Spreekpunten staatssecretaris Van Geel bij het startsein van de
uitvoering van het BANS-klimaatconvenant op 30 maart in Apeldoorn
Dames en heren,
Het klimaat verandert, daar kijkt inmiddels niemand meer van op. Op
zich is dat ook een natuurlijk proces. Maar dat het klimaat zo snel
verandert, is merkwaardig en zeer alarmerend. Dat betekent dus dat er
dringend iets moet gebeuren. Dat doen wij ook in Nederland en
internationaal, maar dat moet natuurlijk ook bij u om de hoek. En
juist daarvoor leek lange tijd een duidelijk plan te ontbreken.
Als er ergens in de buurt het brandalarm afgaat, dan ligt er een
draaiboek klaar waarin staat wat er moet gebeuren om de brand te
blussen en iedereen te redden. Wanneer echter de alarmbellen gaan
rinkelen omdat het klimaat zorgwekkend snel verandert, lag er lange
tijd niets, althans, niet op de lokale bureaus. Dat is nu echter
anders, want nu ligt er een plan waarmee ook provincies en gemeenten
kunnen werken aan een oplossing. Het antwoord is het BANS
klimaatconvenant. Lokale overheden kunnen volgens deze afspraken
meedoen aan een subsidieregeling om zo in hun eigen gebied
klimaatproblemen aan te pakken. Bijna 250 gemeenten doen mee. Dat is
goed nieuws, want wij zullen op alle niveaus - lokaal, nationaal en
internationaal - alles op alles moeten zetten om iets tegen
klimaatverandering te kunnen doen. De gevolgen zullen anders
desastreus zijn. Wat is er aan de hand? Overal ter wereld blazen wij
met z'n allen teveel koolstofdioxide (CO ) de atmosfeer in. Dat komt
doordat wij steeds meer gas, elektriciteit, benzine en diesel
gebruiken. De temperatuur op aarde stijgt hierdoor, met alle gevolgen
van dien. Het natuurlijk evenwicht raakt uit balans, met als gevolg:
Smeltende poolkappen, eilanden die voorgoed onder water verdwijnen,
een tekort aan drinkwater, oogsten die mislukken, overstromingen,
tropische ziekten, sprinkhanenplagen en woestijnen in Zuid-Europa, en
ga zo maar door.
Overigens zult u in uw eigen omgeving nu ook al wat merken van de
gevolgen van klimaatverandering. De verschuivingen in de flora zullen
ook niet onopgemerkt aan Apeldoorn voorbij gaan. Apeldoorn ligt in een
bosrijk gebied. Bomen kunnen normaal gesproken wel wat hebben, maar
toch zou het zomaar kunnen dat de fijnspar uit de Nederlandse bossen
verdwijnt. Ik hoop dat dat niet gebeurt.
Deskundigen zeggen dat temperatuurverschuivingen door
klimaatverandering tussen de tweehonderd en vijfhonderd kilometer per
eeuw bedragen, gemeten op de grond. Wij kunnen dus het klimaat
tegemoet zien dat nu tweehonderd tot vijfhonderd kilometer verderop
heerst. Bomen kunnen dat tempo echter niet bijhouden, omdat hun
zogenoemde migratiesnelheid tussen de tien en vijftien kilometer per
eeuw ligt.
Nieuwe planten- en dierensoorten die door klimaatverandering binnen
neerlands grenzen terechtkomen, merken wij overigens doorgaans sneller
op dan dat wij zien dat er oude, vertrouwde soorten verdwijnen, zoals
mogelijk dus de fijnspar. Waarschijnlijk zal het u eerder opvallen dat
er tegenwoordig grote libellen door het Nederlandse luchtruim trekken;
een diersoort dat vrijwel niet in Nederland voorkwam, maar nu oprukt
naar het noorden.
Nu hebben wij dus het BANS-convenant dus. Lokale overheden konden
vanaf 1 maart 2002 tot afgelopen augustus subsidie aanvragen om meer
aan hun klimaatbeleid te doen. Grofweg komt het erop neer dat de helft
voor eigen rekening is en dat ik de andere helft bij pas. Dat is
natuurlijk mooi meegenomen, maar eerlijk is eerlijk, het initiatief
kwam van u.
Het BANS-convenant heeft er in ieder geval voor gezorgd dat gemeenten
en provincies planmatig aan de slag kunnen met klimaatverandering. Dat
is wat mij betreft de grote verdienste van BANS. Van de 248 gemeenten
die meedoen aan het BANS-traject, hebben er 98 maatregelen aangegeven
dat zij voor een zogeheten pluspakket gaan. Negen provincies deden dat
ook. Daar ben ik blij mee, want dat betekent dat zij ambitie hebben.
Iets dat ook voor Apeldoorn geldt; mijn complimenten daarvoor.
Vandaag gaat het er vooral om ervaringen uit te wisselen en te
discussiëren. Op lokaal niveau kunt u proberen samen te werken en,
waar mogelijk, coalities te smeden. Op het internationale speelveld
zal ik mijn uiterste best doen om meer landen te bewegen om mee te
doen aan de internationale klimaatafspraken. Belangrijke spelers zoals
de Verenigde Staten en Australië, en zich rap ontwikkelende landen als
India, China en Brazilië, moeten aan de slag. Het gaat hier immers om
een mondiaal probleem dat niet ophoudt bij de grens. Pas geleden is
het Kyoto-protocol in werking gegaan, dat ervoor moet zorgen dat
landen de uitstoot van schadelijke broeikasgassen beperken. Iedereen
moet zijn steentje bijdragen; wij zullen er met z'n allen hard aan
moeten trekken. Ik wens u dan ook veel succes toe vandaag, en
natuurlijk bij de uitvoering van uw plannen.
Dank
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer