutes is waarlangs miljoenen Iraanse opiumverslaafden van opium worden voorzien.

«