Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
15 april 2005
Ons kenmerk
DGW/BI 2005/588
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

1
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Tussenbesluit rampenbeheersingsstrategie: Noodoverloopgebieden

Geachte voorzitter,

Door middel van een motie van uw leden Van Lith en Boelhouwer heeft de Tweede Kamer verzocht voor 1 mei een samenhangend besluit te nemen over deel 1 van de PKB Ruimte voor de Rivier en de optie noodoverloopgebieden uit de rampenbeheersingsstrategie overstromingen Rijn en Maas.

In december 2003 heeft het kabinet met het uitbrengen van het Kabinetsstandpunt Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas (RBSO), besloten tot verder onderzoek naar vijf opties voor rampenbeheersing. De resultaten van dit onderzoek zijn nodig om te komen tot een afgewogen strategie bij een dreigende overstromingsramp. Als gevolg van de hiervoor genoemde motie is het onderzoek naar de optie noodoverloopgebieden versneld.

Het kabinet benadrukt nogmaals dat ook na de uitvoering van de nu lopende veiligheidsprogramma's zoals Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken, Nederland geen absolute veiligheid kent. Deze programma's zijn er op gericht om in 2015 te voldoen aan de veiligheidsnormen uit de Wet op de waterkering. Een kans op een overstroming van het rivierengebied blijft echter altijd bestaan, zowel door bovenmaatgevende waterstanden als door andere faalmechanismen. Het Kabinet wil voorbereid zijn op een eventuele overstroming. Het kabinet blijft de voorkeur houden voor gecontroleerd overstromen boven ongecontroleerd overstromen.

Overwegende de voorlopige onderzoeksresultaten van het onderzoekstraject RBSO, houdt het kabinet vast aan het in 2003 ingenomen standpunt met dien verstande dat:

Voor de Rijn ziet het kabinet af van de Ooijpolder en Rijnstrangen als noodoverloopgebied. Het kabinet schrapt daarom de reservering van de Ooijpolder en Rijnstrangen als noodoverloopgebied in de Nota Ruimte. Rijnstrangen blijft wel voor de lange termijn gereserveerd als onderdeel van de PKB Ruimte voor de Rivier.
Het kabinet handhaaft de oorspronkelijke planning voor zijn besluit over de wenselijkheid van een noodoverloopgebied in het stroomgebied van de Maas zodat een meer integraal besluit over de Maas kan worden genomen. Het kabinet handhaaft daarom de reservering voor de Beersche Overlaat in de Nota Ruimte totdat het een definitief standpunt heeft ingenomen. Het onderzoek naar de inrichting en inzet van de Beersche Overlaat als noodoverloopgebied wordt verder gecontinueerd.

Het kabinet gaat door met het onderzoek naar 'een slimme combinatie van maatregelen' te kiezen uit de overige opties voor een rampenbeheersingsstrategie, waaronder compartimentering op dijkringniveau en organisatorische maatregelen. Conform het eerder ingenomen standpunt zal het kabinet medio 2006 een definitief besluit over een strategie voor rampenbeheersing nemen.

Een toelichting op dit besluit is als bijlage bij deze brief gevoegd.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen

DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

J.W. Remkes