Vereniging Nederlandse Gemeenten

GEVOLGEN GEMEENTEN VAN SER-ADVIES WW

De VNG waardeert het dat in het SER-onderhandelaarsakkoord over de toekomstbestendigheid van de WW serieus rekening wordt gehouden met de consequenties voor gemeenten. De kanttekeningen van de VNG hadden betrekking op de uitvoerbaarheid en de financiële compensatie voor werk, inkomen en uitvoeringskosten. Via de Raad voor Werk en Inkomen zijn deze in de SER ingebracht. Door rekening te houden met deze gevolgen, zullen gemeenten de mensen die straks instromen vanuit de WW naar de bijstand, een passend aanbod kunnen doen om te reïntegreren naar werk.

In zijn advies zegt de SER dat het WW-voorstel geleidelijk en binnen randvoorwaarden moet worden ingevoerd. Eén voorwaarde is dat rekening gehouden dient te worden met de uitvoerbaarheid van de voorstellen. De SER stelt voor dat de RWI hierover nader advies uitbrengt. Ook pleit de SER voor een geleidelijke overgang naar een nieuw financieringsregime, waarbij wordt betrokken dat de beperking van de WW-uitkeringsduur leidt tot een verschuiving naar de lasten van de WWB/IOW en IOAW. Dit betekent dat een doorvertaling gemaakt moet worden naar zowel uitkerings-, reïntegratie- als uitvoeringslasten.

In het advies wordt ook wordt meerdere malen gewezen op de noodzaak van maatwerk voor de klant, zoals dat bij de gemeenten gebruikelijk is.

Het advies geeft het vertrouwen dat een aantal knelpunten die er liggen zullen worden opgelost. Te denken valt aan de nieuwe regeling IOW (Inkomensvoorziening oudere werknemers). Deze regeling komt in de plaats voor de IOAW en is bestemd voor oudere werklozen met een langdurig arbeidsverleden en een zeer zwakke arbeidsmarktpositie. In de IOW wordt een onderscheid gemaakt tussen 60-plussers en 50-plussers. Voor de 60-plussers geldt een sollicitatieplicht, geen vermogenstoets en geen partnertoets. Voor 50-plussers geldt een sollicitatieplicht met de verplichting tot het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid, de partnertoets en geen vermogentoets. Deze verschillende regimes stellen hoge eisen aan de uitvoering, te meer omdat de IOW alleen zal gelden voor nieuwe gevallen en de IOAW voor oude gevallen in stand blijft.

De SER adviseert dat de IOW wordt betaald uit het Fonds werk en inkomen. De VNG wijst dit idee af, omdat hiermee de gemeenten volledig financieel verantwoordelijk worden voor de uitstroom van IOW-ers naar werk. Gezien de zwakke arbeidsmarktpositie van de doelgroep en de beperktere prikkels op het aanvaarden van werk (geen vermogenstoets, partnertoets en beperkte sollicitatieplicht) is dat voor gemeenten een onaanvaardbaar risico. Wij pleiten dan ook voor een andere financieringssytematiek, bijvoorbeeld op declaratiebasis.

De SER stelt voorts voor om de participatie van de groep 60-plussers ten laste van de (toekomstige) WMO te laten financieren. Feitelijk brengt dit met zich mee dat de gemeenten deze reïntegratielasten financieren. De VNG is van mening dat gemeenten door de hervorming van de WW niet benadeeld mogen worden.