Zoeken: ____________
CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 13
Datum: 14 april 2005
Inlichtingen bij: Rafael Saitua (tel: 070-3383360), of Dick Morks
(tel: 070-3383410)
Tweede zeesluis IJmuiden nog minstens tot 2017 niet nodig
De capaciteit van het huidige sluizencomplex bij IJmuiden is groter
dan tot nu toe is aangenomen. Daarnaast bieden
capaciteitsmanagement-maatregelen en alternatieven, zoals volledig
lichteren, mogelijkheden om eventuele congestieproblemen aan te
pakken. Eerder dan 2017 is een tweede zeesluis zeker niet nodig; of
dat daarna wel het geval is, valt later te bezien. Uitstel van de
besluitvorming rond het project om de zeetoegang van IJmuiden te
verbeteren lijkt dan ook nuttig. Als op termijn besloten wordt dat een
tweede zeesluis nodig is, dan hoeft de bouw zeker niet eerder dan
in2013 aan te vangen, wat betekent dat de zeesluis op zijn vroegst in
2017 operationeel kan zijn. Dit levert een gunstiger kosten-baten
beeld op in vergelijking met een snellere aanleg.
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in de vandaag verschenen
notitie 'Kosten-baten- analyse Zeetoegang IJmuiden, een second
opinion', waarin het CPB de kosten-baten-analyse van de zeetoegang van
IJmuiden, verricht door de Stichting Economisch Onderzoek (SEO),
analyseert.
Na overleg met de Minister van Verkeer en Waterstaat heeft de
Projectorganisatie 'Zeetoegang IJmuiden' in 2004 nieuwe mogelijkheden
onderzocht om de zeetoegang van IJmuiden te verbeteren. In opdracht
van de projectorganisatie heeft SEO een kosten-baten-analyse (KBA) op
hoofdlijnen verricht voor de verschillende alternatieven. Het
ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft het CPB gevraagd een
'second opinion' te geven over deze KBA.
Het CPB concludeert dat de door SEO verrichte KBA op een aantal
uitgangspunten voor discussie vatbaar is, met name rond de huidige
sluiscapaciteit, de mogelijkheden om de capaciteit te vergroten met
andere maatregelen en de kosten van wachttijden voor kolenschepen. De
KBA laat al zien dat voor de projectalternatieven zoals gepresenteerd
door de projectgroep, de kosten nog steeds de baten overtreffen,
ondanks de verbeteringen ten opzichte van eerdere alternatieven.
Aanpassing van de uitgangspunten in de door het CPB aangegeven
richting leidt per saldo tot een nog ongunstiger
kosten-baten-resultaat. Een belangrijke reden daarvoor is dat de
capaciteit van het sluizencomplex wordt onderschat bij de voor de
toekomst veronderstelde samenstelling van de goederenstromen. Dit komt
omdat men van te veel containerschepen is uitgegaan in verhouding tot
de verwachte containeroverslag. Bovendien is het aantal grote
containerschepen te hoog ingeschat.
De negatieve verhouding tussen kosten en baten wordt verklaard door
het feit dat een groot deel van de overslag in de Amsterdamse haven
bulkgoederen als kolen betreft, waarvan de wachttijdkosten laag zijn
en de baten van wachttijdverkorting in grote mate in het buitenland
neerslaan. Voor de containerstromen, die meer baten met zich brengen,
is een zeer goed substituut aanwezig via de Rotterdamse haven, zodat
een betere zeetoegang bij IJmuiden op nationaal niveau weinig baten
oplevert. De ontwikkeling van de containerstromen is zeer bepalend
voor de grootte van de baten. De ontwikkeling van deze sector in de
Amsterdamse haven is vooralsnog onzeker.
Daarnaast kunnen maatregelen op het gebied van capaciteitsmanagement,
onder ander via prijsdifferentiatie, soelaas bieden om de mogelijke
congestieproblemen tegen te gaan. Zo zou een belangrijk deel van het
probleem kunnen worden beheerst, waardoor nut en noodzaak van een
nieuwe sluis uiteraard minder worden.
Daarnaast verdient het aanbeveling om de varianten 'kustuitbreiding'
en 'volledig lichteren' verder te onderzoeken. In deze varianten wordt
een deel van het bulkvervoer vóór de sluizen afgehandeld, waarmee
mogelijke toekomstige congestie in het sluizencomplex wordt voorkomen.
Bij volledig lichteren worden bulkgoederen, met name kolen, vóór de
sluis overgeladen op binnenvaartschepen die geen gebruik hoeven te
maken van de grote zeesluis, maar door de kleinere sluizen bij
IJmuiden kunnen varen.
Naar het oordeel van het CPB is de variant 'kustuitbreiding' zoals
onderzocht door de projectgroep, te grootschalig. Als deze variant
echter zou worden toegespitst op kolen, zou hier mogelijk een
efficiënte oplossing kunnen liggen. Dit zou afgewogen kunnen worden
tegen de voor- en nadelen van de varianten capaciteitsmanagement via
prijsdifferentiatie en 'volledig lichteren'.
De notitie is (gratis) beschikbaar als PDF-bestand op de website van
het CPB (www.cpb.nl).
Centraal Planbureau