7723/05 (Presse 75)1
RAAD VAN
DE EUROPESE UN E
NL
7723/05 (Presse 75)
(OR.fr)
PERSMEDEDEL NG
2653e zitting van de Raad
Concurrentievermogen ( nterne Markt, n ustrie en On erzoek)
Luxemburg,18 april 2005
Voorzitter e heer Jeannot KRECKÉ..Minister van Economische Zaken en Buitenlandse Handel
e heer François B LTGEN, minister van Cultuur,Hoger
Onderwijs en Onderzoek
van Luxemburg.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)2
NL
Voornaamste resultaten van e Raa szitting
De Raad heeft conclusies over het menselijk potentieel in onderzoek en ontwikkeling en over een
duurzaam Europees toerisme aangenomen.
Met betrekking tot de ITER heeft het voorzitterschap naar aanleiding van de gedachtewisseling
tussen de Raad en Commissielid Janez POTOÈNIK conclusies voorgelegd betreffende de stand van
de internationale onderhandelingen over het ontwerp van de ITER en de uitvoering van het tijd
schema voor de afronding van deze onderhandelingen.
De Raad heeft de mogelijke follow up besproken van de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst
2005 van de Europese Raad over de "Lissabonstrategie"en heeft besloten op 10 mei a.s.bijeen te
komen om de micro economische aspecten van de geintegreerde richtsnoeren voor groei en
werkgelegenheid te bespreken..18.IV.2005
1 Wanneer de Raad verklaringen,conclusies of resoluties heeft aangenomen,wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld.De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd,staan op de internetsite van de Raad
http://ue.eu.int.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek,zijn aangegeven met een asterisk;de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
7723/05 (Presse 75)3
NL
NHOUD 1
DEELNEMERS ............................................................................................................................ 5
BESPROKEN PUNTEN
CONCURRENTIEVERMOGEN EN GROEI:FOLLOW UP VAN DE EUROPESE RAAD
VAN 22 23 MAART 2005..............................................................................................................7
PROGRAMMA VOOR CONCURRENTIEVERMOGEN EN INNOVATIE (CIP)........................9
EEN DUURZAAM EUROPEES TOERISME Conclusies van de Raad ......................................10
ZEVENDE KADERPROGRAMMA OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK.............................13
ITER :VOLGENDE STAPPEN...................................................................................................14
MENSELIJK POTENTIEEL IN O&O:VROUWEN EN WETENSCHAP,CARRIERE EN
MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS Conclusies van de Raad...............................................15
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
ONDERZOEK..- EU Korea:Onderzoek op het gebied van fusie energie.....................................................................................21
EXTERNE BETREKKIN EN..- Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië Bevriezing van tegoeden..................................21
- EU Oekraine Vergadering van het samenwerkingscomité ..............................................................................22
UITBREIDIN
- Roemenië Consumentenbescherming Systeem voor informatie uitwisseling ................................................22
- Betrekkingen met Bulgarije .............................................................................................................................23.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)4
NL
WERK ELE ENHEID EN SOCIAAL BELEID..- Gezondheid en veiligheid van werknemers Optische straling..........................................................................23
INTERNE MARKT..- Motorrijtuigenverzekering Bepalingen betreffende wettelijke aansprakelijkheid *..........................................24
- Consumentenbescherming Oneerlijke handelspraktijken *.............................................................................24.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)5
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
mevrouw Marie Dominique SIMONET minister van Onderzoek,Nieuwe Technologieën en
Buitenlandse Betrekkingen (Waals Gewest)
Tsjechische Republiek:
de heer Martin JAHN vice minister president van Economische Zaken
de heer Petr KOLÁØ vice minister van Onderwijs,Jeugdzaken en Sport
Denemarken:
de heer Helge SANDER minister van Wetenschap,Technologie en Ontwikkeling
Duitslan :
de heer Frieder MEYER KRAHMER staatssecretaris,ministerie van Onderwijs en Onderzoek
Estlan :
de heer Tiit NABER plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Griekenlan :
de heer Christos FOLIAS staatssecretaris van Economische Zaken en Financiën
Spanje:
de heer José MONTILLA AGUILERA minister van Industrie,Toerisme en Handel
mevrouw María Jesús SANSEGUNDO GÓMEZ de CADINANOS minister van Onderwijs en Wetenschappen
de heer Alberto NAVARRO GONZÁLEZ staatssecretaris voor de Europese Unie
Frankrijk:
de heer François d'AUBERT toegevoegd minister van Onderzoek,ministerie van
Nationaal Onderwijs,Hoger Onderwijs en Onderzoek
mevrouw Claudie HAIGNERÉ toegevoegd minister van Europese Zaken,ministerie van
Buitenlandse Zaken
erlan :
de heer Micheál MARTIN minister van Ondernemingen,Handel en Werkgelegenheid
talië:
mevrouw Letizia MORATTI minister van Onderwijs,Universiteiten en Onderzoek
Cyprus
de heer Andreas MOLESKIS directeur generaal
Letlan :
mevrouw Ina DRUVIETE minister van Onderwijs en Wetenschappen
de heer Arturs Krisjanis KARIhS minister van Economische Zaken
Litouwen:
de heer Nerijus EIDUKEVIÈIUS vice minister van Economische Zaken
de heer Raimundas MOCKELIUNAS vice minister van Onderwijs en Wetenschappen
Luxemburg:
de heer François BILTGEN minister van Arbeid en Werkgelegenheid,minister van
Cultuur,Hoger Onderwijs en Onderzoek,minister van
Eredienst
de heer Jeannot KRECKÉ minister van Economische Zaken en Buitenlandse Handel,
minister van Sport
mevrouw Octavie MODERT staatssecretaris van Parlementszaken,staatssecretaris van
Land en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling,staats
secretaris van Cultuur,Hoger Onderwijs en Onderzoek.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)6
NL
Hongarije
de heer Etele BARÁTH minister zonder portefeuille,belast met Europese Zaken
de heer Miklos BODA staatssecretaris van Onderzoek en Technologie
Malta:
de heer Censu GALEA minister van Concurrentievermogen en Communicatie
Ne erlan :
de heer Laurens Jan BRINKHORST minister van Economische Zaken
mevrouw Maria van der HOEVEN minister van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap
Oostenrijk:
de heer Martin BARTENSTEIN minister van Economische Zaken en Arbeid
mevrouw Elisabeth GEHRER minister van Onderwijs,Wetenschap en Cultuur
Polen:
de heer Michal KLEIBER minister van Wetenschappen en Informatisering
de heer Krzysztof KRYSTOWSKI onderstaatssecretaris,ministerie van Economische Zaken
en Arbeid
Portugal:
de heer Manuel PINHO minister van Economie en Innovatie
de heer Mariano GAGO minister van Wetenschappen,Technologie en Hoger
Onderwijs
Slovenië:
de heer Jurij ZUPAN minister van Hoger Onderwijs,Wetenschappen en
Technologie
Slowakije:
de heer László POMOTHY staatssecretaris,ministerie van Economische Zaken
Finlan :
de heer Mauri PEKKARINEN minister van Handel en Industrie
Zwe en:
de heer Leif PAGROTSKY minister van Onderwijs en Cultuur
de heer Sven Eric SÖDER staatssecretaris,ministerie van Industrie,Werkgelegenheid
en Verkeer
Verenig Koninkrijk:
Lord SAINSBURY of TURVILLE staatssecretaris,minister van Wetenschappen en Innovatie
Commissie:
de heer Günther VERHEUGEN vice voorzitter
de heer Janez POTOÈNIK lid.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)7
NL
BESPROKEN PUNTEN
CONCURRENT EVERMOGEN EN GROE : FOLLOW-UP VAN DE EUROPESE RAAD
VAN 22-23 MAART 2005
a) Strategie van Lissabon..De Raad heeft in aanwezigheid van de heer Günther Verheugen,vice voorzitter van de Commissie,
kort van gedachten gewisseld over de aanbevelingen van de Commissie betreffende de
geintegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (GR).
Het voorzitterschap heeft de Raad zijns zienswijze op het toekomstige verloop van de besprekingen
over de GR in de sector concurrentievermogen en onderzoek medegedeeld.Het onderstreepte het
belang van een nauwe samenwerking tussen de formaties Ecofin en Concurrentievermogen.
In dit verband heeft de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers verzocht voor een
goede coördinatie te zorgen met betrekking tot de bijdragen van de verschillende voorbereidende
instanties over de GR.Er is ook besloten de Raad (Concurrentievermogen)op 10 mei aanstaande
bijeen te roepen om de micro economische aspecten van de GR voor groei en werkgelegenheid in
detail te bespreken.
Er zij aan herinnerd dat de geintegreerde richtsnoeren de globale richtsnoeren voor het economisch
beleid (GREB's)en de werkgelegenheidsrichtsnoeren omvatten,die respectievelijk door de Raad
Ecofin en de Raad Epsco formeel moeten worden aangenomen.Vervolgens zullen de lidstaten,
overeenkomstig de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van 22 en
23 maart 2005,op basis van de geintegreerde richtsnoeren "onder hun eigen ver ntwoordelijkheid
"n tion le hervormingsprogr mm 's" opstellen, die n hun eigen behoeften en n hun specifieke
situ tie be ntwoorden. Voor deze progr mm 's z l volgens de in de lidst ten geldende procedures
overleg worden gepleegd met lle bel nghebbenden op region l en n tion l nive u, met inbegrip
v n de p rlement ire inst nties."De nationale hervormingsprogramma 's zouden moeten worden
gevolgd door verslagen over de uitvoering in de jaren erna (najaar 2006 en 2007).
De richtsnoeren worden -net als de nationale programma 's die ervan worden afgeleid -opgesteld
voor een periode van drie jaar,teneinde de nodige stabiliteit voor de uitvoering te bieden.Zij
kunnen,indien nodig,elk jaar worden aangepast in overeenstemming met de bepalingen van het
Verdrag.Voorts kunnen de nationale programma 's worden gewijzigd indien daartoe de binnen
landse politieke noodzaak bestaat..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)8
NL
b) Betere regelgeving..De Raad heeft nota genomen van de presentatie van de heer Günther Verheugen,vice voorzitter
van de Commissie,van de Mededeling "Betere regelgeving met het oog op economische groei en
meer banen in de Europese Unie".Na deze presentatie is een gedachtewisseling gehouden aan de
hand van een vragenlijst van het voorzitterschap.De Raad heeft besloten tijdens zijn zitting van 6
en 7 juni aanstaande een diepgaand debat over deze kwesties te houden.
Tijdens de bespreking hebben de delegaties een standpunt ingenomen ten aanzien van de voor
stellen die de Commissie in haar Mededeling doet en met betrekking tot de acties die zij op het
niveau van de lidstaten prioritair achten en de passende mechanismen om deze optimaal te coör
dineren..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)9
NL
PROGRAMMA VOOR CONCURRENT EVERMOGEN EN NNOVAT E (C P)
De Raad heeft nota genomen van de presentatie door de heer Günther Verheugen,vice voorzitter
van de Commissie,van het nieuwe communautaire Programma voor concurrentievermogen en
innovatie (2007 2013).
Dit programma groepeert bestaande programma's in een kader met drie pijlers ("Ondernemerschap
en innovatie","Ondersteuning van het informatietechnologiebeleid"en "Intelligente energie voor
Europa").Het voert ook nieuwe ondersteuningsacties in,met name voor het midden en kleinbedrijf
(MKB),zoals bijvoorbeeld een risicokapitaalinstrument voor snel groeiende innoverende onder
nemingen (GIF2)of een instrument voor effectisering van de portefeuille vorderingen van banken
op MKB bedrijven waardoor de capaciteit inzake leningen aan MKB bedrijven van kleine en
regionale banken kan worden vergroot.
De Commissie stelt voor de periode 2007 2013 een totaal financieringsbedrag van meer dan
4 miljard euro voor..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)10
NL
EEN DUURZAAM EUROPEES TOER SME - Conclusies van e Raa
Na een korte gedachtewisseling over de Commissiemededeling "Basisrichtsnoeren voor een duur
zaam Europees toerisme"van 24 november 2003 heeft de Raad de onderstaande conclusies aan
genomen:
".....RAAD
1. HERINNERT AAN
de doelstellingen van de strategie van Lissabon;
de resolutie van de Raad over de toekomst van het Europese toerisme van mei
2002 1 ;
het uitvoeringsplan dat is aangenomen op de Wereldtop over duurzame ontwikkeling
te Johannesburg in september 2002;
de mededeling van de Commissie "Basisrichtsnoeren voor een duurzaam Europees
toerisme"en de bijbehorende uitgebreide effectbeoordeling van november 2003 2 ;
2. NEEMT NOTA VAN de resultaten van de Europese fora voor toerisme,en met name van
die van het jongste forum,dat op 15 en 16 oktober 2004 in Boedapest (Hongarije)is
gehouden;
3. MERKT OP ..de Europese Unie nog steeds de belangrijkste toeristische bestemming van
de wereld is,hetgeen economisch van groot belang is en in aanzienlijke mate bijdraagt tot
de werkgelegenheid in de Europese Unie;
1 Doc.8447/02;PB C 135 van 6.6.2002.
2 Doc.15289/03 +ADD 1 COM (2003)716 def..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)11
NL
4. ONDERSTREEPT dat de Europese Unie één van de rijkste en meest gevarieerde
toeristische regio's van de wereld is,met een enorme verscheidenheid aan landschappen en
culturen,infrastructuur van goede kwaliteit en een zeer professionele toeristische industrie,
wat voor het bedrijfsleven grote mogelijkheden inzake duurzame groei en werkgelegenheid
inhoudt en kansen biedt voor regionale ontwikkeling;
5. IS VAN OORDEEL dat de schat aan mogelijkheden van de nieuwe lidstaten op het gebied
van toerisme,die een jaaropbrengst van 46 miljard euro en tot 3 miljoen banen kan
genereren,volledig moet worden benut;
6. MERKT OP dat de economische ontwikkeling van landen als China,India,Rusland en
Brazilië zal zorgen voor een grote toename van de vraag en dat de Europese toeristische
industrie in een goede positie moet verkeren om daaraan te voldoen;
7. IS VAN OORDEEL dat een aantal economische en demografische uitdagingen moeten
worden aangepakt,zoals de toename van het aantal toeristen uit hogere leeftijds
categorieën,de specifieke en toenemende eisen van jonge toeristen,de toenemende
concurrentie van andere toeristische bestemmingen en de voorziene afname van de Euro
pese beroepsbevolking vanaf 2010;
8. ONDERSTREEPT dat de Europese instellingen,de lidstaten en de regio's hun samen
werking moeten voortzetten en de uitwisseling van informatie tussen de belanghebbenden
van de toerismesector moeten blijven stimuleren teneinde een passend beleid voor een
duurzaam toerisme te ontwikkelen;
9. VERWELKOMT de instelling door de Commissie van een Groep duurzaam toerisme
(GDT),die de opstelling en uitvoering moet sturen en controleren van een coherente reeks
maatregelen welke door de verschillende belanghebbenden uit de toeristische sector
moeten worden genomen met het oog op de opstelling,uiterlijk in 2007,van een "Euro
pese Agenda 21 voor toerisme";
10. VERZOEKT de lidstaten om
mee vorm te geven aan een op samenwerking tussen belanghebbenden uit de
toeristische sector gebaseerde aanpak teneinde bij te dragen aan de werkzaamheden
van de GDT;
de bestaande instanties die bij uitstek bij duurzaam toerisme zijn betrokken,aan te
moedigen op Europees niveau netwerken te vormen teneinde de informatie
uitwisseling tussen toeristische bestemmingen te faciliteren;.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)12
NL
11. VERZOEKT de Europese toeristische industrie en andere belanghebbenden in de toerisme
sector om:
actief deel te nemen en steun te verlenen aan de inspanningen van de Europese Unie
en de lidstaten om een duurzaam Europees toerisme te ontwikkelen,in het bijzonder
door middel van de werkzaamheden van de GDT;
bij te dragen tot de ontwikkeling van goederen en diensten die gebaseerd zijn op
duurzame productie en consumptiepatronen,maatschappelijk verantwoord onder
nemen aan te moedigen en bij te dragen tot dialoog en samenwerking tussen
overheids en particuliere belanghebbenden;
duurzaamheid,eco efficiëntie en uitwisseling van goede praktijken te integreren in
ondernemingsstrategieën en activiteiten ten einde de prestaties en het concurrentie
vermogen op de wereldmarkt te versterken;
12. VERZOEKT de Commissie,de lidstaten en andere belanghebbenden in de toerismesector
om:
methoden en instrumenten te gaan ontwerpen en gebruiken ter ontwikkeling en
bevordering van duurzame productie en consumptiepatronen,om aldus het
concurrentievermogen,de kwaliteit en het werkgelegenheidspotentieel van de
Europese toeristische sector te verbeteren;
samen te werken ten gunste van de duurzaamheid van toeristische bestemmingen,in
het bijzonder door de bescherming van natuurgebieden,biodiversiteit en cultureel
erfgoed,die primaire hulpbronnen en belangrijke troeven van het Europese toerisme
zijn;
bij de ontwikkeling en toepassing van deze maatregelen optimaal gebruik te maken
van informatie en communicatietechnologieën en milieutechnologieën;
13. VERZOEKT de Commissie om:
het streven naar duurzaamheid op te nemen in het beleid en de initiatieven van de
Gemeenschap in verband met toerisme,in het bijzonder aan de hand van haar
instrument voor effectbeoordeling;
te faciliteren dat regionale,nationale,transnationale en internationale instanties en
actoren met het oog op samenwerking en uitwisseling van informatie over duurzame
initiatieven in de toeristische sector in een netwerk worden samengebracht;
de lidstaten in het eerste halfjaar van 2006 van de activiteiten van de GDT in kennis
te stellen,alsmede vóór eind 2007 bij de Raad een mededeling in te dienen
betreffende een "Europese Agenda 21 voor toerisme",met aanbevelingen voor
concrete acties die door de verschillende overheids en particuliere belanghebbenden
kunnen worden uitgevoerd.".18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)13
NL
ZEVENDE KADERPROGRAMMA OP HET GEB ED VAN ONDERZOEK
Na de presentatie van de heer Janez POTOÈNIK,Commissaris voor onderzoek,te hebben gehoord,
heeft de Raad een eerste gedachtewisseling gehouden over het voorstel voor het zevende kader
programma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek,techno
logische ontwikkeling en demonstratie (2007 2013).
Deze eerste gedachtewisseling was toegespitst op de aspecten die het voorzitterschap in een aan de
ministers voorgelegde nota had voorgesteld,namelijk de algemene structuur van het programma,
onderzoek in samenwerking,het menselijk potentieel en de vereenvoudiging en rationalisatie van
de uitvoering van het programma.
Het voorstel betreffende het volgende kaderprogramma op het gebied van onderzoek en techno
logische ontwikkeling (2007 2013)sluit aan bij het zesde,nog lopende,kaderprogramma maar
brengt er nieuwe elementen in aan om in te spelen op de huidige behoeften op het niveau van de
Unie,zoals steun voor nieuwe infrastructuren,coördinatie van de nationale onderzoeksprogramma's
op grotere schaal,het opzetten van gezamenlijke initiatieven op technologisch gebied of het
bevorderen van geavanceerd onderzoek.Tevens heeft de Commissie,na raadpleging van de
betrokken partijen,wijzigingen aangebracht met het oog op rationalisatie van de administratieve en
financiële procedures en vereenvoudiging van de werking van de programma's.
De totale door de Commissie voorgestelde begroting voor onderzoek voor de periode 2007 2013
bedraagt 73,215 miljard euro 3 .
3 Voor het lopende zesde kaderprogramma voor onderzoek,dat vier jaar bestrijkt (2003
2006),is 17,5 miljard euro uitgetrokken,zijnde 3,9%van de begroting van de Europese
Unie..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)14
NL
TER 4 : VOLGENDE STAPPEN
De Raad heeft van gedachten gewisseld over de stand van het ITER dossier.
De Raad was ingenomen met de vorderingen die met alle partners zijn gemaakt,en met name met
de constructieve ontmoeting tussen Commissielid POTOÈNIK en de Japanse minister
NAKAYAMA op 12 april 2005.
De Raad heeft zijn conclusies van november 2004 bevestigd.Hij memoreert dat de Europese Raad
van 22 en 23 maart 2005 heeft beklemtoond d t vóór eind 2005 een nv ng moet worden gem kt
met de bouw v n ITER op de Europese loc tie en de Commissie heeft verzocht lles in het werk te
stellen om deze doelstelling te bereiken, en in het bijzonder om vóór juli 2005 de l tste h nd te
leggen n de intern tion le overeenkomst.De Raad zal alles in het werk stellen om de inter
nationale overeenkomst betreffende ITER binnen het door de Europese Raad aangegeven tijd
schema met zekerheid af te ronden.
De Raad heeft de Commissie verzocht de nodige voorbereidingen voor de sluiting van de inter
nationale overeenkomst te bespoedigen,zodat deze onder het Luxemburgse voorzitterschap kan
plaatsvinden.
Hij heeft de Commissie tevens verzocht de contacten met de partners te intensiveren om binnen de
gestelde termijn met zoveel mogelijk partners tot een oplossing te komen,waarbij een oplossing
met 6 partijen de voorkeur van de Raad blijft wegdragen.
4 ITER is de Engelse benaming van het ontwerp van een internationale thermonucleaire
experimentele reactor.Zes partijen nemen deel aan de internationale onderhandelingen over
dit ontwerp,namelijk de Europese Unie,Zuid Korea,China,de Verenigde Staten,Japan en
Rusland..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)15
NL
MENSEL JK POTENT EEL N O&O: VROUWEN EN WETENSCHAP, CARR ÈRE EN
MOB L TE T VAN ONDERZOEKERS - Conclusies van e Raa
De Raad heeft in aanwezigheid van de heer Janez POTOÈNIK,Commissielid voor onderzoek,een
debat gehouden over het "menselijk potentieel in O&O:vrouwen en wetenschap,carriere en
mobiliteit van onderzoekers".
Na dit debat heeft de Raad de volgende conclusies aangenomen:
"DE RAAD
1. HERINNERT AAN
* de essentiële rol van het beleid op het gebied van onderzoek en technologische
ontwikkeling in het kader van de strategie van Lissabon,het belang van een succesvolle
verwezenlijking van de Europese onderzoeksruimte (EOR)en het belang dat de Euro
pese Raad tijdens zijn bijeenkomst van 22/23 maart 2005,in het kader van de tussen
tijdse evaluatie van de strategie van Lissabon,aan de ontwikkeling van het menselijk
kapitaal heeft gehecht 5 ;
* de volgende resoluties van de Raad:resolutie inzake wetenschap en maatschappij en
vrouwen in de wetenschap (26 juni 2001)6 ,resolutie betreffende de versterking van de
mobiliteitsstrategie voor de Europese onderzoeksruimte (EOR)(10 december 2001)7 ,
resolutie inzake investeren in onderzoek ten behoeve van de groei en de concurrentie
positie van Europa (22 september 2003)8 ,resolutie over het beroep en de loopbaan van
onderzoekers binnen de Europese onderzoeksruimte (10 november 2003)9 ,resolutie
betreffende gelijke toegang tot en deelneming van vrouwen en mannen aan de kennis
maatschappij voor groei en innovatie (27 november 2003)10 ;
5 Doc.7619/05.
6 PB C 199 van 14.7.2001.
7 PB C 367 van 21.12.2001.
8 PB C 250 van 18.10.2003.
9 PB C 282 van 25.11.2003.
10 PB C 317 van 30.12.2003..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)16
NL
* het belangrijke recente werk over menselijk potentieel in wetenschap en technologie in
Europa,zoals het rapport "Increasing Human Resources for Science and Technology in
Europe"van de groep op hoog niveau Menselijk Potentieel,het rapport "Facing the
Challenge:the Lisbon Strategy for Growth and Employment"van de groep op hoog
niveau die bijdraagt aan de tussentijdse evaluatie van de strategie van Lissabon,de
conferentie "Brain gain -the Instruments"van 29/30 september 2004 in Den Haag,en
de vijfjaarlijkse evaluatie van de kaderprogramma's (1999 2003);
* de lopende werkzaamheden in het kader van Justitie en Binnenlandse Zaken betreffende
de ontwerp richtlijn en de twee aanbevelingen inzake de toelating van onderdanen van
derde landen tot de Europese Gemeenschap met het oog op het verrichten van weten
schappelijk onderzoek.
2. ERKENT . inspanningen die de lidstaten en de Commissie zich op het gebied van menselijk
potentieel in wetenschap en technologie reeds hebben getroost om een aantal maatregelen uit
te voeren,met name die welke zijn erkend in de mobiliteitsstrategie en de daarbij aan
sluitende resoluties van de Raad.
3. ERKENT ..het geconstateerde potentiële tekort aan onderzoekers,met name op het gebied
van wetenschap,engineering en technologie,een ernstige bedreiging zal vormen voor het
innovatieve vermogen,de kenniscapaciteit en de productiviteitsgroei van de EU in de nabije
toekomst en een belemmering kan zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van
Lissabon en Barcelona.Europa moet derhalve een grote inspanning doen teneinde de nood
zakelijke voorwaarden te scheppen om een loopbaan in onderzoek aantrekkelijker en duur
zamer te maken en onderzoekers in staat te stellen een loopbaanstructuur en werkgelegen
heidsperspectieven op lange termijn te ontwikkelen.
4. HERHAALT ..voldoende,goed ontwikkeld menselijk potentieel in O &O de hoeksteen
vormt voor de toename van wetenschappelijke kennis,de technologische vooruitgang,de
verbetering van de levenskwaliteit,het welzijn van de Europese burgers en de ontwikkeling
van het concurrentievermogen van Europa.Daartoe:
* moeten aan onderzoekers in elke fase van hun loopbaan duurzame loopbaanperspectieven
geboden worden,ongeacht hun contractuele situatie en het gekozen carrierepad in O &O,
en moeten onderzoekers als beroepsbeoefenaars worden behandeld en een volwaardige
rol spelen in de instellingen waar zij werken;.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)17
NL
* kan wetenschappelijke topkwaliteit worden verbeterd door bevordering van gender
bewustzijn en billijkheid;evaluatie en selectieprocedures moeten transparant zijn en niet
discrimineren op basis van geslacht.Europa heeft sterk gecoördineerde beleidsmaat
regelen en acties op het gebied van gelijke kansen nodig om de participatie van vrouwen,
met name in de besluitvorming,te bevorderen.De arbeidsvoorwaarden en de arbeids
cultuur in wetenschappelijke kringen en het bedrijfsleven moeten inclusiever worden,
zodat vrouwen de kans krijgen hun volledige potentieel te ontwikkelen.Het accent moet
komen te liggen op het wegnemen van discriminatie en ongunstige factoren voor
vrouwelijke onderzoekers,met name die welke met moederschap verband houden;
* is de intracommunautaire,internationale en intersectorale mobiliteit van onderzoekers
een essentieel element voor loopbaanontwikkeling van onderzoekers en de kwaliteit van
het onderzoek,een bron van vernieuwing en nieuwe ideeën voor onderzoeksorganisaties
die kan bijdragen tot de totstandkoming van de Europese onderzoeksruimte.
5.BENADRUKT .... dat het nodig is om op alle passende niveaus coherente geintegreerde
strategieën te blijven ontwikkelen voor menselijk potentieel in de EOR,met de nadruk op vier
belangrijke aspecten:
* aanzienlijke verhoging van de middelen voor opleiding,mobiliteit en loopbaan
ontwikkeling van onderzoekers,met inaanmerkingneming van de doelstellingen van
Barcelona;
* bevordering van de loopbaanperspectieven van onderzoekers,waarbij de aantrekkelijk
heid van de EU voor onderzoekstalent uit Europa en de hele wereld wordt verhoogd,en
de belangstelling van jonge Europeanen voor een loopbaan in onderzoek wordt
gestimuleerd;
* bevordering van gendergelijkheid in de wetenschap via nationale en Europese
programma's en verhoging van de participatie van vrouwen in wetenschappelijk en
industrieel onderzoek in de lidstaten;.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)18
NL
* verbetering van het algehele klimaat voor onderzoekers in Europa,met name via
verbetering van hun vaardigheden voor een zich over meerdere sectoren uitstrekkende
loopbaan en door stappen te ondernemen om de resterende belemmeringen voor intra
communautaire en intersectorale mobiliteit weg te nemen.
6.IS INGENOMEN MET
* de aanbevelingen van de Commissie van 11 maart 2005 over het Europees Handvest voor
Onderzoekers en de gedragscode voor de aanwerving van onderzoekers 11 ,die tot de lid
staten gericht is en hun een instrument bezorgt om op vrijwillige basis verdere
initiatieven te nemen voor de verbetering en de consolidering van de loopbaan
perspectieven van onderzoekers in Europa en voor de totstandbrenging van een open
arbeidsmarkt voor onderzoekers;
* het werkdocument van de diensten van de Commissie van 11 maart 2005 "Women in
Science:Excellence and Innovation -Gender Equality in Science"12 waarin nieuwe en
blijvende prioriteiten voor toekomstige actie zowel op het niveau van de lidstaten als
Europees niveau worden uiteengezet en waarin wordt voorgesteld dat de doelstellingen
met betrekking tot de participatie van vrouwen in wetenschap nauwkeuriger moeten
worden geformuleerd,en dat zij hoofdzakelijk gericht moeten zijn op de rol van vrouwen
in de besluitvormingsprocessen en bepaalde disciplines of gebieden;
* het uitvoeringsverslag van de Commissie 2004 over "Een mobiliteitsstr tegie voor de
Europese onderzoeksruimte en "Onderzoekers in de Europese onderzoeksruimte. een
beroep, meerdere loopb nen
13
dat aangeeft dat het doel van deze strategie nu is om een
open trans Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers te ontwikkelen met aantrekkelijke
loopbaanperspectieven,waarbij een nuttige "brain circulation"wordt gesteund en
zodoende de "brain drain"zowel in Europa als wereldwijd wordt beperkt.
7.VERZOEKT DE LIDSTATEN:
* bij het formuleren van strategieën voor menselijk potentieel en mobiliteit en het
uittrekken van middelen voor programma's,zoals institutionele mechanismen voor
kwaliteitsborging,financieringscriteria en audit ,monitoring en evaluatieprocessen,
waar passend,in overeenstemming met hun juridisch kader,rekening te houden met de
beginselen die zijn neergelegd in het handvest en de gedragscode;
11 Doc.7321/05 COM(2005)576 def.
12 Doc.7322/05 -SEC(2005)370.
13 Doc.SEC(2005)474..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)19
NL
* de bekendheid met het handvest en de code in eigen land te vergroten,op vrijwillige
basis,actief contact te onderhouden met werkgevers,financieringsorganisaties,onder
zoekers en andere betrokkenen,op hun verzoek en waar passend toezichtmechanismen in
te stellen ter begeleiding van de verschillende maatregelen;
* de verdere ontwikkeling van naar geslacht uitgesplitste gegevens over de participatie van
vrouwen in onderzoek aan te moedigen,waaronder het opstellen van jaarstatistieken
inzake aanwerving;
* ambitieuze doelstellingen te formuleren voor de participatie van vrouwen,met speciale
aandacht voor gebieden waar vrouwen sterk ondervertegenwoordigd zijn,en met name
het aantal vrouwen in leidende posities aanzienlijk te verhogen teneinde,als een eerste
stap,de doelstelling van 25%in de overheidssector als gemiddelde in de EU te bereiken
en participatie in industrieel onderzoek en technologie te stimuleren;
* te blijven toewerken naar arbeidsvoorwaarden die zowel mannelijke als vrouwelijke
onderzoekers in staat stellen werk en gezin,kinderen en loopbaan te combineren;er
moeten met name passende regelingen voor ouderschapsverlof ingesteld worden;gender
onderzoek te intensiveren en de genderdimensie bij onderzoek te versterken,onder meer
door analyse van de veranderende rolpatronen en levensplannen van vrouwen en mannen
in Europa;
* bij te dragen aan de totstandkoming van een open en transparante Europese arbeidsmarkt
voor onderzoekers door het bevorderen van open en voor heel Europa toegankelijke aan
wervingsprocedures,bijvoorbeeld door gebruikmaking van het paneuropese mobiliteits
portaal voor onderzoekers;
* hun inspanningen voort te zetten om de resterende belemmeringen voor mobiliteit weg te
nemen,ook die welke verband houden met transnationale,internationale en intersectorale
mobiliteit,alsmede mobiliteit tussen en binnen verschillende functies,rekening houdend
met een uitgebreide Europese Unie.
8.VERZOEKT DE COMMISSIE:
* periodiek te rapporteren over de ervaringen bij de follow up van het Handvest en de code,
en daarbij ook gebruik te maken van informatie van lidstaten;.18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)20
NL
* de participatie van vrouwen als onderzoekers,evaluatiedeskundigen,deskundigen en
leden van de raad van advies in de kaderprogramma's te blijven verbeteren en regelmatig
te rapporteren over de vorderingen hierbij;
* het Gender Watch System verder te ontwikkelen door regelmatig voortgangsverslagen op
te stellen,waaronder genderactieplannen;
* de uitvoering van en het toezicht op de mobiliteitsstrategie en de acties gebaseerd op
"loopbaancommunicatie"voort te zetten in nauwe samenwerking met de lidstaten,de
kandidaat lidstaten en de bij het kaderprogramma betrokken landen,via de stuurgroep
menselijk potentieel en mobiliteit,en uitgaand van de beginselen van de open
coördinatiemethode.
9.VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE:
* het gebruik van bewustmakingscampagnes te stimuleren om te zorgen dat onderzoekers
meer erkenning krijgen bij het publiek,en de wetenschappelijke cultuur in heel Europa te
bevorderen opdat het publiek meer inzicht krijgt in het beroep van onderzoeker en in hun
bijdrage aan de samenleving,en meer jongeren worden aangemoedigd om een loopbaan
in O &O te beginnen;
* betere voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van onderzoek in en door de
particuliere sector en maatregelen te nemen om intensievere samenwerking tussen de
universiteiten en het bedrijfsleven aan te moedigen." .18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)21
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
ONDERZOEK
EU-Korea: On erzoek op het gebie van fusie-energie
De Raad heeft een besluit aangenomen tot vaststelling van richtsnoeren voor de Commissie met het
oog op onderhandelingen over een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap
voor Atoomenergie en de Republiek Korea inzake onderzoek naar fusie energie.
Raa geven comité voor het fusieprogramma
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij het systeem van gewogen stemmen van het raad
gevend comité voor het fusieprogramma wordt aangepast in verband met de toetreding van tien
nieuwe lidstaten in mei 2004 (7368/05..
Bij dit besluit wordt het Besluit van de Raad van 16 december 1980 inzake de oprichting van het
raadgevend comité voor het fusieprogramma gewijzigd.
EXTERNE ETREKKINGEN
nternationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië - Bevriezing van tegoe en
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende wijziging van de lijst van personen aan wie
economische sancties zijn opgelegd wegens hun inbeschuldigingstelling door het Internationaal
Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY)(7839/05).Bij dit besluit wordt de bijlage
bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/694/GBVB gewijzigd.
Naar aanleiding van de overbrenging van de heren Ljubomir BOROVCANIN,Gojko JANKOVIC,
Sreten LUKIC,Drago NIKOLIC en Vinko PANDUREVIC naar de detentiefaciliteiten van het
ICTY zijn hun namen van de lijst geschrapt..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)22
NL
Het ICTY heeft daarentegen de heer Zdravko TOLIMIR,van wie de inbeschuldigingstelling op
10 februari 2005 bekend is gemaakt,op de lijst van aangeklaagde en voortvluchtige personen
geplaatst.Deze naam wordt derhalve toegevoegd aan de lijst waarop het besluit van de Raad van
toepassing is.
De Raad heeft in oktober 2004 14 maatregelen voor het bevriezen van alle geldmiddelen en
tegoeden die toebehoren aan de door het ICTY in staat van beschuldiging gestelde personen
vastgesteld.
EU-Oekraïne - Verga ering van het samenwerkingscomité
De Raad heeft het standpunt van de EU met het oog op de 7e vergadering van het samenwerkings
comité EU Oekraine die op 22 april aanstaande te Brussel aangenomen.
Tot de te behandelen punten van gemeenschappelijk belang behoort de uitvoering van het actieplan
ter versterking van het strategisch partnerschap tussen de twee partijen.
UIT REIDING
Roemenië - Consumentenbescherming - Systeem voor informatie-uitwisseling
De Raad heeft een besluit aangenomen tot goedkeuring door de Associatieraad EU Roemenië van
de deelneming van Roemenië aan het communautaire systeem voor snelle uitwisseling van
gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks en gebruiksartikelen (RAPEX systeem)
(7807/05 en UE-RO 1807/04).
In 2003 heeft Roemenië (evenals Bulgarije)de Commissie verzocht de procedures in te leiden om
de toegang van Roemenië tot het RAPEX systeem mogelijk te maken.Roemenië en Bulgarije
hebben tot dusver actief deelgenomen aan het parallelle TRAPEX systeem (overgangssysteem voor
de snelle uitwisseling van informatie),het voor de kandidaat lidstaten bestemde equivalent van
RAPEX.
14 Gemeenschappelijk Standpunt 2004/694/GBVB (PB L 315 van 14.10.2004,blz.52),
laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/148/GBVB (PB L 49 van 22.2.2005,blz.34)..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)23
NL
Betrekkingen met Bulgarije
De Raad heeft een besluit aangenomen inzake de sluiting van een aanvullend protocol bij de
Europa overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en
Bulgarije in verband met de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie in mei 2004
(13163/04 + COR 2 + COR 3).
WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL ELEID
Gezon hei en veilighei van werknemers - Optische straling
De Raad heeft zijn gemeenschappelijk standpunt vastgesteld betreffende een ontwerp richtlijn van
het Europees Parlement en de Raad betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en
veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia
wat optische straling betreft (5571/05).Het gemeenschappelijk standpunt zal voor tweede lezing
aan het Europees Parlement worden toegezonden.
In de ontwerp richtlijn:
- worden minimumvoorschriften inz ke gezondheid en veiligheidmet betrekking tot de bloot
stelling van werknemers aan de risico's van optische straling vastgesteld teneinde de controle
regelingen van de lidstaten te harmoniseren;
- wordtdaarnaar gestreefd door terug te grijpen naar de alom aanvaarde richtsnoeren inzake
beperking van de blootstelling,die door de intern tion le commissie voor bescherming tegen
niet-ioniserende str ling (ICNIRP) zijn uitgevaardigd.Deze wetenschappelijk onderbouwde
richtsnoeren zijn bedoeld ter voorkoming van de acute en langetermijneffecten voor de ogen en
de huid die zich bij uiterst hoge blootstellingsniveaus kunnen voordoen;
- wordtdewerkgeverseen reeks verantwoordelijkheden opgelegd,waaronder eisen inzake risico
beoordeling,beperking van de blootstelling,gezondheidstoezicht en voorlichting en opleiding
van de werknemers;
- behoren tot de werknemerswaarop de richtlijn van toepassing zal zijn,bijvoorbeeld,werknemers
die met lasers en elektrische lasapparatuur werken,werknemers in de staal en gl sindustrieen
werknemersin solariums..18.IV.2005
7723/05 (Presse 75)24
NL
De ontwerp tekst is bedoeld als vierde en laatste afzonderlijke richtlijn ingevolge de beslissing van
1999 tot splitsing van het oorspronkelijke Commissievoorstel voor een richtlijn betreffende de
minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van
werknemers aan de risico's van fysische agentia 15 .Er zijn reeds afzonderlijke richtlijnen aan
genomen betreffende mechanische trillingen,lawaai en elektromagnetische velden.
INTERNE MARKT
Motorrijtuigenverzekering - Bepalingen betreffen e wettelijke aansprakelijkhei *
De Raad heeft een richtlijn aangenomen betreffende de verzekering tegen de wettelijke aan
sprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven
(16182/2/03 + ADD 1; 5338/05; 6250/05 + ADD 1).Hij heeft alle amendementen van het
Parlement in tweede lezing aanvaard.De Duitse en de Italiaanse delegatie hebben zich bij de
stemming onthouden.
Deze richtlijn heeft tot doel de motorrijtuigenverzekeringsmarkt te verbeteren,slachtoffers van
ongevallen beter te beschermen en enkele leemten in de bestaande wetgeving op te vullen,rekening
houdend met de toename van het grensoverschrijdende verkeer.
De voornaamste elementen zijn:de verbetering van de verzekeringsdekking in geval van een lang
durig verblijf buiten het land waar het voertuig is geregistreerd,de verhoging van de minimum
bedragen van de verzekeringsdekking voor lichamelijk letsel en voor materiële schade in de gehele
Unie,en de afschaffing van de bestaande uitsluiting van de verzekeringsdekking omdat de
bestuurder onder invloed van alcohol was of bij een ongeval waarbij een niet geidentificeerd voer
tuig is betrokken.
De lidstaten moeten uiterlijk twee jaar na de bekendmaking van de richtlijn in het Publicatieblad
van de EU aan de nieuwe bepalingen voldoen.
Bij deze richtlijn worden de Richtlijnen 72/166/EEG,84/5/EEG,88/357/EEG,90/232/EEG en
2000/26/EG gewijzigd.
Consumentenbescherming - Oneerlijke han elspraktijken *
De Raad heeft een richtlijn aangenomen waarbij een verbod wordt ingesteld op oneerlijke handels
praktijken van ondernemingen waardoor de belangen van consumenten worden geschaad (voor
meer det ils zie persmededeling 8124/05).
15 PB C 77 van 18.3.1993,blz.12.
We t s t r a a t 1 7 5 B -1 4 8 B R U S S E L T e l .:+3 2 ()2 2 8 5 6 2 1 9 /6 3 1 9 F a x :+3 2 ()2 2 8 5 8 2 6
press.office@consilium.eu.int http://ue.eu.int/Newsroom
European Union