JOH. ENSCHEDE HOLDING

Oneerlijke concurrentie kost Joh. Enschedé 100 banen

P E R S B E R I C H T (embargo tot 14 april 09.00 uur)

Oneerlijke concurrentie
bij productie euro kost
Joh. Enschedé 100 banen

Haarlem, 14 april Koninklijke Joh. Enschedé boekte in 2004 een negatief bedrijfsresultaat van euro 5,9 miljoen (vóór verwerking van bijzondere posten). Het nettoresultaat daalde tot euro 14,7 miljoen negatief. Dit resultaat is voornamelijk te wijten aan het bedrijfsonderdeel Banknotes waar in 2004 de omzet halveerde ten opzichte van 2003. Banknotes heeft bij het produceren van euros te lijden onder oneerlijke concurrentie door diverse Europese staatsdrukkers. Door de slechte resultaten en sombere vooruitzichten is een nieuwe reorganisatie nodig. Er vervallen in Haarlem 100 arbeidsplaatsen. Deels gebeurt dat door gedwongen ontslagen.

Door de capaciteitsuitbreiding ten behoeve van de euro-introductie in 2002 is er in Europa een grote overcapaciteit ontstaan op het gebied van bankbiljettenproductie (vraag versus aanbod 1:4). Die resulteert op markten bu¡ten Europa in een enorme prijsconcurrentie.

Andere Europese drukkerijen zijn veelal staatsbedrijven en kunnen hierdoor orders uit niet-Europese landen verwerven tegen sterk gereduceerde prijzen. Dit resulteert in een aanzienlijke verlaging van de wereldwijde marktprijzen. Het is voor Joh. Enschedé uiterst moeilijk om op dit prijsniveau winstgevende opdrachten te verwerven. Koninklijke Joh. Enschedé heeft in 2004 samen met enkele andere private euro-drukkers een klacht ingediend bij de Europese Commissie over de oneerlijke concurrentie van een aantal Europese Staatsdrukkerijen. De verwachting is dat pas in de periode 2008 2012 een einde aan deze oneerlijke concurrentie zal komen.

De directie heeft mede om die reden moeten besluiten de productiecapaciteit voor bankbiljetten in te krimpen. Het bedrijf gaat de komende jaren uit van een kleinere productieorganisatie. De specifieke know-how over het vervaardigen van bankbiljetten blijft gehandhaafd. Over de aanpassing van de organisatie in Haarlem is overleg gestart met alle betrokken partijen waaronder de vakbonden en de ondernemingsraad.

In tegenstelling tot Banknotes zagen alle overige bedrijfsonderdelen in 2004 kans om ten opzichte van 2003 een aanzienlijk beter resultaat te boeken.