Groen!
Kleine stofdeeltjes: een groot probleem voor de volksgezondheid
Sinds 1 januari van 2005 is een nieuwe Europese richtlijn van kracht
met concrete normen voor fijn stof in de lucht, ook wel bekend als
PM10 (particulate matter of stofdeeltjes met een diameter kleiner dan
10 µm = 0,01 millimeter).
De Vlaamse Milieumaatschappij waarschuwt al enige tijd dat we het in
Vlaanderen erg moeilijk zullen krijgen om deze norm te halen. Zo bv.
eind vorig jaar nog bij de voorstelling van het meest recente rapport
over de Vlaamse luchtkwaliteit in 2003.
In Vlarem 2 zijn - in omzetting van de Europese richtlijn 1999/30/EG
twee grenswaarden opgenomen voor fijn stof.
De jaargrenswaarde (gemiddelde concentratie over een heel jaar) ligt
op 40 µg/m3 .
In 2003 werd deze jaargrenswaarde in Vlaanderen op 9 van de 21
meetstations overschreden.
De scherpste norm is echter de daggrenswaarde : deze werd door Europa
vastgelegd op 50 µg/m3. Deze norm mag maar 35 keer per jaar (op 35
dagen per jaar) overschreden worden. Oorspronkelijk had men het aantal
overschrijdingen op 14 dagen per jaar bepaald (op basis van de
wetenschappelijke bevindingen van de Wereld Gezondheids Organisatie),
maar na zwaar lobbywerk werd dit opgetrokken naar 35.
In 2003 werd de 35 dagen -grens op ALLE Vlaamse meetstations
overschreden.
Ook voor dit jaar ziet het er niet goed uit. Op de webstek van de
Interregionale Cel voor Leefmilieu (www.ircel.be) worden de
meetgegevens voor fijn stof op dagbasis bijgehouden en kan men
moeiteloos aflezen wat de stand van zaken is. (zie bijlage 1). In twee
Waalse meetstations (Engis en Jemeppe) is de 35 dagen - norm al
overschreden. In Het meetstation te Roeselare zat men op 13/4 al aan
30 overschrijdingen, in Zelzate aan 28, enz. Het is een kwestie van
dagen, hoogstens enkele weken of ook in Vlaanderen en Brussel zal op
verschillende plaatsen de 35 dagen -norm overschreden worden. Volgens
de VMM zijn vooral de Gentse Kanaalzone en verkeersdrukke omgevingen
in de Antwerpse en Gentse agglomeratie de grote risico-zones.
Het verschil met de vorige jaren is wel dat de richtlijn intussen
kracht van wet heeft gekregen. De Vlaamse overheid moet ervoor zorgen
dat de grenswaarde gehaald wordt. Volgens artikel 2.5.3.7 §2 van
Vlarem 2 moet de minister een plan of programma opstellen tot
verbetering van de luchtkwaliteit als de grenswaarde in bepaalde zones
niet gehaald wordt (zie bijlage 2).
Bronnen van de vervuiling door fijn stof
Autoverkeer en dan vooral dieselwagens zijn de hoofdverantwoordelijken
voor de vervuiling met kleine stofdeeltjes in steden met veel
autoverkeer. In stedelijke centra veroorzaken zij tot 3/4de van de
fijn stof -vervuiling. Ongeveer de helft komt dan van vrachtwagens en
bussen, de andere helft van diesel-personenwagens.
Om in steden de norm te halen en de lucht gezond te houden, zijn dus
in de eerste plaats maatregelen nodig om het autoverkeer te beperken.
Als jet het meer globaal bekijkt zijn er ook andere belangrijke
bronnen van fijn stof zoals de industrie, energiecentrales en de
verwarming van huizen. Verkeer zou globaal zelfs maar verantwoordelijk
zijn voor één vierde van het fijn stof, het autoverkeer slechts voor
één vijfde. Maar binnen de steden is het verkeer dus wel de meest
vervuilende factor.
Fijn stof : een schandaal in onze buurlanden - maar in Vlaanderen
blijft alles rustig
In de ons omliggende landen wordt de 35-dagen-grens bijzonder ernstig
genomen.
In Duitsland is er een heuse rel ontstaan omdat de norm op 31 maart al
in twee steden overschreden was ( Stuttgart en München) en stelt men
zich de vraag welke maatregelen genomen dienen te worden als de norm
overschreden wordt of om alsnog te vermijden dat men de wet
overtreedt.
De ingrepen die worden toegepast of overwogen gaan van erg curatieve
tot zeer structurele ingrepen:
" het nat spuiten van de straten om minder stof in de lucht te krijgen
(dit bleek in de stad Düsseldorf uiteindelijk weinig uit te halen)
" het aanplanten van bomen langs drukke verkeersassen om meer stof op
te vangen
" een federale wet die een belastingsvoordeel voorziet van 250 voor de
installatie van dieselroetfilters in oude wagens en van 350 voor de
installatie van deze filters in nieuwe wagens (de groene minster
Trittin wil deze wet er nog voor de zomervakantie gestemd krijgen en
verwijt de Duitse auto- industrie dat ze zich niet gehouden hebben aan
hun belofte om zelf nieuwe wagens standaard met filters uit te
rusten).
" Afschaffing fiscale bevoordeliging van dieselbenzine
" Snelheidsverminderingen
" Autoloze zondagen
" Rijverboden voor vrachtwagens of wagens op plaatsen waar de norm
dreigt overschreden te worden
" Tolheffingen om met de auto de stad in te mogen (het Londens model)
- cf. ook de intussen ingevoerde kilometerheffing voor vrachtwagens in
Duitsland
" Minder auto's in de stad - meer openbaar vervoer - meer fietsverkeer
De zenuwachtigheid is nog toegenomen na de aankondiging van enkele
burgerverenigingen dat ze gemeentelijke en deelstaat-overheden voor de
rechter dagen omdat ze onvoldoende maatregelen nemen opdat de
wettelijke normen zouden gehaald worden.
Ook in Nederland is de milieubeweging in actie gekomen tegen de
vervuilde lucht in de steden. De Stichting Milieudefensie lanceerde
een campagne 'Nederland in ademnood'. Op 5 april maakte men bekend dat
men de gemeente Den Haag voor de rechter daagt omdat de gemeente
nalaat afdoende maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit te
verbeteren. De milieubeweging gebruikt de luchtkwaliteitsnormen zelfs
in haar strijd tegen de aanleg van nieuwe autowegen of
industrieterreinen op plaatsen waar de normen voor luchtkwaliteit
overschreden worden. En met succes. De Nederlandse Raad van State
floot de aanleg terug van 20 km spitsstroken op de A2 tussen Eindhoven
en Den Bosch omwille van de slechte luchtkwaliteit in het gebied. De
goedkeuring door de provincie Zuid-Holland van een bestemmingsplan
voor een bedrijvenpark in Hendrik-Ido-Ambacht werd door de Raad van
State geschorst o.m. omdat de nu en in de toekomst de grenswaarden
voor fijn stof worden overschreden.
Fijn stof : een groot risico voor de gezondheid, zeker voor kwetsbare
groepen als kinderen en ouderen.
Fijne stofdeeltjes zijn bijzonder schadelijk voor de gezondheid. Hoe
kleiner de deeltjes, hoe gevaarlijker ze zijn en hoe dieper ze in de
longen en de longblaasjes doordringen. De allerkleinste deeltjes
kunnen zelfs rechtstreeks in de bloedbaan terecht komen. Dit maakt ze
des te schadelijker, vooral omdat ongewenste stoffen zoals PAK's,
zware metalen, dioxines, PCB's,.. zich aan deze kleine stofdeeltjes
hechten
In Duitsland rekent men met 65.000 vervroegde overlijdens door fijn
stof. 14.400 daarvan zouden kunnen vermeden worden door een
veralgemeende invoer van de roetfilter.
In Vlaanderen werd in het meest recente milieurapport (MIRA-T 2004)
berekend dat milieuverontreiniging de Vlaming gemiddeld 5 gezonde
levensmaanden kost. De hoofdschuldige daarvoor is fijn stof (71%), zo
liet de VMM weten aan minister Kris Peeters.
De voorbije jaren is er terecht veel aandacht gegaan naar de effecten
van luchtvervuiling (o.m. fijn stof) op astma bij kinderen.
Minstens even belangrijk is het effect van het stof in de lucht op
senioren. De band met bronchitis en astma, maar ook met longkanker,
was al langer duidelijk. Maar uit recent wetenschappelijk onderzoek
blijkt dat pieken van luchtvervuiling het aantal fatale hart- en
bloedvaataandoeningen op korte termijn doen toenemen. Vooral het
ultrafijne zwevende stof afkomstig van verkeer speelt een nefaste rol.
Tot nog toe werd aangenomen dat stof dat in de longblaasjes terecht
komt, niet of zeer traag in het bloed geraakt. Bij een experiment
waarbij 5 gezonde proefpersonen koolstofdeeltjes kleiner dan 0,1
micron inademden, stelden de KUL - professoren Ben Nemery en Peter
Hoet echter vast deze al na één minuut in het bloed terechtkomen. (cf.
UZ Gezondheidsbrief, augustus 2002).
De cijfers die de onderzoekers aanhalen liegen er niet om : voor elke
toename van de kleine stofdeeltjes (PM 10) met 10 µg/m3 op korte
termijn, zou het aantal overlijdens stijgen met 1%, het aantal fatale
aandoeningen van hart- en bloedvaten met 1,5 %, het aantal
ziekenhuisopnames met 2,5% en het aantal fatale luchtwegaandoeningen
met 3,5%.
Boston-studie : direct verband met risico op hartaanval
Het effect van kleine stofdeeltjes op hartaanvallen werd bevestigd in
een wetenschappelijke studie verricht te Boston waar onderzoekers de
medische geschiedenis natrokken van 722 mensen die recent in een
ziekenhuis te Boston waren opgenomen omwille van hartaanvallen.
Tegelijk werden de concentraties aan polluenten gemeten op
verschillende plaatsten en tijdstippen in Boston (zo bv. voor PM 2,5 -
ozon - CO - SO2 en NOX). Uit de analyse bleek dat de deelnemers aan
het onderzoek een 50% toename van risico op een hartaanval hadden in
de twee uren volgend op een blootstelling aan hoge niveaus van fijne
stofdeeltjes. (Circulation, 12 juni 2002).
Zie ook : EHP, Environmental Cardiology : Getting to the Heart of the
Matter, november 2004 :
http://ehp.niehs.nih.gov/members/2004/112-15/focus.html
Groen! Wil uitdrukkelijk meer aandacht vragen voor de band tussen
milieuvervuiling en gezondheid bij ouderen. Daarom organiseerde Groen!
Plus een symposium over dit onderwerp en dient Groen! een resolutie in
over milieu, gezondheid en senioren in Het Vlaams Parlement.
De fijn stof - problematiek is één van de meest acute voorbeelden.
Voorstellen van Groen!
De federale en de Vlaamse overheid en de verschillenden steden en
gemeenten dienen een beleid te voeren dat overschrijdingen van de
grenswaarde voor fijn stof in de omgevingslucht voorkomt.
Ten gronde kan dit enkel door een structureel beleid dat autoverkeer
in steden vermindert en radicaal de kaart trekt van (proper) openbaar
vervoer en meer fietsverkeer.
Op korte termijn kan de snelle invoering van de dieselroetfilter
soelaas brengen. Het is geen wonderoplossing. Maar als je weet dat
zo'n filter tot 90% van de gevaarlijke roetdeeltjes kan tegenhouden,
loont het echt wel de moeite. Een subsidiebesluit voor de installatie
van dergelijke filters naar Duits model kan een eerste stap zijn.
Belangrijker nog is natuurlijk dat deze filters zo snel mogelijk
(Europees) als standaard uitrusting verplicht worden.
Groen! vraagt dat de minister in overleg met steden en gemeenten ook
effectief maatregelen neemt als de 35 dagen- grens overschreden wordt.
Hij is daartoe wettelijk verplicht. Gewoon afwachten en niets doen, is
voor Groen! geen optie.
Ten slotte is het de plicht van de overheid kwetsbare groepen zoals
kinderen, astmalijders en ouderen tijdig en volledig te verwittigen
van de risico's van pieken van luchtvervuiling. Een preventief
gezondheids- en welzijnsbeleid is nodig net zoals federaal al
(gedeeltelijk) voorzien is in geval van ozonpieken en hittegolven in
de zomer.
BIJLAGE 1
Aantal dagen met daggemiddelde PM10 concentratie > 50 µg/m3 : gegevens
tot 13/04/2005
info:
In onderstaande tabel wordt per meetstation het aantal dagen
weergegeven waarop de daggemiddelde PM10 concentratie hoger was dan 50
µg/m3.
Volgens EU richtlijn 1999/30/EG mag deze daggrenswaarde vanaf 1/1/2005
niet meer dan 35 keer (dagen) per jaar overschreden worden.
De meetstations staan in dalende volgorde gerangschikt volgens het
aantal overschrijdingen in het lopende jaar. Als extra info worden ook
de gegevens van de voorgaande jaren getoond.
Deze tabel wordt elke dag rond 07u00 geactualiseerd.
stacode
gemeente
gewest
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005(*)
43R240
Engis
Wal
134
181
151
138
127
132
186
143
45
43R223
Jemeppe
Wal
109
88
NA
NA
89
104
136
136
38
44M705
Roeselare
Vla
153
82
87
77
89
85
142
96
30
45R502
Lodelinsart
Wal
NA
76
55
91
79
99
86
28
44R750
Zelzate
Vla
114
77
44
57
55
56
93
62
28
41N043
Haren
Bru
NA
153
161
165
153
153
163
126
26
42R815
Zwijndrecht
Vla
65
25
44R731
Evergem
Vla
201
151
89
104
113
102
123
89
25
40HB23
Hoboken
Vla
NA
25
42R801
Borgerhout
Vla
102
67
47
46
55
49
70
53
24
42R832
Ruisbroek
Vla
111
59
55
40
89
81
126
78
24
44R740
Sint-Kruiswinkel
Vla
NA
74
50
69
69
64
99
68
24
45R512
Marchienne-Au-Pont
Wal
NA
122
73
110
81
134
100
23
42M802
Antwerpen (Luchtbal)
Vla
NA
55
23
44N052
Zwevegem
Vla
23
44R701
Gent
Vla
100
64
77
70
57
59
93
66
22
44R710
Destelbergen
Vla
34
21
42R811
Schoten
Vla
37
20
40OB01
Oostrozebeke
Vla
149
NA
NA
85
130
135
101
78
19
44N012
Moerkerke
Vla
47
19
45R510
Chatelineau
Wal
NA
72
50
60
57
90
49
18
42N045
Hasselt
Vla
NA
29
37
52
35
18
41R001
Sint-Jans-Molenbeek
Bru
114
102
109
62
76
77
107
70
18
42N035
Aarschot
Vla
38
17
42R020
Vilvoorde
Vla
54
20
23
44
54
32
50
51
17
40MN01
Menen
Vla
79
48
16
40KO01
Kortrijk
Vla
53
44
16
42N016
Dessel
Vla
37
15
42N054
Walshoutem
Vla
50
14
40AB01
Antwerpen (Boudewijnsluis)
Vla
54
14
42R841
Mechelen (Technopolis)
Vla
NA
50
37
13
40ML01
Mechelen (Hombeeksestwg)
Vla
NA
35
67
26
13
40AL01
Antwerpen (LO)
Vla
NA
32
13
45R501
Charleroi
Wal
84
81
45
36
NA
47
81
24
13
41MEU1
Neder-Over-Heembeek
Bru
NA
35
49
43
65
24
12
40HR01
Herne
Vla
NA
45
56
51
41
70
36
11
40SZ02
Steenokkerzeel
Vla
59
NA
NA
31
38
43
59
45
11
40AB02
Berendrecht
Vla
---
40WZ01
Lommel
Vla
43
NA
11
20
28
36
54
65
11
41R012
Ukkel
Bru
75
56
27
24
36
39
42
NA
10
44N029
Houtem
Vla
NA
31
35
50
32
9
43H201
Saint-Nicolas
Wal
NA
75
49
48
49
68
36
8
41B011
Sint-Agatha-Berchem
Bru
NA
21
16
20
32
5
6
41WOL1
Sint-Lambrechts-Woluwe
Bru
NA
NA
(*) Niet gevalideerde gegevens.
"NA" betekent dat er minder dan 75 % beschikbare dagen zijn waarop
voldoende meetgegevens beschikbaar waren voor de berekening van de
daggemiddelde PM10 concentratie.
BIJLA GE 2
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en
sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II)
HOOFDSTUK 2.5. MILIEUKWALITEITSNORMEN VOOR LUCHT EN BELEIDSTAKEN TER ZAKE
Onderafdeling 2.5.3.7. Maatregelen die van toepassing zijn in zones waar de
niveaus hoger liggen dan de grenswaarde
Art. 2.5.3.07.
§ 1. Op basis van de resultaten van haar meetnet van de
verontreiniging van de omgevingslucht stelt de Vlaamse
Milieumaatschappij :
1. de lijst op van zones en agglomeraties waar de niveaus van een of
meer verontreinigende stoffen de grenswaarde, verhoogd met de
overschrijdingsmarge, overschrijden;
2. de lijst op van de zones en agglomeraties waar de niveaus van een
of meer verontreinigende stoffen tussen de grenswaarde en met de
overschrijdingsmarge verhoogde grenswaarde liggen.
Wanneer voor een bepaalde verontreinigende stof geen
overschrijdingsmarge is vastgesteld, worden de zones en
agglomeraties waar het niveau van deze verontreinigende stof de
grenswaarde overschrijdt, gelijkgesteld met de in sub 1° van het
eerste lid bedoelde zones en agglomeraties en zijn de §§ 2 tot en
met 4 van dit artikel erop van toepassing.
§ 2. In de in § 1 bedoelde zones en agglomeraties treft de minister
maatregelen om ervoor te zorgen dat er een plan of programma wordt
opgesteld en uitgevoerd dat ertoe leidt dat binnen de daarvoor
gestelde termijn aan de grenswaarde wordt voldaan.
Dit plan of programma, waartoe het publiek toegang heeft, bevat ten
minste de in bijlage 2.5.4.D vermelde informatie.
§ 3. In de in § 1 bedoelde zones en agglomeraties waar het niveau van
meer dan één verontreinigende stof hoger ligt dan de grenswaarden,
zorgt de minister voor een geïntegreerd plan voor alle betrokken
verontreinigende stoffen.
§ 4. Wanneer het niveau van een verontreinigende stof ten gevolge van
een significante verontreiniging vanuit een andere Lid-Staat of Gewest
boven de met de overschrijdingsmarge verhoogde grenswaarde of, in
voorkomend geval, de alarmdrempel ligt of dreigt te komen, pleegt de
minister met de betrokken Lid-Staat of het betrokken Gewest overleg om
een oplossing te vinden. De Europese Commissie wordt hiervan via de
geëigende kanalen op de hoogte gesteld en kan dit overleg bijwonen.