Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
25 maart 2005 AV/A&Z/2005/23063 333
nr. 2040511320
Onderwerp Datum Contactpersoon
Kamervraag van de leden Hamer en Stuurman
./. Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, het antwoord op de vraag van
de leden (Hamer en Stuurman (beiden PvdA) over de Wet kinderopvang en de Belastingdienst.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
2
2040511320
Vraag van de leden Hamer en Stuurman (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën over de Wet kinderopvang en de
Belastingdienst. (Ingezonden 24 maart 2005)
Krijgen de ouders die verkeerd zijn geïnformeerd door de Belastingdienst over hun recht op een
tegemoetkoming bij werkloosheid alsnog de kans hun aanvraag voor de kinderopvang in te
dienen?1)
Deze vraag doelt op het abusievelijk in de aanvangsperiode door de Belastingdienst onjuist
gegeven antwoord aan ouders op de vraag of recht bestaat op de tegemoetkoming bij
werkloosheid. Deze onjuistheid is, zoals eerder aangegeven, hersteld (zie Aanhangsel Handelingen,
nr. 1194, vergaderjaar 2003-2004); sindsdien zijn er geen klachten meer binnengekomen. In het
geval ouders als gevolg van dit onjuiste antwoord geen aanvraag voor een tegemoetkoming hebben
ingediend, kunnen zij dit alsnog doen. Indien de tegemoetkoming wordt toegekend, dan wordt
deze over de resterende kalendermaanden verrekend.
1) Aanhangsel Handelingen, nr. 1194, vergaderjaar 2003-2004, zie antwoord op vraag 5.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid