Algemene Rekenkamer
- 19 april 2005 -
Gemeenten kunnen onderling leren van 'best practices'
Aanpak veiligheidsbeleid op lokaal niveau uit de startblokken
De aanpak van het lokale veiligheidsbeleid begint haar eerste vruchten af te werpen. Bij de grootste gemeenten is een integrale aanpak van het veiligheidsbeleid ingevoerd. Vooral de onderzochte gemeenten die niet onder het Grotestedenbeleid vallen kunnen nog vorderingen boeken.
De aanpak van het lokale veiligheidsbeleid moet minder vrijblijvend worden, onder meer door het maken van heldere afspraken met de veiligheidspartners afzonderlijk. Daarnaast moet ook de positie van de gemeente als regisseur van het lokaal veiligheidsbeleid worden versterkt. Tenslotte moet er meer informatie beschikbaar komen over 'wat werkt' zodat gemeenten van elkaar kunnen leren en niet voortdurend het wiel zelf hoeven uit te vinden. Dit staat in het rapport Aanpak lokaal veiligheidsbeleid dat de Algemene Rekenkamer vandaag publiceert.
Veiligheidsprogramma 2002-2006: maatwerk en integraliteit
Het veiligheidsprogramma betreft met name de sociale veiligheid op lokaal niveau en is gericht op het bestrijden van criminaliteit en overlast. Doel is een reductie van criminaliteit, in 2008 tussen de
20-25%. De uitvoering van het veiligheidsbeleid is maatwerk, afgestemd op de lokale situatie. De gemeente is de regisseur. Ook moeten activiteiten en projecten op elkaar worden afgestemd en moeten betrokken partijen samenwerken en overleggen (integrale aanpak). Naast gemeente, politie en OM worden op lokaal niveau ook woningcorporaties, hulpverleningsorganisaties (o.a. GGD) en welzijnsorganisaties (o.a. maatschappelijk werk) betrokken bij de uitvoering van het beleid. Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer richt zich op veiligheid in de woonomgeving. Het onderzoek is gericht op de aanpak van het beleid en nog niet op de resultaten, omdat het hiervoor nog te vroeg is. Er is onderzoek gedaan bij zes gemeenten: Rotterdam, Den Haag, Leiden, Arnhem, Assen en Weert. Daarbij werd samengewerkt met de Rekenkamer Rotterdam, die vandaag het onderzoek Veilig zijn, veilig voelen - het gemeentelijk beleid wijkveiligheid publiceert.
Veiligheidsbeleid begint vruchten af te werpen
Het nut en de noodzaak van een integrale aanpak van de veiligheid worden onderkend en de samenwerking komt in de onderzochte gemeenten van de grond.
Wel pleit de Algemene Rekenkamer voor een betere toepassing van de door de VNG ontwikkelde handreiking Kernbeleid Veiligheid. Deze geeft een systematisch stappenplan en concrete handvatten om te komen tot een meer doelgerichte aanpak van het lokaal veiligheidsbeleid.
Integrale aanpak van veiligheid in praktijk moeilijk
De aanpak van het lokale veiligheidsbeleid moet minder vrijblijvend worden. Dit betekent dat er heldere en meetbare afspraken met de veiligheidspartners afzonderlijk moeten worden gemaakt. De regierol van de gemeente komt hier nog te weinig tot uitdrukking. Een integrale aanpak wordt ook bemoeilijkt door organisatorische knelpunten als uiteenlopende werkgebieden, verschillende werk- en openingstijden en gebrek aan mandaat van de vertegenwoordigers van de veiligheidspartners.
Door meten van prestaties en effect kunnen gemeenten van elkaar leren
Het onderzoek laat zien dat er meer aandacht moet komen voor het meten van de prestaties en de effecten. Niet alleen om verantwoording af te leggen, maar vooral ook om succesvolle werkwijzen vast te stellen en gemeenten in staat te stellen om van elkaar te leren. BZK en Justitie zetten met de ontwikkeling van een landelijke uniforme veiligheidsmonitor een stap in de goede richting.
Succesfactoren en zorgpunten
In het onderzoek heeft de Algemene Rekenkamer aan sleutelfiguren bij gemeenten, politie en OM gevraagd wat succesfactoren zijn voor het slagen van het beleid. Zij gaven aan dat betrokkenheid van de burgers en bestuurders belangrijk is. Daarnaast is een duidelijke ambtelijke en bestuurlijke aansturing van belang, net als het hebben van de juiste verwachtingen van ieders rol. Gemeenten uiten hun zorg over het feit dat veel maatregelen een tijdelijk karakter hebben. Dit brengt risico's met zich mee voor het behoud van de behaalde resultaten.
Bevindingen worden onderschreven
De ministers van BZK en van Justitie, de VNG en het Korpsbeheerdersberaad onderschrijven in grote lijnen de bevindingen en aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer. De VNG wijst er nog op dat de situatie in de kleinere gemeenten onderbelicht is gebleven, maar onderschrijft, net als de ministers, de noodzaak om ondersteuning aan gemeenten te bieden bij het ontwikkelen van een lokaal veiligheidsbeleid. De Algemene Rekenkamer heeft overigens niet de pretentie gehad een landelijk representatief beeld te schetsen. Tot slot benadrukt zij nogmaals het belang van uitwisselen van 'best practices'.
Algemene Rekenkamer
Algemene Rekenkamer