Gemeente Rotterdam

Nr. 60
14 april 2005 .

Warmte van industrie nu naar alle nieuwbouw- en herstructureringsgebieden

Alle nieuwbouw- en herstructureringsgebieden in Rotterdam worden voortaan aangesloten op een verwarmingssysteem dat gebruik maakt van industriewarmte. Het gemeentebestuur heeft hiertoe besloten door het vaststellen van het 'warmte-tenzij' besluit. Met dit besluit legt het college van burgemeesters en wethouders een belangrijke basis voor de oprichting van een warmtebedrijf deze zomer.

Het 'warmte-tenzij' besluit houdt in dat in alle nieuwbouw- en herstructureringsgebieden verwarming komt met restwarmte tenzij dit om goed gemotiveerde redenen niet mogelijk of erg onaantrekkelijk is. Daarnaast mag de aanleg van het warmtenet geen extra kosten en vertraging van het betreffende bouwproject veroorzaken. Dit besluit is een belangrijke stap voor wat partijen nog dit jaar willen bereiken: de oprichting van een Warmtebedrijf dat industriewarmte levert aan energiebedrijven voor distributie naar woningen, bedrijven en op termijn glastuinbouw. Hiervoor valt deze zomer een go/no go-besluit.

De voordelen van de 'warme band' tussen haven en stad zijn talrijk. Een warmtebedrijf biedt de mogelijkheid om warmte afkomstig van bijvoorbeeld raffinaderijen en elektriciteitscentrales een nuttige bestemming te geven. Dit is niet alleen gunstiger voor het milieu maar het maakt het voor de industrie ook mogelijk om efficiënter en duurzamer te produceren. Omwonenden krijgen een verwarming zonder onderhoud, risico's en ruimteverlies in huis die niet duurder is dan een eigen cv-installatie. Bovendien wordt door de oprichting van een Warmtebedrijf de warmtelevering minder afhankelijk van prijsschommelingen op de energiemarkt en worden de leveringsrisico's door middel van een netwerk van aanbieders gespreid. Het wamteproject is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, de provincie Zuid-Holland, Shell Nederland Raffinaderij, AVR, Nuon, Eneco en E.ON.

noot voor de redactie/