Nieuw-Vlaamse Alliantie
Parlementaire nieuwsflits (11 - 15 april 2005) (18/04/05)
Wekelijks ontvangt u een parlementaire nieuwsflits. Hierin brengen we
een selectie van de parlementaire initiatieven van onze
parlementsleden.
Vlaams Parlement
De overheidsparticipatie in de GIMV zal binnenkort door de Vlaamse
regering worden teruggebracht van 70 % tot 35 à 40 %. Met deze verkoop
van ongeveer 35 % van haar aandelen hoopt de Vlaamse regering een mooi
bedrag te kunnen opstrijken. De cijfers hierover lopen uiteen, maar in
een gunstig scenario zou dit gaan over om en bij de 300 miljoen euro.
VLD-Limburg, met op kop federaal minister Dewael en Vlaams minister
Keulen lieten in een persconferentie vorige week uitschijnen dat dit
geld prioritair en exclusief moet gaan naar stimulansen voor Limburg.
Jan Peumans, die zo stilaan zijn buik vol heeft van ministers die
zaken in de pers uitspelen zonder dat hierover reeds een
regeringsbeslissing gevallen is, ondervroeg tijdens de Actuele Vragen
woensdag begrotingsminister Van Mechelen, toevallig eveneens VLD. Die
stelde dat er nog geen beslissing is gevallen over een eventuele
aanwending van deze middelen. Bij de opmaak van de begroting voor 2006
zal de Vlaamse regering u hierover meer informatie bezorgen. De enige
conclusie die Jan Peumans hieruit kan trekken is dat de 2
VLD-ministers met hun fameuze Limburg-plan weer valse illusies
creëerden. Maar de perceptie is toch zo belangrijk
Kort na de bekendmaking dat de naam van het Deurganckdok ging
gewijzigd worden in Koning Albert II-dok heeft Bart De Wever (op 22
maart) minister Peeters hierover ondervraagd. Voor Bart kon die
naamswijziging immers totaal niet door de beugel. Tijdens de
behandeling van zijn vraag om uitleg bleek dat hij gehoor vond bij de
minister, die hierover een gesprek ging aanknopen met de Raad van
bestuur van het Havenbedrijf. Deze komt na beraad terug op haar
beslissing, zodat de naam Deurganckdok behouden blijft. Bart is
tevreden dat het dwaze voorstel nu definitief is opgeborgen. De
benaming is immers goed ingeburgerd, decretaal verankerd en de
benaming "Albert II dok" zou enkel voor verwarring zorgen. Bovendien
was het voor de N-VA niet denkbaar dat het dok genoemd zou worden naar
de Belgische koning die op geen enkel ogenblik ook maar enige
interesse voor dit omvattend infrastructuurproject toonde. Tijdens
zijn contacten met mensen en bedrijven ter plaatse stelde Bart De
Wever vast niet alleen te staan in zijn strijd tegen de
naamsverandering. Gelukkig heeft het gezond verstand het uiteindelijk
gehaald in dit dossier.
Mark Demesmaeker stelde donderdag een Vraag om Uitleg aan minister Van
Mechelen over de afbakening van het stedelijk gebied rond Brussel. In
het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen hebben (delen van) de 15
gemeenten rond Brussel het statuut gekregen van Vlaams stedelijk
gebied. In de delen van deze gemeenten waar de zogenaamde groene
gordel aanwezig is, wordt een buitengebiedbeleid gevoerd. Op dit
moment is men volop bezig aan het afbakeningsproces. In dit belangrijk
proces, opgestart vorig najaar, worden alle actoren (betrokken
gemeenten, provincie Vlaams-Brabant, andere actoren zoals de
huisvestingsmaatschappijen, ) geconsulteerd. Er zullen visiemomenten
worden georganiseerd , waarbij de gemeenten rechtstreekse stem zullen
hebben bij het bepalen van de inhoudelijke krachtlijnen voor het
gebied. De gemeenten krijgen de mogelijkheid op formele wijze te
reageren op de voorstellen. In zijn antwoord onderschreef Van Mechelen
de aandachtspunten die ook terug te vinden zijn in het Ruimtelijk
Structuurplan Vlaanderen, nl. het vrijwaren van de groene gordel, de
identiteit van de Vlaamse Rand, Deze laatste elementen zijn dan ook
van cruciale aard voor Mark Demesmaeker en hij is tevreden dat de
Vlaamse regering dit als toetsteen van het afbakeningsproces hanteert.
Mark zal in samenspraak met de N-VA-afdelingsbesturen van de 15
betrokken gemeenten een initiatief nemen om de 15 gemeentebesturen aan
te sporen de groene gordel en de Vlaamse identiteit van de omgeving te
bewaren. Meer hierover later.
Helga Stevens legde minister Fientje Moerman op de rooster betreffende
de tewerkstelling van personen met een handicap als zelfstandige. De
CAO-26 alsook de Vlaamse Inschakelingspremie beogen de extra kosten
voor de werkgever op te vangen die aanpassingen en eventueel
rendementsverlies met zich meebrengen. Echter, enkel privé-bedrijven
kunnen van deze maatregelen genieten. Noch voor de personen met een
handicap die in overheidsdienst werken, noch voor diegenen die als
zelfstandige werken is er een financiële ondersteuning voorzien. Ook
personen met een handicap die als zelfstandige werken hebben echter
extra kosten, bijvoorbeeld door aanpassingen of omdat ze nu eenmaal
meer tijd nodig hebben om bepaalde handelingen te verrichten, zich te
verplaatsen, ... Fientje Moerman vermeldt in haar beleidsnota als
specifieke doelgroepen enkel jongeren, vrouwen, ouderen en
allochtonen, maar ook personen met een handicap horen in dit rijtje
thuis. Het gelijkekansenbeleid gebeurt volgens de
open-coördinatiemethode. Dit is een keuze van de Vlaamse Regering. Dit
vereist echter wel dat elke minister de nodige aandacht besteedt aan
álle doelgroepen voor zijn beleidsdomeinen. Helga Stevens zal volgende
week donderdag de minister vragen wat de plannen van de minister zijn
terzake. De volledige vraag kan u nalezen op www.helgastevens.be
Dinsdag ondervroeg Jan Loones minister Bourgeois over het
Kustactieplan. Op dit moment loopt Kustactieplan II van de vorige
regering ten einde en de minister had in zijn beleidsnota reeds
duidelijk laten verstaan een Kustactieplan III te ambiëren. Dit plan
dat nu in een finale ontwerpfase zit moet nog door de Vlaamse regering
worden goedgekeurd. Bourgeois lichtte in de commissie al een tipje van
de sluier. Voor hem zijn drie zaken in het Kustactieplan III
belangrijk. Vooreerst bevat het plan de uitvoering van een groot
aantal maatregelen vanuit het Kustactieplan II. Gemaakte engagementen
van zijn voorganger moeten worden nagekomen. Daarnaast is een verdere
objectivering van belang en hiervoor zal een stuurgroep worden
opgericht. Tenslotte, en dit is nieuw en juicht Jan Loones ten zeerste
toe, gaat de minister de verbintenis aan om Beaufort, het
cultuurproject aan zee, minstens met een jaar verder te zetten. Dit is
een doorbraak, aangezien hieromtrent onduidelijkheid bestond. Verder
was Jan Loones deze week aanwezig bij de opening van de Gentse
Floraliën. Daar werd het Koksijdse project, De Paardenvisser, in
primeur voorgesteld. Deze mozaïeksculptuur van een paardevisser, het
symbool van de gemeente, afgewerkt met allerlei plantjes, kwam tot
stand door toedoen van de gemeente Koksijde onder de drijvende kracht
van Jan Loones als bevoegd schepen. De kans is bijzonder reëel dat dit
prestigieuze Vlaamse project de wereld zal veroveren. Niet alleen voor
de Parkdagen op het Kasteel van Beervelde, maar ook voor de Floraliën
van Shangai in 2007 heeft Jan het verzoek gekregen of De Paardenvisser
daar kan worden tentoongesteld. Van een paradepaardje gesproken.
Kris Van Dijck ondervroeg donderdag in de commissie Sport Frank
Vandenbroucke over de sport-gescos. Recentelijk werd in bepaalde media
heel wat kritiek geuit over de manier waarop deze statuten toegekend
en/of gecontroleerd werden. Er werden vragen gesteld over
objectiviteit en gehanteerde normen. Het zou in totaal over een 250
gescos gaan, tewerkgesteld in de sportsector of in sportactiviteiten.
De minister stelde dat het hier om tewerkstellingsprojecten gaat
waarbij geen specifieke sportcriteria van toepassing zijn en dat ze
steunen op aanvragen van promotoren die mits ze voldoen aan de
reglementaire voorwaarden worden goedgekeurd zolang er budgettaire
middelen voorhanden zijn. De minister stelde dat hij bereid is om deze
gesco-projecten met het eraan verbonden werkgelegenheidsbudget over te
dragen naar de bevoegdheid van de minister van Sport. Wel dient er nog
een afspraak gemaakt te worden met de federale overheid i.v.m. het
behouden van de RSZ-voordelen. In het andere geval dienen de
RSZ-kosten, waarvan de Vlaamse overheid nu vrijgesteld is, betaald te
worden. Dit zou de overdracht zeer duur maken. In het verleden werd
deze operatie met succes doorgevoerd voor de onderwijsgescos. Kris
dringt aan op een spoedige doorbraak zodat ook deze gescos een deel
kunnen worden van het nieuwe topsportbeleid waarvan veel verwacht
wordt. In de toekomst rekent Van Dijck er dan ook op dat
sportrelevante criteria wel doorslaggevend zullen zijn en dat een
strikte opvolging en controle op basis van resultaten het gevolg mag
zijn.
Kamer van Volksvertegenwoordigers
Patrick De Groote interpelleerde minister Dupont over de
benoemingsprocedure van de hoofden van de 10 federale
wetenschappelijke instellingen. Een eerste procedure in 2003 werd
geschorst door de Raad van State omdat de Nederlands- en Franstalige
kandidaten afzonderlijke jurys hadden. Bij de hernieuwde procedure van
2004 werd de rechtsongelijkheid nog meer geschonden. In de tweede
procedure waren de jurys voor de Nederlandstalige en Franstalige
kandidaten gelijk, maar het is twijfelachtig of de Franstalige
juryleden het Nederlands voldoende machtig waren om de kandidaten te
beoordelen. Er was zelfs geen simultaanvertaling voorzien voor de
juryleden om dit euvel gemakkelijk te verhelpen. Bovendien waren de
jurysamenstellingen dermate veranderd dat men zich kan afvragen of er
wel nog naar de competenties werd gepeild. Het lijkt er eerder op dat
de regering op zeker wilde spelen en een jury samenstelde om haar
kandidaten door te sluizen. Als in de eerste procedure de jurys
bestonden uit 2 experten uit het vakgebied en 1 persoon die de
managementcapaciteiten onderzocht, bestonden de jury van 2004 uit een
Nederlands- en een Franstalige expert, 4 bedrijfsmanagers en 4
ambtenaren zonder enige ervaring met het beleidsdomein. Wat is immers
de relevantie van een ambtenaar, gespecialiseerd in Duurzame
Ontwikkeling, Buitenlandse Zaken of Justitie om te oordelen of iemand
geschikt is om een bibliotheek of een museum te leiden? Vooral omdat
in de tweede selectie de managementcapaciteiten reeds met een
computertest waren gepeild.
Patrick De Groote ondervroeg Freya Van den Bossche over de
gewestelijke verschillen in het activeringsbeleid van werklozen. Het
Waals Gewest organiseert tegen de afspraken in geen individuele
begeleiding van werklozen, waardoor er ook geen werkweigeraars kunnen
worden geïdentificeerd. De Groote vroeg om de puntjes op de i te
zetten en om vooral de halve waarheden die de Waalse regering gretig
verspreid een halt toe te roepen. Zo verklaarde Waals minister
Marcourt dat er geen transfers zijn gezien Vlaanderen meer
bruggepensioneerden en meer tijdskredieten telt. Welnu, de
RVA-transfer (inclusief brugpensioenen en tijdskredieten) van
Vlaanderen naar Wallonië steeg van 480 miljoen in 2000 naar 804
miljoen in 2004. Di Rupo deed zijn duit in het zakje door te verklaren
dat Wallonië in 2004 meer werklozen schorste dan Vlaanderen. Deze
schorsingen hebben met andere elementen te maken, zoals het niet komen
opdagen op de controle na verschillende oproepen. Tot slot, was de
verdediging van Waals minister Marcourt de slechte economische
situatie in Wallonië. Die slechte economische situatie belette
blijkbaar duizenden Fransen niet om werk te vinden in Wallonië. In
Wallonië werkten er in juni 2004 19.921 Franse grensarbeiders.
Patrick De Groote interpelleerde eveneens minister De Gucht over de
exportlicentie door het Waals Gewest ten voordele van een
munitiefabriek in Tanzania. De N-VA viseerde vooral de hypocrisie van
de federale regering en van Delcredere, de overheidsverzekeraar van
buitenlandse handel, waar de federale ministers 6 van de 20
vertegenwoordigers in de beheerraad hebben zetelen. Delcredere moet
tevens bij de export over ethische elementen waken, zoals over de
prioriteit voor de ontwikkeling van het land. Bovendien vindt N-VA het
laakbaar dat twee vertegenwoordigers van de Waalse regering en nog een
extern expert door de Waalse regering aangeduid, meebeslissen in de
garanties van Delcredere, terwijl het Waals Gewest eigenaar is van de
wapenfabriek FN. Zij zijn dus rechter en partij tegelijkertijd. Het
blijft intussen afwachten wat het Waals Gewest zal doen na de
tijdelijke schorsing van drie maanden en of de federale regering een
belangenconflict zal inroepen wanneer de licentie een fiat krijgt van
het Waals Gewest. Nochtans reikte De Gucht genoeg elementen aan om
geen exportlicenties te geven: de geloofwaardigheid van de
buitenlandse politiek in Kongo, een mogelijke privatisering van de
munitiefabriek, wapenverkooppunten in het Tanzaniaanse leger aan
particulieren en Tanzania als draaischijf voor wapenhandel.
Auteur:
Wetenschappelijk medewerker Vlaams parlement
Peter Bruysrogge
Meer informatie:
Contactpersoon: Piet De Bruyn, woordvoerder
Telefoon: 02 219 49 30
Fax: 02 217 35 10
E-post: piet.debruyn@n-va.be
Url: www.n-va.be