Betuweroute
Peildatum 1 januari 2005
Onderzoeksrapport,
Accountantsverslag bij voortgangsrapportage 17
Inhoudsopgave
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Onderzoeksrapport 3
2 Belangrijke ontwikkelingen binnen het project 6
2.1 Het project 6
2.2 PROJECTORGANISATIE 8
3 Budgettaire situatie 9
4 Onderzoeksaanpak 11
4.1 AARD EN Reikwijdte van het onderzoek 11
5 Bevindingen 12
5.1 Toereikendheid projectorganisatie 12
5.2 Opzet en inhoud voortgangsrapportage 13
5.3 kwaliteit en volledigheid van de in de
voortgangsrapportage opgenomen informatie 13
6 Bijlage 16
Onderzoeksrapport
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . .
Opdracht
In opdracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat hebben wij in het
kader van de "procedureregeling grote projecten" inzake het project
Betuweroute een onderzoek ingesteld naar:
de toereikendheid van de projectorganisatie in 2004 wat betreft de
beheersmaatregelen met betrekking tot de planning, de voortgangsbewaking,
de budgetbewaking, de interne informatievoorziening en het
risicomanagement;
de opzet van de voortgangsrapportage per 1 januari 2005;
de kwaliteit en de volledigheid van in deze voortgangsrapportage opgenomen
informatie.
De door ons onderzochte voortgangsrapportage per 1 januari 2005 is als
bijlage bij dit rapport gevoegd. Deze voortgangsrapportage is opgesteld
onder verantwoordelijkheid van de Minister van Verkeer en Waterstaat.
De opzet van de projectorganisatie is afgeleid van een binnen het
ministerie vastgesteld beheersmodel.
Werkzaamheden
Ons onderzoek is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met
betrekking tot assurance-opdrachten. Op grond van deze richtlijnen hebben
wij onze werkzaamheden zodanig gepland en uitgevoerd dat een deugdelijke
grondslag is verkregen voor ons oordeel over de door ons onderzochte
punten.
Toereikendheid projectorganisatie
Wij hebben de opzet, het bestaan en de werking van specifieke onderdelen
van de projectorganisatie - waaronder de administratieve processen en
interne controlemaatregelen - beoordeeld aan de hand van het op het project
van toepassing zijnde beheersmodel, door middel van interviews en de
beoordeling van de relevante documentatie ter zake. Wij hebben hierbij met
name aandacht besteed aan de beheersmaatregelen met betrekking tot de
planning, de voortgangsbewaking, de budgetbewaking, de interne
informatievoorziening en het risicomanagement.
Opzet van de voortgangsrapportage
Wij hebben beoordeeld of de opzet van de voortgangsrapportage voldoet aan
de voor dit project relevante informatie-eisen zoals opgenomen in de
"procedureregeling grote projecten".
Kwaliteit en volledigheid van in de voortgangsrapportage opgenomen
informatie
Terzake van de in de tekst en tabellen 1, 2, 4, 6, 7, 9 en 10 van
paragraaf 4.2 Financiën opgenomen historische financiële informatie, zijn
wij nagegaan of de daarin opgenomen aangegane verplichtingen, uitgaven en
ontvangsten op een juiste wijze zijn ontleend aan de jaarrekening van het
Infrastructuurfonds over 2004. Voorts hebben wij beoordeeld of deze
informatie consistent is met de voortgang van het project.
Terzake van de historische financiële informatie in de tabellen 5 en 8 van
paragraaf 4.2 Financiën, zijn wij nagegaan of deze aansluiten met opgaven
van de projectorganisatie Betuweroute van ProRail, waaraan deze cijfers
zijn ontleend.
Terzake van de in de tekst en tabel 11 opgenomen toekomstgerichte
financiële informatie omtrent het kasritme in paragraaf 4.2 Financiën,
hebben wij inlichtingen ingewonnen bij functionarissen van de organisatie,
beschikbare documenten beoordeeld en zijn wij nagegaan of de beschikbare
informatie op een consistente wijze is verwerkt.
Terzake van de in de tekst en tabellen opgenomen niet-financiële informatie
in hoofdstuk 4 zijn wij nagegaan of de hierin gepresenteerde informatie is
ontleend aan interne informatie en rapportages die door het management
worden gebruikt voor de beheersing van het project.
Oordeel
De opzet van de projectorganisatie Betuweroute was in 2004 in
overeenstemming met het voor de grote projecten algemeen van toepassing
zijnde beheersmodel en voldeed wat betreft het bestaan en de werking aan de
eraan te stellen eisen.
De opzet van de voortgangsrapportage voldoet aan voor dit project relevante
informatie-eisen zoals opgenomen in de "procedureregeling grote projecten".
De in de tekst en tabellen 1, 2, 4, 6, 7, 9 en 10 opgenomen historische
financiële informatie in paragraaf 4.2 Financiën, is op een juiste wijze
ontleend aan jaarrekening van het Infrastructuurfonds over 2004. Voorts is
deze informatie consistent met de voortgang van het project.
De historische financiële informatie in de tabellen 5 en 8 in paragraaf 4.2
Financiën sluit aan met opgaven van de projectorganisatie Betuweroute van
ProRail.
Met betrekking tot de in de tekst en tabel 11 opgenomen toekomstgerichte
financiële informatie omtrent het kasritme in paragraaf 4.2 Financiën,
hebben wij vastgesteld dat deze op een consistente wijze tot stand is
gekomen.
Gegeven de onzekerheid die inherent is aan toekomstgerichte informatie kan
de realisatie overigens in belangrijke mate afwijken van het gepresenteerde
beeld van de mogelijk toekomstige ontwikkelingen.
Van de in de tekst en tabellen opgenomen niet-financiële informatie in
hoofdstuk 4 hebben wij vastgesteld dat de hierin gepresenteerde informatie
is ontleend aan interne rapportages die door het management worden gebruikt
voor de beheersing van het project.
Toelichting
In hoofdstuk 2 is een korte beschrijving van de voortgang van het project
en van de ontwikkelingen in de projectorganisatie opgenomen.
In hoofdstuk 3 wordt de budgettaire situatie toegelicht.
De onderzoeksaanpak en de gedetailleerde bevindingen worden in
respectievelijk hoofdstuk 4 en 5 weergegeven.
Belangrijke ontwikkelingen binnen het project
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . .
2.1 Het project
Het project Betuweroute bestaat uit de realisatie en exploitatie van een
goederenspoorlijn van de Maasvlakte tot de Duitse grens bij Zevenaar
(160 km), inclusief aansluitingen op het bestaande net bij Barendrecht,
Kijfhoek, Geldermalsen, Elst en Zevenaar. Tot het project behoort tevens
het realiseren van een nieuw emplacement op de Maasvlakte, de aanpassing
van het rangeerterrein Kijfhoek en het realiseren van een
containeruitwisselpunt bij Valburg. De Betuweroute zal nabij de grens bij
Zevenaar aansluiten op het bestaande spoorwegnet naar Duitsland en zal deel
uitmaken van het internationale spoorwegnet.
Het project is onderverdeeld in de Havenspoorlijn (traject Maasvlakte -
Kijfhoek) en de A15-lijn (traject Kijfhoek - Zevenaar).
Algemeen
In 2004 heeft in de aanleg van de Betuweroute de overgang plaatsgevonden
van de onderbouw (onder andere de aarden baan, de kunstwerken en de
aanpassingen aan de omliggende infrastructuur) naar de bovenbouw (onder
andere technische installaties en bovenleidingen).
De planning voor de gehele Betuweroute is gericht op indienststelling per
1 januari 2007. Onder indienststelling wordt verstaan dat de Betuweroute
dan gereed is voor commercieel gebruik en exploitatie.
Mogelijke risico's voor het halen van de planning zijn het onvoldoende
beschikbaar zijn van locomotieven die met ETCS zijn uitgerust en zich
eventueel voordoende problemen bij het testen van de vervoerssystemen.
Een volledige integratietest, waarbij moet worden vastgesteld dat materieel
en infrastructuur in hun onderlinge samenhang goed functioneren gaat vooraf
aan de start van het proefbedrijf. Dit proefbedrijf dient de operationele
condities te realiseren die noodzakelijk zijn voor de exploitatie, zoals
wegbekendheid van de machinisten, veiligheid, beheer en instandhouding en
de calamiteitenorganisatie. Het beschikbaar hebben van met ETCS uitgeruste
locomotieven (ook die van vervoerders) is daarbij een voorwaarde.
De evaluatie van het Bronbeleid Geluid Spoor, in verband met het al dan
niet plaatsen van extra geluidsschermen, is door de commissie van
onafhankelijke deskundigen afgerond en op 2 december 2004 aan de Tweede
Kamer aangeboden (Kamerstuk 22589, nr. 241) De resultaten van een
juridische toetsing en een beslissing omtrent het al dan niet plaatsen van
de schermen wordt medio 2005 verwacht.
Het risicoprofiel is in het tweede halfjaar van 2004 afgenomen met
E 26 miljoen. Daarnaast is er in deze periode een positief saldo van mee-
en tegenvallers ontstaan van E 48 miljoen.
Havenspoorlijn
De Havenspoorlijn is op 10 juli 2004 officieel in gebruik genomen zij het
voorlopig nog met dieseltractie en het beveiligingssysteem ATB - EG.
De Calandbrug wordt versterkt om de geplande geluidswerende voorzieningen
aan te kunnen brengen en om het treinverkeer tot 2020 te kunnen afwikkelen.
Volgens de voortgangsrapportage kan deze maatregel naar verwachting binnen
de planning en het budget worden gerealiseerd.
Bij de Sophiatunnel ligt de Vinex lokatie Volgerlanden. TNO doet onderzoek
naar de mogelijke effecten van laag frequent geluid. Of en de mate waarin
een mogelijk effect kan optreden hangt volgens de projectorganisatie onder
meer af van de afstand tot de tunnel, de bodemeigenschappen en de geplande
woningconstructies.
A 15-lijn
Het werk aan de onderbouw van het A15 tracé van de Betuweroute kenmerkt
zich onder andere door de aanleg van de aarden baan, de aanpassing van de
A15, de aansluiting van de Betuweroute op het bestaande spoor bij
Geldermalsen en Elst en de bouw van tunnels onder het Pannerdensch Kanaal
en in Zevenaar.
Deze werkzaamheden zijn vrijwel gereed.
De aanleg van de bovenbouw is wat betreft de contractering opgedeeld in
verschillende onderdelen: geluidsschermen, spoorwerk en bovenleiding,
beveiliging, tractie- en energievoorzieningen en tunneltechnische
installaties. Alle grote bovenbouwcontracten op dit gedeelte van het tracé
zijn opgedragen aan aannemers.
Het ontwerp en de voorbereiding van de uitvoering van het
beveiligingscontract voor ETCS zijn in volle gang. Uit in de tweede helft
van 2004 uitgevoerd onderzoek is gebleken dat realisatie conform de
planning nog steeds haalbaar is. Er blijven echter risico's; derhalve wordt
als beheersmaatregel een tijdelijk beveiligingssysteem (ATB-NG) ontwikkeld
om zeker te stellen dat op 1 januari 2007 van de Betuweroute gebruik kan
worden gemaakt. Met deze beheersmaatregel ( ATB-NG) was reeds rekening
gehouden in het budget voor het beveiligingssysteem.
3 PROJECTORGANISATIE
In 2004 heeft in de aanleg van de Betuweroute de overgang plaatsgevonden
van de onderbouw naar de bovenbouw.
De coördinatie van de bovenbouw en de voorbereiding van de exploitatie van
de Betuweroute vraagt een meer integrale aanpak. De organisatie van zowel
de projectorganisatie Betuweroute (PoBr) als het ministerie is hierop
aangepast.
Een regiegroep, waarin ProRail en de binnen het ministerie betrokken
directoraten-generaal zijn vertegenwoordigd, bewaakt de integrale voortgang
van alle aspecten van de oplevering en ingebruikname van de Betuweroute.
De organisatiestructuur heeft in 2004 een aantal veranderingen ondergaan
teneinde het besturingsmodel te laten aansluiten op de voortgang van het
project. Tot 1 juli 2004 bestond de projectorganisatie uit een centrale
organisatie, de Directie Uitvoering, de Directie Projectbeheersing en de
regio's Zuid -Holland en Gelderland. Met ingang van 1 juli 2004 zijn deze
regio's als gevolg van het afwikkelen van de onderbouwcontracten opgeheven
en bestaat de PoBr uit een centrale organisatie, de Directie Uitvoering en
de Manager Contract Close Down. De centrale organisatie bestaat uit de
Directeur Realisatie Betuweroute, de afdeling Strategie, Techniek en
Omgeving, de Directie Projectbeheersing en een Décharge commissie.
Budgettaire situatie
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . .
De in de voortgangsrapportage weergegeven budgettaire situatie per
1 januari 2005 kan als volgt worden samengevat (x E 1 mln):
Oorspronkelijk toegekend budget 3.744
Mutaties als gevolg van scopewijzigingen 321
Mutaties als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen 779
Saldo mee- en tegenvallers
-/- 292
Mutaties EAT kosten 97
EU bijdragen
33
Overige mutaties
-/- 2
-------
Budget prijspeil 2004 4.680
Budget gereserveerd voor apparaatskosten
projectorganisatie V&W - 60
-------
Budget vanuit Infrastructuurfonds ten behoeve van
Uitvoeringsorganisatie 4.620
Budget dat reeds is beschikt aan ProRail 4.573
-------
Nog te beschikken budget 47
In 2004 hebben zich geen scopewijzigingen voorgedaan.
Het totale budget bedroeg per peildatum 1 januari 2005 E 4.680 miljoen.
Hiervan was per 1 januari 2005 E 4.242 miljoen verplicht en E 3.801 miljoen
betaald, excl BTW. De in voortgangsrapportage 16 gemelde
aanbestedingsmeevaller van E 117 miljoen is op het projectbudget in
mindering gebracht.
In het projectbudget is een post onvoorzien opgenomen ten behoeve van de
uitvoering van het project. De post onvoorzien bedraagt E 312 miljoen
(prijspeil 2004). Van dit bedrag was op 31 december 2004 E 157 miljoen
uitgegeven. Ten opzichte van VGR 16 is de post onvoorzien met E 25 mln
neerwaarts gecorrigeerd. Deze correctie houdt verband met een correctie
voor minder werk bij de onderbouwcontracten.
Ten behoeve van de tunneltechnische installaties is in 2003 reeds een
bedrag van E 104 miljoen vanuit de risicoreservering overgeheveld. Het
volgens het ministerie naar verwachting nog benodigde bedrag uit de
risicoreservering bedraagt E 136 miljoen (op basis van een 50%
verwachtingswaarde).
De prognose eindstand inclusief de risico's bedraagt per 1 januari 2005
E 4.768 miljoen. Dit bedrag is als volgt te specificeren:
(x E 1 mln)
Projectbudget 4.680
Risicoprofiel 136
4.816
Saldo mee- en tegenvallers 48
4.768
Dit betekent dat de prognose eindstand ten opzichte van 1 januari 2004 is
gedaald met E 178 miljoen.
Onderzoeksaanpak
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . .
1 AARD EN Reikwijdte van het onderzoek
Wij hebben in het kader van de "procedureregeling grote projecten" een
onderzoek uitgevoerd naar de toereikendheid van de projectorganisatie in
2004 en de kwaliteit en de volledigheid van de in Hoofdstuk 4 van de
voortgangsrapportage 17 opgenomen informatie.
Dit onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen inzake
assurance-opdrachten.
De toereikendheid van de projectorganisatie is op basis van de volgende
criteria getoetst:
? is de opzet van de projectorganisatie afgeleid van een door het
ministerie vastgesteld beheersmodel en is de projectorganisatie
toereikend;
? zijn er toereikende beheersmaatregelen, zoals die ter zake van de
planning, de voortgangsbewaking, de budgetbewaking, de interne
informatievoorziening en het risicomanagement en functioneren deze.
De opzet, de kwaliteit en de volledigheid van de voortgangsrapportage zijn
op basis van de volgende criteria getoetst:
? is de opzet van de voortgangsrapportage in overeenstemming met de
afspraken die terzake zijn gemaakt met de Tweede Kamer;
? is de niet-financiële informatie in de voortgangsrapportage consistent
met de opgenomen financiële informatie en is deze niet-financiële
informatie ontleend aan de interne informatievoorziening;
? is de financiële informatie wat de realisatiecijfers betreft, in
overeenstemming met de door ons gecontroleerde jaarrekening van het
Infrastructuurfonds en is deze informatie consistent met de voortgang van
het project en, wat betreft de toekomstgerichte cijfers, in
overeenstemming met de interne informatievoorziening.
Bij ons onderzoek hebben wij gebruik gemaakt van de werkzaamheden die
door de externe accountant van ProRail zijn uitgevoerd.
Bevindingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
5.1 Toereikendheid projectorganisatie
De opzet en de werking van de projectorganisatie zijn gebaseerd op het door
ProRail gehanteerde TSV-model. Door middel van een rapportageformat, dat is
opgenomen in de overeenkomst tussen het ministerie en ProRail, is
aansluiting gevonden met het binnen het ministerie van Verkeer en
Waterstaat vastgestelde beheersmodel.
De externe accountant van ProRail heeft een onderzoek uitgevoerd naar de
toereikendheid van de beheersmaatregelen die binnen ProRail/PoBr getroffen
zijn inzake de interne kwaliteitsborging, het financieel beheer, planning
en control, risicomanagement en de interne informatievoorziening.
Op basis van zijn onderzoek kan worden geconcludeerd dat de opzet en de
werking van de binnen ProRail/PoBr aanwezige beheersmaatregelen en
procedures in 2004 toereikend zijn.
Wij hebben een review uitgevoerd op de door de externe accountant verrichte
werkzaamheden. Wij kunnen ons met de bevindingen van de externe accountant
verenigen.
In het kader van de beoordeling van de projectorganisatie hebben wij tevens
de sturingsrelatie tussen het ministerie en ProRail beoordeeld. Deze
relatie is omschreven in de overeenkomst tussen het ministerie en ProRail.
In de overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de besluitvorming inzake het
project Betuweroute, de overlegstructuur, de informatievoorziening en het
uitvoeren van audits in opdracht van het ministerie. Wij hebben vastgesteld
dat de opzet en werking van deze sturingsinstrumenten gedurende 2004
toereikend waren.
In de acceptatie en overdrachtprocedure van de Havenspoorlijn is een time-
out genomen. Er wordt thans gewerkt aan een verbetering en verdieping van
de documentaire onderbouwing. Omdat dit proces te zijner tijd ook moet
plaatsvinden voor de overdracht van het A-15 tracé is het bereiken van een
eensluidende visie hierop van groot belang. Ter ondersteuning is externe
deskundigheid aangetrokken.
In 2004 heeft het Auditbureau Betuweroute (ABR) de in 2003 gestarte Audit
Claimmanagement afgerond. De claimstrategie werd hierbij als eenduidig en
voldoende concreet bevonden, waarbij werd opgemerkt dat de vastlegging van
het claimbeleid (operationalisering van de claimstrategie) aanvulling
behoeft. Verder werd geconcludeerd dat de borging van de juistheid van de
inschatting van de financiële consequenties van claims vooral ligt bij de
regiodirecteur. Ter versterking van de uniforme aanpak zijn door ABR
aanbevelingen opgesteld met betrekking tot de coördinatie van het
claimmanagement met het risicomanagement, de evaluatie van claims en de
beperkte betrouwbaarheid van de claimprognose.
Het ABR heeft ook een onderzoek gedaan naar de ontwikkeling en
implementatie van het beveiligingssysteem ETCS. In het desbetreffende
rapport worden de nodige voorbehouden gemaakt met betrekking tot de
haalbaarheid van de implementatie van ETCS voor 1 januari 2007 op de
Havenspoorlijn en het A-15 tracé.
5.2 Opzet en inhoud voortgangsrapportage
De opzet en de inhoud van de voortgangsrapportage zijn gebaseerd op het
binnen het ministerie geldende beheersmodel en informatieprofiel. De basis
voor de voortgangsrapportage is de informatie zoals opgenomen in de vierde
kwartaalrapportage 2004 van ProRail. Wij hebben vastgesteld dat de
informatie in de voortgangsrapportage op hoofdlijnen consistent is met de
informatie uit de kwartaalrapportages van ProRail, de verslagen van
overleggen tussen ProRail en het ministerie en overige interne verslagen en
documenten.
3 kwaliteit en volledigheid van in de voortgangsrapportage opgenomen
informatie
Scope
In de voortgangsrapportage zijn in tabel 2 van hoofdstuk 4 paragraaf 2 alle
mutaties in het projectbudget Betuweroute opgenomen.
In 2004 hebben zich geen scopewijzigingen voorgedaan.
Planning
In hoofdstuk 4 paragraaf 3 van de voortgangsrapportage wordt ingegaan op de
planning. In ons rapport bij voortgangsrapportage 15 is melding gemaakt van
een opgelopen spanning in de planning als gevolg van de vertraagde
besluitvorming rondom TTI. Inmiddels zijn volgens de projectorganisatie
zodanige maatregelen getroffen dat de gevolgen van deze vertraging binnen
de projectreferentie kunnen worden opgevangen.
De planning voor de gehele Betuweroute is gericht op indienststelling per
1 januari 2007. Onder indienststelling wordt verstaan dat de Betuweroute
dan gereed is voor commercieel gebruik en exploitatie. Mogelijke risico's
voor het halen van de planning zijn het onvoldoende beschikbaar zijn van
locomotieven die met ETCS zijn uitgerust en zich eventueel voordoende
problemen bij het testen van de vervoerssystemen.
Het opleveren van een interactief verkeersmanagementsysteem
(treinbeïnvloeding (ETCS) en verkeerssysteem) is voorwaarde voor de start
van het commercieel gebruik en exploitatie van de Betuweroute. In
afwachting van een subsidieregeling van de Europese Commissie zijn de
vervoerders zeer terughoudend om te investeren in ETCS op de locomotieven.
Hierdoor staan het commercieel gebruik en de exploitatie van de Betuweroute
per 1 januari 2007 onder druk. Binnen het ministerie wordt gewerkt aan een
tijdelijke financiële regeling om de vervoerders te stimuleren tijdig met
ETCS uitgerust materieel beschikbaar te hebben. Daarbij zal aansluiting
worden gezocht bij de voorziene subsidieregeling van de Europese Commissie.
Een volledige integratietest, waarbij moet worden vastgesteld dat materieel
en infrastructuur in hun onderlinge samenhang goed functioneren gaat vooraf
aan de start van het proefbedrijf. Dit proefbedrijf dient de operationele
condities te realiseren die noodzakelijk zijn voor de exploitatie, zoals
wegbekendheid van de machinisten, veiligheid, beheer en instandhouding en
de calamiteitenorganisatie. Het beschikbaar hebben van met ETCS uitgeruste
locomotieven (ook die van vervoerders) is daarbij een voorwaarde.
Het ontwerp en de voorbereiding van de uitvoering van het
beveiligingscontract voor ETCS zijn in volle gang. De projectorganisatie
verwacht dat in ieder geval het A15 gedeelte tijdig met ETCS in dienst kan
worden gesteld. Voor het gedeelte Havenspoorlijn is dit minder zeker. Als
terugvaloptie kan op de Havenspoorlijn langer doorgereden worden met het
huidige beveiligingssysteem (ATB-EG).
Voor het A15 gedeelte wordt als beheersmaatregel een tijdelijk
beveiligingssysteem (ATB-NG) ontwikkeld om zeker te stellen dat op
1 januari 2007 van de Betuweroute gebruik kan worden gemaakt. Met deze
beheersmaatregel (ATB-NG) was reeds rekening gehouden in het budget voor
het beveiligingssysteem.
5.3.3 Financiën
In paragraaf 4.2 van de voortgangsrapportage wordt ingegaan op het
projectbudget en de dekkingsbronnen van het budget. Het projectbudget en de
financiële dekking komen overeen met de in het Infrastructuurfonds voor de
aanleg van de Betuweroute gereserveerde middelen en de voorgenomen
verwerking van mutaties in de ontwerpbegroting 2006.
5.3.4 Risicoparagraaf
In overeenstemming met de "procedureregeling grote projecten" worden de
risico's en bijbehorende beheersmaatregelen benoemd en wordt inzicht
gegeven in de mogelijk financiële gevolgen van het optreden van de
risico's. Wij hebben vastgesteld dat het in de voortgangsrapportage
opgenomen risicoprofiel consistent is met de kwartaalrapportages van
ProRail/PoBr.
Er is verschil van mening ontstaan tussen het ministerie en de
Belastingdienst over de berekening van BTW over uitgaven die niet direct
toewijsbaar zijn aan de spoorweginfratructuur. Op basis van een zeer
globale schatting zou de naheffing voor het totale project aanzienlijk
kunnen zijn (tientallen miljoenen Euro's). Daarnaast zou nog eens sprake
kunnen zijn van aanzienlijke administratieve kosten.
Wij adviseren over deze problematiek overleg te voeren met het ministerie
van Financiën.
5.3.5 Projectorganisatie
In de voortgangsrapportage wordt vermeld dat in 2004 in de aanleg van de
Betuweroute de overgang heeft plaatsgevonden van de onderbouw naar de
bovenbouw.
De coördinatie van de bovenbouw en de voorbereiding van de exploitatie van
de Betuweroute vraagt een meer integrale aanpak. De organisatie van zowel
de PoBr als het ministerie is hierop aangepast.
Wij zijn gaarne bereid een en ander nader toe te lichten,
Den Haag 18 april 2005
DEPARTEMENTALE AUDITDIENST
MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT
H. Varenbrink RA
Bijlage
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . .
Voortgangsrapportage 17 Betuweroute
Ministerie van Verkeer en Waterstaat