Johannes Wier Stichting

Meisjesbesnijdenis in Nederland
Geplaatst op: 14 april 2005
Volgens de Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking komt vrouwenbesnijdenis in Nederland zon vijftig keer per jaar voor. Het gaat dan meestal om een milde vorm en zelden om de meest ernstige vorm waarbij schaamlippen en clitoris worden weggesneden en de vagina-ingang nagenoeg wordt gesloten. Een verplicht medisch onderzoek van meisjes uit de risicogroep is volgens de Commissie juridisch onhaalbaar. Wel kan de jeugdgezondheidszorg meer doen om gevallen van meisjesbesnijdenis op te sporen. Naast betere opsporing ziet de commissie ook mogelijkheden voor betere preventie. Artsen en andere hulpverleners zouden onder meer nascholing moeten krijgen over vrouwenbesnijdenis.

Dat dit hard nodig is blijkt ondermeer uit de resultaten van een internet-enquete door de artsenfederatie KNMG die door 765 artsen is ingevuld. Maar liefs 57% van hen had geen mening over de juiste oplossing voor vrouwelijke genitale verminking. De KNMG wil dit primair bestrijden met preventie en deskundigheidsbevordering; 23% van de stemmers is het daar mee eens; 19% pleit voor een strafrechtelijk verbod.

Om jongeren meer bij het onderwerp meisjesbesnijdenis te betrekken is Pharos bezig met het opzetten van de interactieve website www.nogame.nl, waar jongeren met elkaar moetn gaan discussiëren over meisjesbesnijdenis. Via een andere website
www.meisjesbesnijdenis.nl/protector.html kunnen bezoekers zich aanmelden als Protector. Een Protector moet een meisje in zijn/haar nabije omgeving die mogelijk gevaar loopt besneden te worden beschermen.

Meer informatie: Agnes Verhulst, 030-234 9800, of e-mail a.verhulst@pharos.nl

Bronnen:
Intensieve jeugdgezondheidszorg tegen vrouwenbesnijdenis, Medisch Contact Nr. 12 - 25 maart 2005, pagina: 477
Pharos Nieuwsbrief maart 2005
ArtsennetNieuws, 14 april 2005