Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
14 april 2005
Ons kenmerk
SDG 2005/1241/5925
Doorkiesnummer

Bijlage(n)

1
Uw kenmerk
VW-04-972
Onderwerp
Gebruik van asfaltgranulaat

Geachte voorzitter,

Conform het verzoek van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat van 25 februari 2005 stuur ik u bijgaand een afschrift van mijn reactie op de brief van het bestuur van VBW Asfalt inzake het gebruik van asfaltgranulaat.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs
Contactpersoon

Datum
14 april 2005
Ons kenmerk
SDG 2005/1214/5797
Doorkiesnummer

Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
4.560010.024/EDJ/mon
Onderwerp
Gebruik van asfaltgranulaat

Geachte heer Boelhouwer,

Naar aanleiding van uw hierboven vermelde brief bericht ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer als volgt.

In uw brief gaat u in op de consequenties voor de wegenbouwsector van de inwerking-treding van het "Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen" (verder te noemen het Besluit afvalstoffen). In uw schrijven geeft u aan dat naar uw mening door de invoering van het Besluit en het aanmerken van asfaltgranulaat als afvalstof het herge-bruik van schoon asfaltgranulaat dreigt te worden gefrustreerd.

Ik moet u melden dat ik inderdaad van mening ben dat asfaltgranulaat als afvalstof moet worden aangemerkt. Zowel de Europese als de Nederlandse jurisprudentie die de afgelopen jaren hierover zijn gevormd, zijn heel helder in deze. De uitspraak van de Raad van State van 1 augustus 2001 (ABRS, nr. E 03.96 0635) laten mij geen andere conclusie dan dat asfaltgranulaat als afval dient te worden aangemerkt. Deze uitspraak sluit aan bij het begrip afvalstoffen zoals dat in de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen en de Nederlandse Wet milieubeheer is gedefinieerd. In artikel 1, onder a, van de Europese Kaderrichtlijn wordt "afvalstof" gedefinieerd als: "elke stof of voorwerp behorende tot de in bijlage 1 genoemde categorieën, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen, of zich moet ontdoen". Een gelijk-luidende definitie van afvalstoffen is in de Wet milieubeheer opgenomen.

Het op een kosteneffectieve wijze hergebruiken van oud asfalt ( of dat nu wel of niet als afval dient te worden aangemerkt) was en is nog steeds een doelstelling van mijn ministerie. Het is u bekend dat het hergebruik van asfalt mede door het gevoerde beleid van mijn ministerie en de voorbeeldrol van Rijkswaterstaat een succes is geworden. Ik hecht eraan dat dit hergebruik wordt gecontinueerd.
Evenals de staatssecretaris van VROM verwacht ik dat dit hergebruik niet noemenswaar-dig zal worden gefrustreerd dan wel onder druk zal komen te staan door het moeten voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit het Besluit afvalstoffen. Uiteraard realiseer ik mij dat het hergebruik van asfalt onderworpen is aan economische wetmatig-heden. Ik acht het echter niet waarschijnlijk dat de effecten die het gevolg zijn van het Besluit afvalstoffen, zich zullen voordoen in de omvang die u schetst.

In reactie op de beantwoording van eerdere Kamervragen over de consequenties van het Besluit afvalstoffen door staatssecretaris Van Geel stelt u dat de kosten alleen al voor RWS in de komende jaren in een 'worst case scenario' zal kunnen leiden tot een extra kosten-post van E 70 tot E 200 mln.
Deze kostenpost komt mij onwaarschijnlijk hoog voor. Het is mij onduidelijk op basis van welke feiten u tot deze inschatting bent gekomen. Vooralsnog heeft u niet aannemelijk gemaakt dat er daadwerkelijk sprake is van een significante kostenverhoging. Daarom is er voor mij geen reden een ander standpunt in te nemen dan tot nu toe door mijn collega van VROM is gedaan. Uiteraard ben ik gaarne bereid mijn standpunt te herzien indien u met feiten komt die rechtvaardigen dat er significante verschuivingen kunnen plaatsvinden. In dat geval ben ik bereid met u te zoeken naar mogelijkheden om die effecten te mitigeren.

Aan uw verzoek om ontheffing te verlenen van de uit het Besluit afvalstoffen voortvloei-ende verplichtingen, kan ik niet voldoen. Ik ben daartoe niet bevoegd.
Het verlenen van ontheffingen voor een hele categorie van bedrijven behoort conform de vigerende jurisprudentie niet tot de mogelijkheden. Dit zou immers neerkomen op een algehele vrijstelling voor een sector, hetgeen in strijd is met artikel 10.63 van de Wet milieubeheer. Artikel 10.63 biedt echter wel de mogelijkheid voor individuele bedrijven om ontheffing aan te vragen in die gevallen dat de regelgeving onbedoeld onrechtvaardig uitvalt. Indien die situatie zich onverhoopt voordoet bij één van de bij uw organisatie aangesloten bedrijven, komt dat bedrijf wellicht voor bedoelde ontheffing in aanmerking.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs